Gepubliceerd op 27 oktober 2011

Schaken en kleding: presteren en presenteren

De Europese schaakbond bereidt een kledingbeleid voor. Grootmeester Magnus Carlsen verdient geld met kledingreclame. Schoolschakers kennen hem van reclamezuilen. De Nederlandse bondscoach Vladimir Chuchelov benadrukt het belang van keurige kleding: dat geeft schaken aanzien en trekt sponsors aan. Met welke kleding presteer je optimaal?

Schaakclub Apeldoorn 1918: heren in pak.

Naast representativiteit kan kleding nog enkele functies voor schakers dienen, zoals imponeren, zelfexpressie en lekker zittende kleding, die bijdraagt aan topprestaties. Ook wordt kleding gebruikt om maatschappelijke kwesties ter discussie te stellen. Het thema ‘schaken en kleding’ krijgt recent meer aandacht. Maar veel amateurs blijven lekker in een slobbertrui spelen. En waarom niet? Is schaken niet voor velen bij uitstek een manier om lekker op je eigen manier bezig te zijn?

Een opmerking vooraf: dit verhaal gaat vooral over volwassen mannelijke schakers. Daar is nog wel eens een discussie over. Omtrent vrouwelijke schakers is kleding geen thema in de publiciteit. Dat is anders in sommige andere sporten, zoals de badmintonwereld. Daar woedt een discussie of vrouwen verplicht gesteld kan worden om rokjes te dragen tijdens wedstrijden. Als motief geldt betere presentatie, beter overkomen in de media en zo aantrekkelijker zijn voor sponsoring.

Kleding heeft allerlei functies. Historisch heeft het allereerst de functie van lichaamsbedekking. Het houdt de lichaamswarmte vast. Inuit dragen daarom meer en warmere kledingsstukken dan Amazonevolken. Het dragen van kleding is volgens een artikel op Wikipedia sinds 107.000 jaar gebruikelijk. Genetisch is vastgesteld dat de kledingluis toen is ontstaan, dus moet er zolang ook kleding gedragen zijn.

Het begrip kleding wordt hier ruim opgevat. Ook sieraden en zelfverzorging vallen er onder. Zelfverzorging heeft te maken met hygiëne. Spelers die onwelriekend ruiken kunnen daarmee hun tegenstander hinderen en ze leveren niet direct een positieve bijdrage aan een fris imago voor de sport. Hierna volgt een aantal aspecten van kleding die de schaaksport betreffen. De volgorde is ietwat willekeurig en diverse aspecten zijn vaak tegelijkertijd aan de orde.

Deelnemers aan weekeindtoernooi Arnhem 2011.

Lichaamsbedekking

Voor het beoefenen van de schaaksport is kleding strikt genomen niet noodzakelijk. Mits het warm genoeg is op de speellocatie. Voor de gemiddelde clubspeler is kleding geen thema, evenmin als hij stilstaat bij speelvoorwaarden van wisselende kwaliteit als bijvoorbeeld tafels, stoelen, licht of lucht.
Club- en toernooischakers kleden zich in de regel zoals ze normaal, of in ieder geval in hun vrije tijd, gekleed gaan.
Het hoofd communicatie van de sponsor van een Apeldoorns weekeindtoernooi bezocht een aantal jaren geleden voor het eerst van haar leven een schaaktoernooi. Ze vond het erg leuk: ‘Wat zijn ze allemaal informeel gekleed! Ik zie geen enkele stropdas. Wat een individuen, het is geen eenheidsworst.’

Persoonlijk statement Marco Beerdsen: ‘Just do it’.
Thea Hogerhorst verkoopt schaakshirts.
Albert – DGT – Vasse kondigt een jeugdtoernooi aan.
Jezelf uiten via kleding: IM Manuel Bosboom vs GM Sipke Ernst.
Een leuk hoofddeksel geeft een relaxed gevoel.
IM Alexander Kabatianski en IM Rob Hartoch: een bril draagt bij aan je presentatie.
IM Yochanan Afek presenteert een studie met een sjaal om. Dat geeft ook kleur aan het leven.

Zelfexpressie

Kleding is een beproefd middel voor ‘personal branding’: jezelf als merk laten zien. Je oogt informeel en toegankelijk, maar je bent wel geslaagd in je maatschappelijke carrière, enzovoort. Psychologen van de universiteit van Sussex noemen winkelen in dit verband zelfs een ‘zoektocht naar een betere zelf’.
De manier waarop je je kleedt draagt bij aan de expressie van normen en waarden die je voorstaat. Mensen kunnen daar een indruk uit afleiden van wat ze van je kunnen verwachten. Daarop baseren ze veelal ook de manier waarop ze met je omgaan. Mensen denken namelijk nogal eens in termen van ‘What is in it for me?’
Via kleding kun je proberen mensen te beïnvloeden. Ook omdat veel waarneming onbewust plaatsvindt, kan dat in een groot aantal situaties effect hebben.
Van zelfexpressie is niet alleen sprake als mensen in pak of mantelpakje gekleed gaan. Er zijn ook mensen die een quasi-nonchalante presentatie met bijbehorende kleding cultiveren. Soms kleden schakers zich ook afwijkend om psychische of medische redenen. Misschien heeft iemand griep en kleedt hij zich daarom iets warmer. IM Yochanan Afek herinnert zich het kampioenschap van Parijs 2003 waarin hij tegen een vriendelijke veteraan speelde, die zich gedroeg als een ware gentleman. De temperatuur steeg tot 35 a 40 graden, 15.000 Fransen stierven die zomer van de hitte, maar de man ging gekleed alsof het hartje winter was.

Tata-arbiter Kees Lute kreeg de journalistenbretels-van-verdienste.
Voor IM Rob Hartoch waren bretels erg functioneel. Samen met de toen zesjarige Feijenoord-fan Thomas Beerdsen gaf hij publieksexplicatie tijdens een weekeindtoernooi.
Clubnaam op shirt.
GM Artur Joesoepov toont dat hij in Elista is geweest.
Joesoepov is ook lid van een schaakclub kun je op zijn poloshirt lezen.
Schaaksnuisterijen.
Jezelf verkleden als schaakstuk tijdens Science Park Amsterdam 2011.
Karate versus kempo in Apeldoorn: met een hoofddeksel op ben je een schaakstuk.

