Gepubliceerd op 13 september 2017

Simultaanpartijen voor groot orkest

 

Minze bij de Weg

Hoe verbeeld je schaken in muziek? Bij theatermuziek, opera, ballet en musical, is dat niet zo moeilijk. Maar hoe doe je dat in muziek waar geen beeld bij komt kijken? Je kunt het ook algemener stellen: hoe breng je gebeurtenissen over in muziek? Die vraag wordt in de muziekgeschiedenis sinds de vroegste jaren gesteld. Sommige componisten waren van mening dat muziek niets anders kan weergeven dan muziek zelf, anderen vonden dat je een buitenmuzikaal gegeven heel goed met noten kunt uitbeelden. Zij schreven programmamuziek, waarbij de compositie een onderwerp van buiten de muziek weergeeft. Bekende voorbeelden uit de negentiende eeuw zijn de Symphonie Fantastique van Berlioz, de Pastorale van Beethoven of de symfonische gedichten van Richard Strauss. De laatste heeft wel eens beweerd dat hij zelfs het telefoonboek op muziek zou kunnen zetten. Dan moet dat dus ook met schaken kunnen. In deze tweede aflevering van de serie over schaken en muziek gaan we in op varianten als symfonische muziek, kamermuziek en jazz.

Bestaat er een schaaksymfonie? Jazeker is die er, of beter gezegd: er is een symfonie waarin een deel aan het schaken is gewijd. De Russische componist P.P. Sabouroff, die ooit president was van de pan-Russische schaakfederatie, schreef de Love Symphony voor groot orkest. Het derde deel (scherzo) heet Simultaanpartijen. De première vond plaats op 6 mei 1925 in Monte Carlo. Volgens het British Chess Magazine was de uitvoering een groot succes. Sabouroff was een echte schaker. Hij was een van de Russische spelers die tijdens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog deelnam aan het toernooi van Mannheim. Hij werd geïnterneerd, maar al in september 1914 mocht hij via Zwitserland terugkeren naar zijn vaderland. Na de Bolsjewistische revolutie verliet hij Rusland definitief.

Marsch en Walzer
Zo’n symfonie is een werk van lange adem. De meeste muziek met schaakthema is heel wat korter. Soms duren de stukken maar enkele minuten. Ik geef hieronder een ongetwijfeld onvolledig overzicht. Waar mogelijk heb ik geprobeerd een zekere ordening aan te brengen, maar gezien het onderwerp is het vrijwel onvermijdelijk dat het een beetje een hapsnapverhaal wordt.

Om te beginnen een paar werken waarvan de band met het schaken overduidelijk is. De Schach-Marsch van F. Kerkhoff en de Schach-Walzer van C. Noack werden gepubliceerd in het toernooiboek van Barmen 1905. Op 16 augustus 1905 werden ze daar uitgevoerd als onderdeel van Richard Genées operette Der Seekadett, zie het artikel over schaken en muziek in de vorige Nieuwsbrief (https://www.youtube.com/watch?v=S6U6RWiGPLU).

Walter Pulitzer schreef de Caïssa Waltz. Pulitzer, een neef van de bekende krantenuitgever naar wie de Pulitzer-prijs is genoemd, was een schaakliefhebber die het boek Chess Harmonies publiceerde, een verzameling problemen van eigen hand. De partituur van de Caïssa Waltz werd in oktober 1897 in The American Chess Magazine gepubliceerd.
Gemakkelijker is de relatie tussen muziek en schaken natuurlijk te leggen als er een tekst aan te pas komt. Een bekend voorbeeld is afkomstig uit Nederland: de Euwe marsch uit 1935. De componist was Pierre Palla. Lajos Kovacs schreef de tekst, die begint met de verzuchting ‘Altijd maar weer schaken tegen zulk een kampioen, is dat wat, is dat wat?’. Die kampioen was uiteraard Aljechin. Toen Euwe 75 werd, werd de mars op plaat uitgebracht. U kunt het plaatje in het Max Euwe Centrum bewonderen.
En dan is er de FIDE hymne (Inno della FIDE), een gedragen deun van een kleine twee minuten. De muziek werd geschreven door Graaf dal Verme (1908-1985), de tekst is van Marcel Berman (1895-1960). De FIDE is er blijkbaar niet trots op, want de zoekmachine op de FIDE-site levert niets op. Wie FIDE Anthem intikt op YouTube kan de hymne beluisteren (https://www.youtube.com/watch?v=zlAXZS-mMSE). De partituur en tekst werden gepubliceerd in het augustusnummer 1951 van Chess.

