Fenny Heemskerk (1919-2007) leerde schaken van haar vader, maar vond er in het begin niets aan. In 1935 vond echter de tweekamp om het wereldkampioenschap tussen Max Euwe en Aleksander Aljechin plaats. Ten tijde van die tweekamp werd Fenny ziek. Uit verveling ging zij schaken en werd enthousiast.
Op 17-jarige leeftijd, toen zij nog maar pas serieus had leren schaken, werd zij in 1937 voor het eerst kampioene van Nederland. Zij herhaalde dit in 1939, 1946, 1948, 1950, 1952, 1954, 1956, 1958 en 1961. In 1950 werd ze benoemd tot international damesmeester en in 1977 tot damesgrootmeester.
Fenny heeft een aantal keren meegespeeld in het kandidatentoernooi om het wereldkampioenschap dames. In 1952 behaalde ze haar beste prestatie. Toen werd ze tweede in het kandidatentoernooi te Moskou achter Bykova, die vervolgens wereldkampioene Roedenko onttroonde.
Tot 1960 was zij onbetwist de sterkste speelster van Nederland. Nog lang behoorde ze tot de Nederlandse top. Tot het eind van haar leven is ze een enthousiast speelster gebleven.
In 1985 werd zij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Het MEC heeft in 2008 een expositie over Fenny Heemskerk gemaakt.