Attributen

Met kleding of kledingattributen kunnen schakers hun enthousiasme voor hun sport uitdrukken. Sommigen drukken er hun bereisdheid naar verre toernooien mee uit. Hierbij geldt een waarschuwing: dit is een kwestie van interpretatie. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat schakers een t-shirt bijvoorbeeld cadeau hebben gekregen. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat je op moet passen met het trekken van conclusies op basis van enkele observaties (die beïnvloed kunnen zijn door onbewuste eigen vooroordelen). Sommige schakers dragen een schaakstropdas, maar vaker is sprake van een t-shirt.

Een enkele keer valt een schaker op door een kledingattribuut. Enkele schakers plegen onder alle omstandigheden zonnebrillen te dragen. Dat kan bedoeld zijn om de tegenstander te imponeren, waarbij persoonlijke onzekerheid vaak een achterliggend motief is.

Soms ook valt een schaker op door opvallend afwijkende kleding. Dat is een kwestie van wat je kunt noemen: zelfexpressie. De één draagt een kleurige stropdas, een ander een hanekam (al weer wat gedateerd) en een derde komt met een mooie hoed en lange jas binnenwandelen.

Af en toe is er ook sprake van trends. Er zijn waarnemers die menen dat zich onder de deelnemers aan het (winterse) Tata-toernooi een groot aantal truidragers bevindt. Hoewel het weer daar tijdens het (zomers) Open NK in Dieren aanleiding toe zou kunnen geven, is daar beperkt sprake van het dragen van korte broeken.

Burka-verbod

Gefluisterd wordt dat ruim zittende kleding gebruikt kan worden om elektronische hulpmiddelen te verstoppen. Dat zou pleiten voor een Burka-verbod tijden schaakwedstrijden. Een alternatief is een metaaldetector bij de ingang van de speelzaal.

Nico Zwirs draagt het gelukskettinkje van Nilofar.

Oorlogsvoering

Schaken is een oorlogspel. Dan kan het helpen als je tegenstander of jij zelf gelooft in magische krachten.
Jeugdspeler Nico Zwirs werd in het weekeindtoernooi van Arnhem gedeeld winnaar. Hij droeg het hele weekeind een ketting van een meisje. Een andere jeugdspeler had diezelfde ketting gedragen en het weekeindtoernooi van Utrecht gewonnen. ‘Het is als grap bedoeld, maar het kan de tegenstander mogelijk afleiden. Hetzelfde geldt voor intimiderende teksten op t-shirts. Als de tegenstander zich daar iets van aantrekt, dan doet hij dat zelf. Net zoals een tegenstander zelf in een openingsval kan trappen.’
Van een Duitse speler heeft Zwirs weleens gehoord over een speelster die met inkijk speelde, waardoor tegenstanders werden afgeleid. ‘Ik heb daar geen last van en ik speel niet zo vaak tegen vrouwen.’

Rood wint

De 17-jarige FM David Klein draagt bewust regelmatig rode kleding tijdens partijen. ‘Ik voel me er lekker in. Het is niet direct bedoeld om een tegenstander af te leiden.’ Van een IM heeft David Klein ooit gehoord dat rode kleding agressie in tegenstanders zou opwekken. ‘Als dat zo is, is dat mooi meegenomen. Ik denk dat agressieve spelers meer aanvallen en tactisch spelen. Mijn kracht ligt in tactische stellingen.’ Of die ideeën ook echt kloppen, heeft Klein nooit systematisch onderzocht. ‘Ik voel me er lekker bij als ik rode kleding draag en het is goed voor mijn zelfvertrouwen.’
Na een winstpartij wisselt Klein vaak niet van kleding. ‘Als het lekker gaat, moet je de situatie zoveel mogelijk houden zoals hij is. Behalve als het gaat stinken natuurlijk.’ Klein houdt bewust rekening met lekker zittende kleding tijdens partijen. ‘Dat draagt bij aan betere prestaties. Om me netjes te kleden heb ik wel blouses aan tijdens toernooien, maar dan is het bovenste knoopje los en de knoopjes bij mijn polsen zitten ook los.’
Onlangs won David Klein de Challenger groep van het BDO toernooi in Haarlem. Hij scoorde zijn eerste IM-norm. ‘Dat was een thuiswedstrijd en ik verbleef gewoon thuis. Ik heb toen elke dag een paar uur voor de partij gekookt. Daar word ik rustig van. Ik ben er van overtuigd dat vaste routines waar je rustig van wordt bijdragen aan optimale prestaties. Op dergelijke randvoorwaarden let ik, net zoals ik let op voldoende slaap en welke kleding ik draag.’

Een petje vergroot het zomergevoel van IM Merijn van Delft. Hij versloeg GM Thal Abergal.
Een pet kan ook je liefde voor de sport uitdrukken.

Kleine beetjes

‘Topsport is het verschil van de kleine beetjes’, zei sportpsycholoog Peter Blitz ooit. Hij bedoelt daar mee dat het leveren van topprestaties bepaald wordt door een reeks factoren en die moeten allemaal optimaal zijn.

IM Roeland Pruijssers behaalde tijdens het eerste Amsterdam Science Park toernooi zijn derde grootmeesternorm. Hij droeg de meeste dagen slippers.
Hij zegt daarover desgevraagd: ‘Slippers zitten lekker en zijn makkelijker aan te trekken dan schoenen waardoor je weer iets minder vroeg van huis hoeft om bij de zaal te komen. Alhoewel ik in Amsterdam ook mijn slippers heb aangetrokken omdat mijn schoenen helemaal doorweekt waren door de regen. Het bleef zo’n beetje het hele toernooi regenen en als je dan slippers draagt, kan de regen minder schade aanrichten.’
Pruijssers houdt rekening met zijn kleding als hij een toernooi speelt: ‘Ik neem mee waar ik me prettig in voel en wat het weer voorspelt. Ik wil geen kou lijden maar het moet ook lekker zitten. Slippers draag ik dan ook als ik zeker weet dat het warm genoeg is.’
Kledinggedrag is trendgevoelig. Volgens Max Euwe Centrum-penningmeester Albert Riemens is er zelfs sprake van een slippers-trend. Pruijssers zegt daarover: ‘Dat herken ik wel. Ik zie steeds meer jongeren met slippers.’