Checkmate
Een geval apart is de Amerikaanse componist van filmmuziek John Williams. Williams is geen kleine jongen, hij schreef onder andere de muziek voor de films Jaws, ET, Schindler’s List en Star Wars. Hij werd liefst vijftigmaal genomineerd voor een Oscar voor de beste filmmuziek en won deze vijf keer. Daarnaast won hij ook talrijke Emmy Awards, Grammy Awards en Golden Globe Awards.
Behalve voor film schreef Williams ook concertmuziek en muziek voor TV-series. Tot die categorie behoort de muziek voor de serie Checkmate die in de seizoenen 1960-61 en 1961-62 door CBS werd uitgezonden. De serie heeft niets met schaken te maken, maar gaat over het wel en wee van het detectivebureau Checkmate. Opvallend genoeg dragen veel nummers op de plaat met muziek uit de serie wel titels die naar het schaken verwijzen. Bijvoorbeeld The Isolated Pawn, En Passant, The Black Knight en Queen’s Sacrifice (https://www.youtube.com/watch?v=zYUrjKXa-ik).

Jazz
Chess Records was een vooraanstaand Amerikaans platenlabel dat niets te maken heeft met het schaakspel. Het label werd beheerd door de broers Phil en Leonard Chess. Dat was niet hun oorspronkelijke naam. Ze waren immigranten uit de plaats Motal, die toen in Polen lag en tegenwoordig in Wit-Rusland. Bij binnenkomst in de Verenigde Staten werd hun achternaam Czyz opgetekend als Chess en hun voornamen Fiszel en Lejzor veranderden in respectievelijk Phil en Leonard. Toen ze in 1950 een bestaand platenlabel overnamen, gaven ze hun achternaam aan het bedrijf.
Wel een echte schaaktitel is het stuk The Chess Players dat jazzmusicus Wayne Shorter in 1960 schreef. Het is het openingsnummer (9½ minuut) van het album The Big Beat van Art Blakey and the Jazz Messengers. Shorter speelde zelf tenorsaxofoon in deze band (https://www.youtube.com/watch?v=I4JzQPMk628).
De klassiek georiënteerde Tsjechische componist Ladislav Simon (1929-2011) schreef ook enkele werken voor jazzorkest. Een daarvan draagt de naam Šachová Dáma (Chess Queen). Het stuk duurt ruim zeven minuten en werd geschreven voor het jazzorkest van het Nationaal Theater in Praag. Op YouTube is een liveopname te vinden (https://www.youtube.com/watch?v=0aWapa6RQaU).