Ook petten lijken steeds vaker gedragen te worden in toernooizalen. IM Merijn van Delft speelde met een pet op in het wijntoernooi van camping La Rochade in het Franse Naujac-sur-mer. ‘Een petje vergroot het zomerse gevoel en bij felle zon beschermt het je hoofd. Ik let wel op wat ik aantrek met schaken, in vergelijking met normaal draag ik iets vaker een overhemd dan een t-shirt. Het hangt ook een beetje van de setting af. Iets wat er goed uitziet en bovendien lekker zit, kan denk ik wel prestatiebevorderend werken. Verder moet je er wel normaal verzorgd uit zien, vind ik.’

Arbiters tijdens Open NK Dieren. I.v.m. hygiëne kregen ze één reserve overhemd.
Het schoolschaakteam van de Prinsenakker uit Bennekom op het OSBO-kampioenschap.
Schoolschakers van de Makula Foundation in Uganda dragen altijd een uniform.
Ook buiten. (foto’s Cobie Ordelman)
Jeroen van den Berg met het team van Sopsweps ’29.

Uniforme tenues

Uniforme wedstrijdkleding komt bij schaakteams niet veel voor. Een uitzondering vormen wedstrijden tussen schoolschaakteams. Bij volwassenen is uniforme kleding een uitzondering. Het team Sopsweps ’29 speelt sinds de oprichting in 1992 in een geelzwart gestreept clubshirt. Teamlid Jeroen van den Berg meent dat het shirt bij de oprichting is ingevoerd omdat het nieuw was en leuk. ‘Niets meer en niets minder. Op die manier wordt schaken in competitieverband ineens een teamsport.’

IM Julius en WIM Rike Armas maken reclame voor hun schaakcamping La Rochade.
GM Sebastian Siebrecht draagt sponsoruitingen op zijn kleding. (foto Georgios Soleidis)
Je kan ook jezelf promoten.

Sponsoruitingen

In het voetbal is het heel gewoon dat teams een sponsornaam op hun shirt dragen. In Duitsland speelt in de Bundesliga een damesschaakteam in shirts van marketingbureau Blue Lightning.
Ook dragen individuele schakers soms kleding met een merknaam. Grootmeester Magnus Carlsen is een bekend voorbeeld als uithangbord voor het kledingmerk G-star.
De Duitse grootmeester Sebastian Siebrecht draagt sinds twee jaar regelmatig een sponsornaam op zijn kleding. Met zijn sponsor SJB Fondsmanagement (www.sjb.de) heeft hij afgesproken dat hij zelf bepaalt wanneer hij kleding met duidelijk zichtbare bedrijfsinitialen draagt. Hij draagt de kleding tijdens ronden van de Bundesliga en in speciale ronden van toernooien. Soms draagt hij de kleding bij jeugdevenementen of business seminars over strategie en schaken. Ook verschijnt hij als commentator bij bijvoorbeeld het toernooi van Dortmund in sponsorkleding. ‘Ik laat het afhangen van hoe ik me voel en wat in het belang van de sponsor is.’

GM Jan Timman met gymschoenen tijdens Open NK Dieren 2011.
GM Jan Timman met stropdas tijdens een boekpresentatie.

Timman

GM Jan Timman vindt kledingsponsoring prima. ‘Als daar een vergoeding voor de spelers tegenover staat, is daar niets op tegen.’ Zelf heeft hij in de Franse competitie enige malen met een shirt met sponsornaam gespeeld. ‘Het probleem was alleen dat het een synthetische stof was, die niet prettig zat.’
Al in 1993 bood schaakcomputerfabrikant Mephisto Short en Timman een bedrag aan als ze shirtreclame tijdens hun match wilden maken. Dat stuitte toen op onoverkomelijke bezwaren van de matchorganisatie.
Het voornemen van de Europese schaakbond om kledingvoorschriften te introduceren noemt Timman een ‘oud idee’. ‘Ik ben er niet zo’n voorstander van, maar ik zou precies moeten weten wat die voorschriften inhouden. In principe denk ik dat iedereen moet dragen wat hij zelf wil. Onlangs kritiseerde de organisator van een toernooi waar ik aan deelnam in zijn slotwoord spelers om hun kleding. Dat vond ik nogal gênant. Het lijkt mij dat het om de partijen gaat en dat spelers kleding moeten kunnen dragen waarin ze zich optimaal voelen.’ In Dieren droeg Timman tijdens het Open NK sportschoenen. ‘Dat heeft een heel praktische reden. Ik heb jicht, waar ik overigens binnenkort vanaf hoop te zijn. Op sportschoenen heb ik daar minder last van. Om die reden heb ik ook wel eens een simultaan op een soort sandalen gegeven.’
‘Het belangrijkste lijkt me dat je je als speler goed kunt opladen voor een partij’, zegt Timman. ‘Een stropdas gaat ver want kleding moet niet knellen, maar dat is ook niet meer gebruikelijk.’ Een pak is voor hem geen probleem. ‘Maar het hangt ook van de temperatuur af, als het warm is doe ik mijn jasje uit tijdens een partij. Je moet je goed voelen tijdens een partij, dat is het belangrijkste.’
Timman heeft geen uitgesproken ideeën over welke kleding optimaal zou kunnen zijn om topprestaties te leveren. ‘Het lijkt me dat dat per individu verschilt. In zijn algemeenheid denk ik dat natuurlijke stoffen als katoen prettiger zitten dan synthetische.’

Seirawan

GM Yasser Seirawan zegt dat hij zelf graag goed gekleed gaat tijdens een toernooi en dat hij zich dan prettig voelt. Hij vindt het jammer dat de temperatuur in de speelzaal soms te hoog of te laag is, waardoor hij zijn kleding moet aanpassen.
Seirawan weet dat GM Kortchnoi altijd in pak met stropdas wil spelen, terwijl de grootmeesters Larsen en Timman bijvoorbeeld nooit stropdassen dragen, behalve wanneer dat onvermijdelijk is.
Over gebruik van kleuren merkt Seirawan op dat Bessel Kok tijdens de FIDE-verkiezing in 2006 oranje gebruikte als campagnekleur. ‘Tijdens de stemming droegen veel spelers oranje shirts. Maar helaas, de spelers konden niet stemmen!’

GM Loek van Wely versus GM Jan Gustafsson, Nordhorn 2011.

Van Wely

Qua kleding moet je altijd een afweging maken tussen verschillende factoren: wat goed zit, wat er goed uitziet en wat je tegenstander kan irriteren. Dat stelt zesvoudig Nederlands kampioen grootmeester Loek van Wely.
‘Daarmee bedoel ik niet dat je uit bijgeloof een trui blijft dragen zolang je niet verliest. Dat doet een bekende grootmeester soms. Dat kan tot gevolg hebben dat die trui behoorlijk begint te stinken en dat irriteert de tegenstander. Om die reden heb ik wel eens remise tegen hem aangenomen.’
Van Wely denkt meer aan mensvriendelijker manieren van irriteren: ‘Meer in de trant van erg netjes gekleed gaan, bijvoorbeeld pak met stropdas terwijl je tegenstander anti-autoritair is en zich bedient van alternatieve kleding.’ En met een knipoog: ‘Of een stropdas dragen met allemaal dollars erop, terwijl je weet dat je tegenstander gierig is.’

Gustafsson

Voor de Duitse grootmeester Jan Gustafsson is discussie over kledingvoorschriften voor topspelers een non-issue. ‘Topschakers zijn al goed gekleed, dat is in hun eigen belang als ze invitaties voor toernooien willen krijgen.’
Gustafsson attendeert erop dat je er met kledingvoorschriften alleen niet bent. ‘Sommige schakers zijn bijgelovig, die dragen doorlopend het zelfde pak, de zelfde sokken of dezelfde schoenen.’
In psychologisch opzicht kan nette kleding in het voordeel van een schaker zijn, veronderstelt Gustafsson. ‘Als je goed gekleed bent, maak je meer indruk dan wanneer je je informeel kleedt.’
De Duitse grootmeester maakt wel een voorbehoud: ‘Ik ben geen voorstander van stropdassen, die knellen.’

IM Mark Dvoretsky tijdens een Meesterklassewedstrijd.

Dvoretsky

Over schaken en kleding bestaat nauwelijks literatuur. Voor trainers is dit in de regel ook geen aandachtspunt. Trainer IM Mark Dvoretsky zegt hierover bijvoorbeeld: ‘Ik weet niets over dit thema en ik heb er ook geen originele ideeën over.’

GM Vladimir Chuchelov heeft de jonge grootmeesters Anish Giri en Robin van Kampen geattendeerd op belang van representativiteit.
GM David Bronstein gaf een jeugdtraining in Apeldoorn: een heer met een stropdas.
GM Vladimir Chuchelov en GM Loek van Wely in Wijk aan Zee. (foto Fred Lucas)

Chuchelov

De Nederlandse bondscoach GM Vladimir Chuchelov is een groot voorstander van keurige kleding en een ‘dress code’ tijdens toptoernooien. Dat geeft schaken een professionele uitstraling. Het trekt ook sponsors aan. Bovendien draagt keurige kleding bij tot zelfrespect en een professioneel zelfbeeld van spelers en bevordert daardoor een goede focus op prestaties.

Chuchelov heeft als bondscoach topspelers als de jonge grootmeesters Daniel Stellwagen, Anish Giri en Robin van Kampen geattendeerd op het belang van nette kleding. ‘Ik verplicht niets, ik geef alleen adviezen en argumenten. Ze nemen zelf beslissingen. Het kostte eigenlijk geen moeite. Net als de meeste schakers hadden ze er niet over nagedacht dat ze ook een belangrijke representatieve functie vervullen.’
Chuchelov ziet een indirecte relatie tussen kleding en presteervermogen van schakers. ‘Ik kan me voorstellen dat je beter speelt als je door je kleding het gevoel hebt dat je klasse uitstraalt.’ Hoe die kleding er precies uit moet zien, kan Chuchelov niet precies zeggen. ‘Het kan een pak zijn, maar ook een net colbertje met keurige pantalon. Of je een stropdas verplicht moet stellen? Dat kan net iets te ver gaan. Je moet een combinatie zoeken tussen kleding die representatief is en kleding die lekker zit voor spelers.’
Chuchelov denkt daarbij aan donkere kleuren als blauw, grijs, zwart, bepaalde teinten bruin. Paarse jasjes doen het minder goed, veronderstelt hij. ‘Uiteraard moet je ook met temperatuurverschillen rekening houden. In sommige toernooien zou je met een net poloshirt kunnen spelen.’

Ook voor toeschouwers is nette kleding van topspelers, organisatoren, arbiters en teambegeleiders van belang. Het geeft hen het idee dat ze bij een belangrijk evenement aanwezig zijn.
Datzelfde geldt voor de media. De eerste indruk telt. Zeker voor journalisten die vaak slecht geïnformeerd en onvoorbereid toernooien en persconferenties bezoeken. Door keurige kleding zet je de toon bij beeldvorming. Verder zou het praktisch zijn als organisatoren journalisten van toegankelijke informatie voorzien. Ook helpt het als topschakers media goed te woord kunnen staan. Slecht geïnformeerde journalisten zorgen vaak voor een verkeerd beeld in de media. Zonder goede beeldvorming bij publiek en media heeft een sport een probleem.