Piano
Verschillende componisten gebruikten de piano voor hun schaakcomposities. Van de Italiaanse componist Vittorio Rieti (1898-1994) is de Chess serenade (1945) afkomstig, een suite voor twee piano’s. Althans, dat staat in de informatie die ik vond. Op YouTube staat echter een versie voor één piano, een kort ritmisch werkje van anderhalve minuut. Rieti werd geboren in Alexandrië en groeide op in Milaan. Misschien omdat hij van Joodse afkomst was, emigreerde hij in 1940 naar de Verenigde Staten, waar hij aan diverse conservatoria lesgaf (https://www.youtube.com/watch?v=1G-9HWTaqUg).
Dat de Belgische componist Jean Absil (1893-1974) voor zijn schaakstuk de piano uitkoos was niet zo vreemd. Hij was een productief man die bij voorkeur voor de piano schreef. Het feit dat hij zelf een bekwame pianist was zal daar niet vreemd aan zijn geweest. Zijn Echecs (opus 96) zag in 1957 het licht.
De Tsjechische componist Jan Kapr (1914-1988) schreef in zijn latere jaren (1972) een Chess Sonata for Two Pianos. Kapr hield zich na een ernstig ongeluk in zijn jeugd uitsluitend bezig met muziek en ontwikkelde zich tot een vooraanstaand componist, theoreticus en docent.
Van Rieti, Absil en Kapr had ik nog nooit gehoord. Wel van de veel bekendere Braziliaanse componist Osvaldo Lacerda (1927-2011), ook al zo’n productief man. Onder heel veel ander werk schreef hij Cromos, korte composities voor piano. Het derde boek bevat stukken over spelletjes waaronder pingpong, wippen en schaken (Jogando xadrez, letterlijk vertaald: laten wij schaken) (https://www.youtube.com/watch?v=SVqmVw4-l7w).

In de kamermuzieksector is nog meer te vinden. Zoals de Amerikaanse componist van Tsjechische afkomst Paul Reif (1910-1968). In 1965 schreef hij Philidor’s Defense: a musical chess game. Het stuk is gebaseerd op de beroemde partij uit 1858 tussen Paul Morphy enerzijds en de Hertog van Brunswijk en Graaf Isouard anderzijds. Reif schreef in het blad Allegro een toelichting, waarin hij de parallel tussen de schaakzetten en de muziek uitlegt. Die partij werd gespeeld in een loge van de Parijse opera tijdens de uitvoering van Rossini’s De Barbier van Sevilla, en niet Norma zoals ik ten onrechte in het vorige nummer schreef. Reif verwerkte een fragment uit de ouverture in zijn werk, dat ongeveer dertien minuten duurt. De drie delen heten achtereenvolgens Gambit, Middle Game en End Game. Duidelijk dus iemand die weet waar hij het over heeft. Er is een plaatopname door het Orchestra da Camera Romana (https://www.discogs.com/Paul-Reif-Louis-Haber-Reif-Philidors-DefenseHaber-6-Miniatures-Trio/release/7373500).  
De Amerikaanse componist Ned Rorem (1923) schreef in 1973 het werk Day Music for Violin and Piano, een stuk van 24 minuten. Een van de delen heet A Game of Chess Four Centuries Ago.
Tot slot in deze categorie de Engelse componist Adrian Cruft (1921-1987). In 1986 schreef hij Chess Pieces, een compositie voor piano en trompet. Het werk duurt een kleine elf minuten. De vijf delen heten achtereenvolgens 1. Knights, 2. Rooks (Castles), 3. Pawns, 4. Bishops, 5. Queens and Kings.
 