Aan amateurspelers wil Chuchelov niets opdringen. ‘Ik spreek alleen over kampioenschappen en gesloten toernooien.’ Als iemand een amateurtoernooi speelt, moet hij gewoon zichzelf kunnen zijn. Maar ook daar geldt wel dat de manier waarop je je presenteert van invloed is op het imago van het schaken.’
Chuchelov hunkert wat kleding betreft terug naar voorbije jaren. ‘Kijk naar foto’s van tientallen jaren geleden. Topschakers zaten er echt als heren bij. Voor sponsors is dat belangrijk. Voor hen is goede beeldvorming van cruciaal belang.’
Het lijkt Chuchelov ook een goed idee dat teams in uniforme kleding aan toptoernooien en competities meedoen. Dat draagt volgens hem bij aan teamspirit en goede presentatie van de schaaksport.

Gebrek aan zelfverzorging is bij sommige schakers een probleem, stelt Chuchelov vast. Er zijn schakers die een minder prettige geur met zich dragen. ‘Maar dat is erg persoonlijk. Ik vind het moeilijk daar een regel voor te formuleren. Het is een kwestie van beschaving om rekening met andere mensen te houden.’
Hij trekt de kwestie breder. ‘Ook de fysieke uitstraling van spelers draagt bij aan de beeldvorming. Sinds enkele tientallen jaren is schaken ook een sport waarbij voor prestaties een goede fysieke conditie een rol speelt. Als spelers er uitgeslapen en sportief uitzien draagt dat ook bij aan positieve beeldvorming. Schaakfederaties hebben op dat punt nog veel aan inzichten te winnen.’

Dat spelers geld verdienen aan kledingreclame zoals Carlsen doet, juicht Chuchelov toe. ‘Het is een doorbraak dat een sportief ogende schaker een kledingmerk presenteert. Zo bereik je een miljoenenpubliek.’ Ook Kasparov werkte altijd flink aan zijn fysieke conditie en hij ziet er verzorgd uit. ‘Zijn presentatie is positief voor de schaaksport. Dat diverse spelers zoals wereldkampioen Anand en Giri sponsorlogo’s op hun kleding dragen, is eveneens een goede zaak. ‘Als de sport gesponsord wordt, betekent dat maatschappelijke erkenning en betere condities opdat spelers topsport kunnen bedrijven.’
Chuchelov laat zijn gedachten even de vrije loop: ‘Zou het niet mooi zijn als er een wedloop in schakerskleding komt: Carlsen in G-Star en Giri in Armani?

Over kleurenpsychologie heeft Chuchelov geen opvattingen. ‘Ik raak alleen erg geïnspireerd als mijn tegenstander een rood hoofd krijgt nadat ik een goede zet heb gedaan. Dat maakt me happy.’

Geurproductie

Het FIDE handbook (5.01.52, www.fide.com) stelt: ‘In accordance with the highest principles of sportsmanship and gentlemanly conduct, each player must observe the Laws of Chess and do his utmost not to distract or annoy his opponent.’ Een speler mag dus niet zijn tegenstander hinderen. Overmatige geurproductie zou onder dit reglement kunnen vallen.

BIS Nederlands snelschaakkampioen. Niet gehinderd door kledingconventies.
GM Zhaoqin Peng en Thomas Beerdsen: ook vrouwen en jeugdspelers krijgen te maken met kledingvoorschriften van de ECU.
GM Adrian Michalchishin was in 2011 toernooidirecteur van de EK Clup Cup in Slovenië. Tijdens een jeugdtraining in Apeldoorn droeg hij een combinatie van stropdas en spijkerbroek.
Wereldkampioen GM Viswanathan Anand is geen stropdasfan.
GM Anand in het rood tijdens simultaan van het Max Euwe Centrum.

ECU en FIDE

De Europese schaakbond ECU bereidt een kledingcode voor omtrent ECU-kampioenschappen. Die gaan vanaf 1 januari 2012 gelden voor spelers en officials. Dat heeft de algemene vergadering van de Europese Schaakbond besloten op 29 maart in het Franse Aix-les-Bains. De ECU volgt daarmee het beleid van wereldschaakbond FIDE. Voorzitter van de ECU-commissie die dit voorbereidt is oud-KNSB voorzitter Herman Hamers.

De ECU constateert dat bij WK-matches en kandidatenmatches al sprake is van een kledingcode. Het FIDE Handboek (art. 8.1) benadrukt het belang van goede persoonlijke verzorging: een schaker dient zich waardig te presenteren en correcte kleding toont respect voor het spel en (potentiële) sponsors. De tekst wijst er op dat sommige schaakfederaties slippers, mouwloze t-shirts en gehavende kleding in de ban hebben gedaan, terwijl mensen met ongekamde en vette haren een waarschuwing te wachten staat.

De ECU verwacht eind 2011 het beleid (en mogelijke sancties) vast te stellen.

In een voorstel voor kledingbeleid stelde het ECU-bestuur onder leiding van voorzitter Silvio Danailov dat spelers en officials netjes en schoon gekleed moeten zijn tijdens toernooien. Toeschouwers die niet aan fatsoenlijke kledingseisen voldoen dienen de speelzaal te verlaten. Het ECU-bestuur stelt dat de huidige situatie niet goed is voor het imago van het schaken. Als voorbeeld van een aansprekend kledingbeleid verwijst het ECU-bestuur naar de dress code van het Amber Tournament in Monaco: The dress code during the games is elegant casual: i.e. long trousers, shirt, and jacket, with or without tie (no t-shirts, no jeans, no sports shoes or sneakers). The dress code during the opening and closing ceremonies is informal: i.e. (dark) suit with tie.’

Essentieel in de dress code is, stelt het ECU-bestuur, dat spelers en officials respect tonen voor het spel, de organisatoren, de sponsors en het publiek. Een schaakkampioenschap moet de uitstraling van een professioneel evenement hebben. Het bestuur wil de regels laten gelden voor Europese kampioenschappen voor volwassenen. Voor jeugdkampioenschappen t/m 14 jaar krijgen jeugdspelers en begeleiders aanbevelingen en officials dienen zich te houden aan de ECU-dress code. Oudere jeugdspelers krijgen aangepaste kledingvoorschriften, die rekening houden met hun leeftijd. Omtrent de European Club Cup komen er aangepaste regels omdat veel teams daar in sponsortenue spelen. De nieuwe voorschriften zullen ruimte bieden voor het dragen van logo’s van sponsors.

Het bestuur verwijst naar een enquête van spelersbond Association for Chess Professionals (2009) waarin 62 procent van de respondenten het eens is met verplicht nette kleding tijdens toptoernooien. Een minderheid van 24 procent wil pak en stropdas verplicht stellen. De resterende 14 procent ziet de noodzaak van kledingvoorschriften niet in, maar zou die wel accepteren.

Hamers merkt op dat er kennelijk niet consequent op de regels van het FIDE-handbook wordt toegezien: Bij de World Chess Cup 2011 speelde Kamsky constant met een petje op. Hij stelt dat de ze voorschriften zich vooralsnog beperken tot het topsegment van de schaaktoernooien en kampioenschappen, waar de sponsors een serieuze indruk moeten krijgen van de schaakprofessionals. Aan amateurs meldt Hamers: ‘Wij kunnen nog gewoon casual gekleed blijven schaken.’

Hamers voegt daar aan toe: ‘Veel spelers vrezen de verplichte stropdas. Ik kan hen geruststellen, in geen enkele aanzet tot een dress code komt dit voor. Ik weet bijvoorbeeld dat Anand daar ook erg op tegen is. Alleen bij openingen en prijsuitreikingen wordt het dragen van een das soms gevraagd. Bij de juiste boordmaat van het overhemd hoeft dit overigens geen kwelling te zijn.’
Uiteraard moet iedereen zijn kleding kunnen aanpassen bij de heersende temperatuur, stelt Hamers.
Hij kondigt aan dat de ECU tevens een dress code voor vrouwen ontwikkelt. ‘In de ECU-commissie zit ook Olena Boytsun (Oekraïne) van de spelersbond Association for Chess Professionals.’

Hamers zegt dat het voorstel van zijn ECU-commissie over de kledingcode niets zegt over reclame-uitingen of het uitdragen van politieke boodschappen. ‘Het eerste gebeurt nu al in de top, het tweede wordt meestal niet toegestaan door de organisatie, hoewel de actie van John van der Wiel in 1982 omtrent Gulko natuurlijk sympathiek was.’

Hamers heeft kennis genomen van het interview over dit thema met Chuchelov. ‘Ik vind dat hij het goed verwoordt. Met kleding draag je inderdaad iets uit, Fischer en Kasparov speelden ook niet in vrije tijdskleding. Een professional is aan het werk en een amateur geniet van zijn vrije tijd, daar horen verschillende codes bij.’

‘Wat je aantrekt moet je zelf weten’ tijdens centrale ronde Meesterklasse in Hilversum.

KNSB

De Nederlandse schaakbond KNSB heeft niet of nauwelijks beleidsregels op papier staan. Bij top-evenementen wordt nette kleding verwacht, zegt arbiter en medewerker competitie en evenementen Koos Stolk. In het NK-reglement staat dat spelers bij de opening en sluiting van het toernooi geacht worden ‘passend gekleed’ te zijn. Hij heeft nooit problemen omtrent kleding meegemaakt. ‘Ik heb als arbiter weleens in een toernooi in Leeuwarden een speler gevraagd om bovenkleding aan te trekken en dat deed betrokkene.’

Hoe kleed je je als grootmeester tijdens Tata?

Tata

Tata Chess Tournament-directeur Jeroen van den Berg heeft in dit toernooi (voorheen Corus en Hoogovens) nog nimmer te maken gehad met ontoelaatbaar geachte kleding. ‘Tijdens mijn periode is dat nimmer aan de orde geweest. Wij hebben evenmin een kledingclausule in ons toernooi en willen dit ook niet. Overigens gaan de meeste topspelers keurig gekleed vandaag de dag, zonder dat een organisatie hieraan iets hoeft te doen.’

Zolang het niet te opvallend gebeurt, treedt de toernooidirecteur niet op tegen spelers die hun eigen sponsor op kleding presenteren. Van den Berg toont begrip voor deze spelers: ‘Ik begrijp de spelers ook wel; het is niet gemakkelijk om rond te komen tegenwoordig, dus op deze manier wat extra inkomsten genereren is slim en verstandig. Anand, Leko en Carlsen doen het al enige tijd zo. Carlsen enigszins opvallend, terwijl Leko en Anand een sponsornaam in het boordje van hun overhemd dragen. Moet kunnen, vind ik.’

Van den Berg heeft het nog niet meegemaakt dat spelers tijdens het Tata-toernooi politieke boodschappen via kleding verkondigden. ‘Ik denk dat wij als toernooicomité hiervan wel iets zouden zeggen als dat op die manier geuit zou worden. Daarvoor hebben de spelers ook andere podia.

Er is een trend tot professionalisering van de schaaksport via extra aandacht voor kleding, zoals blijkt uit het aanstaande kledingreglement van de Europese schaakbond. Van den Berg vindt dat wat overdreven: ‘Volgens mij is er een welhaast traumatische angst ontstaan dat te veel spelers in hun trainingspak of in korte broek de speelzaal betreden. Soms ziet zoiets er niet uit, dat is waar, maar aan de andere kant vind ik niet dat je spelers moet verplichten om bijvoorbeeld een pak of stropdas te dragen en de vrouwelijke schakers in mantelpak met naaldhakken te laten opdraven. Als een speler in Wijk aan Zee het werkelijk te bont maakt, spreken we hem of haar daarop aan. Maar om zoiets in een reglement te laten vastleggen gaat mij persoonlijk te ver.’

IM Merijn van Delft en GM Sune Berg Hansen tijdens een verjaardagsschaaktoernooi.