Juan Maria Solare
In bovenstaande jazz- en kamermuziekstukken geeft de titel de relatie met het schaken weer. In hoeverre de componisten echt iets voor het schaken voelden blijft onduidelijk. Dat ligt heel anders voor de Argentijnse componist Juan Maria Solare (1966), die zichzelf een enthousiast schaker noemt.
Solare studeerde eerst in eigen land en verhuisde begin jaren negentig naar Duitsland, waar hij verder studeerde en componeerde. Tegenwoordig is hij er werkzaam als docent. Sinds 2002 is hij verbonden aan de Musikhochschule Bremen, sinds 2007 ook aan de universiteit van Bremen. Hij houdt zich zowel bezig met de zogeheten moderne klassieke muziek als met tango en componeerde diverse werken met een schaakthema.
Zugzwang (fifteen authentic miniatures about the strategy of chess) werd opgedragen aan grootmeester Lothar Schmid. Het is geschreven voor vier instrumenten: viool (of fluit), altsaxofoon (of klarinet), bas (of cello) en piano (of synthesizer). Het werd op 29 januari en 6 februari 1999 in Keulen uitgevoerd. Duur 3’15”.
Ajedrez I y II (Schaak I en II) is gebaseerd op het gedicht Ajedres van de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges. Het zijn twee korte werken uit 1986 voor stem en piano, respectievelijk 2 en 2½ minuut lang. De werken werden voor het eerst uitgevoerd in 2001 in Düsseldorf.
In 1992 schreef Solare Ben Oni, für Flöte, Klarinette und Violoncello. Duur 4’30”. De eerste opvoering vond op 21 december 1994 plaats aan de Hochschule für Musik in Keulen.
Met zijn project The Chess Board as a Force Field (het schaakbord als krachtenveld) komt Solare misschien wel het dichtst bij de poging schaken in muziek om te zetten. In 2006 heeft hij twee schaakpartijen tot een compositie voor piano verwerkt: Averbach – Kotov, Zürich 1953 en Kramnik – Deep Fritz, derde matchpartij, Bonn 2006. Dit laatste stuk werd opgedragen aan grootmeester Helmut Pfleger en uitgevoerd tijdens het nevenprogramma van deze tweekamp. Het is via de website van Solare te beluisteren.
Op die website schrijft hij dat er verschillende bevredigende methoden zijn om een schaakpartij in muziek om te zetten. Het gaat erom het ene notatiesysteem (dat van het schaken) om te zetten in het andere, de muzikale notatie.
Er gelden drie basisregels:
1. Ieder veld van het schaakbord is verbonden met een bepaald harmonisch gegeven.
2. Ieder stuk op het bord is verbonden met een eenvoudig muzikaal motief.
3. Iedere bijzondere gebeurtenis of actie (zoals slaan, schaak en promotie tot dame) heeft zijn eigen equivalent in geluid.
Op de website www.juanmariasolare.com staat een link, waar in het Spaans een uitvoerige analyse wordt gegeven. Voor de liefhebber.

Wie na bovenstaande werken nog niet gelooft dat Solare een enthousiast schaker is, wordt daar wel van overtuigd door zijn meest recente schaakcompositie. In januari en februari 2015 schreef hij Caïssas Gedächtnis, acht tango’s over schaakaforismen voor vierstemmig koor en piano. Denk aan aforismen als ‘de pionnen zijn de ziel van het schaakspel’, ‘de wereld is een schaakbord’, enzovoort. Caïssas Gedächtnis bestaat uit acht delen van ongeveer drie minuten, de muziek is geworteld in de tango. Het is in 2015 verschillende keren in Duitsland uitgevoerd met Solare als pianist en kan via de website van Solare (www.juanmariasolare.com) worden beluisterd. (Zie ook:  https://www.youtube.com/watch?v=ABl8c21LBdc; https://www.youtube.com/watch?v=-HZSYTPPqoU; https://www.youtube.com/watch?v=gV3BhZ3yh1g).

In de volgende aflevering gaan we verder met onder andere elektronische muziek en John Cage. Daarna volgen bekende schakers die muzikant waren en bekende musici die schaakten. Reacties, aanvullingen en tips zijn welkom.

In de papieren nieuwsbrieven van december 2016 en juni 2017 zijn de eerste twee artikelen uit een serie over schaken en muziek verschenen. Deze twee artikelen zijn nu op de website van het Max Euwe centrum geplaatst. Aan de artikelen zijn links toegevoegd, zodat de lezer de genoemde muziekstukken kan beluisteren. Althans voor zover de stukken op internet zijn aangetroffen, want we hebben niet alles kunnen vinden. Kent u links naar muziekstukken die het tot nu toe zonder moeten doen, laat het dan aan de redactie weten (euwemec@xs4all.nl). Dan kunnen wij deze aan de artikelen toevoegen.