Enquête

Op een FIDE Grand Prix in 2008 vroeg de redactie van de toernooisite aan een dozijn grootmeesters wat zij vinden van een eventuele dress code. Diverse grootmeesters merkten op dat de meeste spelers zich al netjes kleden. Enkele vinden het een goede zaak om dat in regels voor te schrijven, de meeste zien er de noodzaak niet van in.

Bacrot meent dat het per toernooi aan de organisatie gelaten kan worden, Grischuk wil wel nette kleding zien, maar geen stropdassen omdat die niet lekker zitten en prestaties afremmen. Akopian vindt nette kleding belangrijk vanwege media-aandacht. Leko meent dat topschakers intelligent genoeg zijn om zelf te bedenken wat het belang van nette kleding is. Hij stelt dat het belangrijkste is dat spelers zich lekker voelen in hun kleding en dat deze hen niet belemmert bij het leveren van prestaties.

Gashimov ziet dat anders. Hij acht een dress code nodig op toernooien. GM’s zouden in pak moeten spelen. Daar wen je vanzelf aan en spelen in pak biedt de mogelijkheid de sport goed te presenteren. Mamedyarov sluit zich daarbij aan: tientallen jaren geleden speelden alle topspelers in pak, het draagt bij aan de reputatie van de sport.

Jakovenko denkt dat de meeste spelers wel begrijpen dat het belangrijk is dat zij goed gekleed gaan. Anderzijds heeft het ook zijn charme als er af en toe eens eentje excentriek gekleed gaat. Nette kleding is van belang, maar een strikje is niet nodig, zegt Eljanov. Hij stelt dat er maar een enkeling is die zich niet netjes kleedt. Daar hoef je volgens hem geen algemene regels voor uit te vaardigen.

Kasimdzhanov vindt dat je niet alles hoeft te reguleren. Dat kan vernederend zijn. Spelers geven elkaar ook een hand, zo kan je goed kleden ook een ongeschreven wet zijn.

Homo-shirt

Via kleding kan een schaker een boodschap uitdragen. Vooral t-shirts worden daarvoor benut. Veelal betreft het shirts waaruit deelname aan een eerder gehouden toernooi spreekt. Ook wordt wel een levensfilosofie uitgedragen (‘Just do it’).
Soms wordt een maatschappelijke of politieke kwestie aan de orde gesteld. Op het Brits schaakkampioenschap 2011 droeg de voorzitter van de Britse schaakbond en sponsor van het kampioenschap Connagh-Joseph de Mooi een t-shirt met de tekst ‘Some people are gay. Get over it.’ Hij had dat het hele toernooi gedragen en wilde dat ook bij de prijsuitreikingen doen.
Binnen de organisatie leverde dat commotie op, nadat arbiter Lara Barnes de voorzitter had gevraagd om andere kleding te overwegen bij de prijsuitreiking. Haar argument was dat zij het toernooi geen podium vindt voor meningen over maatschappelijke kwesties en keurige kleding passender vindt.
De Mooi had het shirt al tijdens het kampioenschap gedragen en had daar geen negatieve reacties op gekregen. Hij zag af van het uitreiken van de prijzen en legde zijn voorzitterschap neer.
Binnen twee dagen waren er 479 posts op het Britisch Chess Forum op internet. De toonzetting was hevig. Arbiter Barnes meldt zelfs voor de volledigheid dat ze ooit een lesbische relatie heeft gehad en dat er geen sprake was van een inhoudelijk oordeel over de tekst op het shirt.

GM John van der Wiel versus GM Artur Joesoepov tijdens de Olympiade 1982 in Luzern. (foto Lars Grahn)

Gulko-shirt

In 1982 droeg GM John van der Wiel tijdens de Olympiade in Luzern een t-shirt met daarop het woord ‘Gulko’.

Frits Agterdenbos berichtte in Schakend Nederland summier over de kwestie. Hij schreef: ‘Afgaand op de mening van Sosonko, dat waarschijnlijk Jusupov zou spelen, werd Van der Wiel opgesteld. Hij droeg tijdens de partij een shirt met de tekst ‘Gulko’. Overwogen aanvankelijk was het hele team met zo’n shirt te laten spelen om aan de schandelijke zaak, de weigering van de Russische autoriteiten om Boris Gulko een uitreisvisum te verschaffen, ruchtbaarheid te geven. Men oordeelde echter dat vier shirts de uitkomst van de Olympiade teveel zou kunnen beinvloeden.’
In een verslag van Sosonko in Schaakbulletin wordt het incident niet genoemd en in het toernooibulletin is de kwestie onvermeld gebleven, heeft René Olthof nagezocht.

GM John van der Wiel vertelt over de gebeurtenis dat hij de dag voordat het Nederlands team tegen de Sovjet-Unie moest spelen benaderd werd door een meneer Stein uit het Korchnoi-kamp. Van der Wiel mailt: ‘Of ik wilde meedoen met actie voeren voor Gulko, die toen al weken (meen ik) in hongerstaking was, omdat hij in de USSR geboycot/gedwarsboomd werd door overheid/geheime dienst en geen uitnodigingen meer kreeg en geen uitreisvisum (voor hem + zijn vrouw) kreeg voor Israël. Ik vond, dat ik dat moest doen. In de wedstrijd zou ik dan een lelijk grijs t-shirt dragen met in heel grote rode letters ‘Gulko’ daarop.’ Van der Wiel heeft de actie in de dagelijkse teambespreking aan de orde gesteld. De andere drie spelers Timman, Ree en Sosonko hadden elk hun eigen reden om niet aan de actie deel te nemen.
‘In ieder geval was ik dus de enige met zo’n t-shirt en ik was ook de enige die verloor, tegen Yusupov. Hm. Ik had geen last van het textiel, wel leidde het bewust zijn van de actie en bijbehorende aandacht misschien een heel klein beetje af. Dat zou echter ook voor de tegenstander kunnen gelden.’
Van der Wiel vertelt dat hij jaren later met Joesoepov over de kwestie sprak. Joesoepov toonde toen zijn ontstemming, zegt Van der Wiel. ‘Yusupov was in die tijd een van de zeer weinige sterke schakers in Moskou (ik geloof 3), die nog goede, vriendschappelijke contacten met Gulko onderhield/durfde te onderhouden. De actie vond hij daarom helemaal goed. Zijn enige bezwaar was, dat ik hem niet vooraf had ingelicht daarover. Het was dus vervelend voor hem om daar pas bij aanvang van de wedstrijd mee geconfronteerd te worden. Kan ik me voorstellen. Anderzijds, hoe had ik die informatie vooraf aan hem alleen moeten geven? Niet eens wetende, hoe hij tegenover Gulko stond.’

GM Artur Joesoepov laat per mail weten hoe hij denkt over de kwestie. Hij schrijft: ‘Ik heb mijn twijfels over het gebruik of misbruik van sportevenementen voor politieke doeleinden. We hijsen de vlag te vaak. John wilde een persoon helpen en geen politiek statement maken. De actie is waarschijnlijk niet opgevallen bij officials en ik denk niet dat de actie effect heeft gehad. Ik weet niets van eventuele reacties van Sovjet schaakautoriteiten. Voor mijzelf was het irritant omdat ik John toen nog niet goed kende en dacht dat hij door deze actie mijn concentratie probeerde te ontregelen. Ik denk dat het beter is dat je je tegenstander vooraf over zo´n actie informeert. In het algemeen zou ik er niets op tegen hebben gehad, want Gulko was ook mijn vriend. Maar als Sovjets waren we niet vrij om voor onze mening uit te komen. Ik was dus enigszins boos op hem en speelde mijn beste partij in de Olympiade. Ik denk nu dat John honderd procent eerlijke intenties heeft en dat we waar mogelijk moeten proberen onze collega´s te helpen. Wat de juiste manier is om dat te doen is een andere kwestie.´

GM Jan Timman staat de geschiedenis nog heel helder voor de geest. Hij zegt dat hij geen ‘Gulko’-shirt tijdens de match wilde dragen om een principiële reden: ‘Ik wilde geen element aan die strijd toevoegen die niets met die strijd te maken had.’

GM Boris Gulko blikt per mail op de geschiedenis terug: ‘De actie van John van der Wiel was heel belangrijk voor ons. Als je zo’n tegenstander als de KGB hebt, is het heel belangrijk dat je voelt dat mensen jou herinneren en je steunen. De KGB vermoordde en arresteerde miljoenen mensen en onze enige verdediging in onze strijd tegen de KGB was steun van verschillende mensen uit uiteenlopende landen. We hadden veel van dergelijke steunbetuigingen. Daardoor kwamen we uiteindelijk ook vrij. De actie van John van der Wiel was een uitzonderlijke actie in de schaakwereld. We hadden voornamelijk steun van joodse organisaties en mensen. Ik denk dat zulke acties als van John alleen in uitzonderlijke kwesties moeten plaatsvinden. Onze zaak was zo’n kwestie. Als ik zou moeten schaken tegen een vertegenwoordiger van een land waarin mijn collega het recht ontzegd werd op een natuurlijk menselijk recht als de mogelijkheid om te emigreren en in plaats daarvan als gijzelaar zou moeten leven, denk ik dat ik zou moeten protesteren. En dat is exact wat John deed. En, natuurlijk, in de vrije wereld kunnen mensen dragen wat ze willen.’

Joesoepov – Van der Wiel, Olympiade Luzern 1982

1.c4 Pf6 2.Pc3 e6 3.e4 d5 4.e5 Pe4 5.Pf3 Pc6 6.Le2 Le7 7.0–0 0–0 8.d4 b6 9.Le3 Pxc3 10.bxc3 dxc4 11.Lxc4 Pa5 12.Ld3 Lb7 13.Pd2 c5 14.Dg4 g6 15.Pe4 cxd4 16.cxd4 Pc6 17.Tfd1 Pb4 18.Lh6 Te8 19.Lb5 Lc6 20.Lxc6 Pxc6 21.Tab1 Dd5 22.Df4 Dd8 23.Tb3 Tc8 24.h4 Tc7 25.Tf3 Tf8 26.Lxf8 Dxf8 27.d5 exd5 28.Txd5 Pb4 29.Td1 Tc6 30.Pd6 Pxa2 31.Da4 1–0

Bronnen:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleding
http://elista2008.fide.com/54.html
www.youtube.com/watch?v=lizGr9AH9_Q (promofilmpje Jennifer Shahade)
http://blue-lightning.de/8.html (Duits Bundesliga team met sponsorshirt)
http://schaaksite.nl/page.php?id=2898 (Ophef op Brits Schaakkampioenschap 2011)
http://www.ecforum.org.uk/viewtopic.php?f=2&t=3343&sid=b0afd5f3f04ba15bde361263e8018a0a (English Chess Forum).
http://www.ecforum.org.uk/viewtopic.php?f=2&t=3343&start=360#p68827 (Lara Barnes)
www.sixwise.com/newsletters/07/03/14/clothes-psychology-what-your-clothing-tells-others-about-who-you-are-and-who-you-want-to-be.htm (populaire kledingtips)
www.faqt.nl/recent/waarom-rode-teams-wedstrijden-winnen (FAQT)
www.mannennieuws.nl/?p=2768 (over Magnus Carlsen en G-star)
www.goedgevoel.be/gg/nl/11/Psychologie/article/detail/24103/2008/01/01/Waarom-we-foute-kleding-kopen.dhtml (op zoek naar je betere zelf)
www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/02640410701736244 (effecten van rode sportshirts)
www.goeievraag.nl/vraag/vaker-winnen-tijdens-deelname-sport.21861 (stemmingsbeïnvloeding, placebo’s en selffulfilling prophecy’s)
http://fashion.blog.nl/nieuwe-advertentiecampagnes/2010/07/18/g-star-zet-schaker-in-voor-nieuwe-advertentie (Carlsen en G-star)
www.precisionintermedia.com/color.html (kleurenpsychologie en marketing)

Karel van Delft (27 oktober 2011)