Is het mogelijk binnen een periode van enkele maanden in een cyclus om het wereldkampioenschap schaken van dezelfde speler te winnen en te verliezen? Grootmeester Gata Kamsky (1974) slaagde erin. In juli 1994 won versloeg hij Anand in een tweekamp in de cyclus om de wereldtitel. Na een 4-4 eindstand won Kamsky de twee beslissende rapidpartijen. Ruim een half jaar later, in maart 1995, was dezelfde Anand met 6½-4½ te sterk voor hem in de cyclus om het wereldkampioenschap. Rara, hoe kan dat?
De oplossing van het raadsel ligt in de splitsing die de schaakwereld, althans de top, in 1993 had meegemaakt. Kasparov en Short, die een match om de wereldtitel gingen spelen, hadden zich ontevreden van de FIDE losgemaakt en de PCA (Professional Chess Association) opgericht. Vervolgens kwamen zowel de FIDE als de PCA met een eigen vergelijkbare cyclus om de wereldtitel op de proppen. Kamsky deed aan beide mee. In de cyclus van de FIDE was hij de sterkste na achtereenvolgens Van der Sterren, Anand en Salov te hebben verslagen. In de PCA cyclus versloeg hij Kramnik en Short om tenslotte tegen Anand ten onder te gaan. Daardoor liep hij de kans mis binnen korte tijd tegen zowel Kasparov (PCA) als Karpov (FIDE) een match om de wereldtitel te spelen. Nu werd het alleen Karpov. In Elista was deze met 10½-7½ de sterkste.
Die tweekamp in 1996 betekende tegelijk het voorlopige einde van een florissante schaakcarrière. Die begon in de Sovjet Unie met twee kampioenstitels bij de jeugd en vond in 1989 zijn vervolg in de Verenigde Staten. Op zestienjarige leeftijd werd hij daar nationaal kampioen. Gata Kamsky bleek een topper van het zuiverste water te zijn, maar viel nog het meest op door zijn dominante vader die hem bij iedere wedstrijd begeleidde. Vader Rustam was een ex-bokser en dat straalde hij ook uit. Zoon Gata zou en moest naar de wereldtop. Dat lukte, zoals hierboven beschreven, maar na het verlies tegen Karpov wist de zoon zich klaarblijkelijk toch aan de vader te ontworstelen. Want Kamsky stopte met schaken en ging eerst medicijnen en daarna rechten studeren. Pas in 2004 kwam hij serieus in de schaakarena terug.
Kan je na een pauze van acht jaar weer in de top van een zo competitieve sport als het schaken meespelen? Het antwoord is verrassend: ja. Dat wijst enerzijds op het geweldige talent van Kamsky en laat ook zien dat begrip van het schaakspel niet zomaar verloren gaat. Al een jaar na zijn terugkeer stond hij op de FIDE ratinglijst bij de toptwintig en in de Olympiade van 2006 speelde hij voor de Verenigde Staten alweer aan het eerste bord. In 2009 kreeg hij zelfs de wereldtitel weer in het zicht. In een match met Topalov speelde hij om het recht wereldkampioen Anand uit de dagen. De Bulgaar bleek echter te sterk.
Vorig jaar constateerde Kamsky in een interview met Perlen vom Bodensee een opmerkelijke herhaling van zetten in zijn leven. Hij werd geboren in Siberië, verhuisde naar Leningrad en vertrok vandaar naar de Verenigde Staten. In 2015 trok hij bij zijn vrouw in, de Russische Vera Nebolsina, die in Siberië woonde. In 2018 verhuisden ze naar Sint Petersburg en ten tijde van het interview, november 2019, overwogen ze sterk om verder westwaarts te trekken. Dit keer niet naar de Verenigde Staten, maar naar Duitsland.
In 2019 dook Gata Kamsky ook weer eens in Nederland op. Door bemiddeling van zijn Belgische uitgever Daniël Vanheirzeele speelde hij mee in het Hogeschool Zeeland Schaaktoernooi. In de Provinciale Zeeuwse Courant noemde toernooidirecteur Hans Groffen hem “de grootste vis die het toernooi ooit heeft binnengehengeld”. Die vis deed wat van hem verwacht werd, hij won het toernooi. (MbdW)
Under father’s wings no more
Is it possible to win and lose against one and the same player during one World Championship cycle in chess? Grandmaster Gata Kamsky (1974) succeeded in doing this. In July 1994 he beat Anand in a match during the World Championship cycle. After a 4-4 tie, Kamsky won both rapid games in the playoff. Just over six months later, in March 1995, the same Anand was too strong for him during the World Championship cycle: 6½-4½. How on earth was this possible?
The solution to this riddle lies in the breach that had taken place in the chess world – at least in the top of it, in 1993. Kasparov and Short, who were going to play a match for the world title, were dissatisfied with FIDE; they had separated themselves from it and established the PCA (Professional Chess Association). Next, both FIDE and PCA came up with their own World Championship cycles, both quite similar. Kamsky played in both of them. In the FIDE cycle, he was the strongest, beating Paul van der Sterren, Viswanathan Anand and Valery Salov in succession. In the PCA cycle he beat Vladimir Kramnik and Nigel Short, and finally went down against Anand. Because of this, he missed the chance to play two matches for the world title, against Kasparov (PCA) as well as Karpov (FIDE), within a short time span. Now he only played Karpov. In Elista, the latter proved stronger: 10½-7½.
This 1996 match marked at the same time the temporary end of Kamsky’s flourishing chess career. It started in the Soviet Union with two national youth titles, and continued in 1989 in the United States. There he became the national champion at sixteen. Gata Kamsky turned out to be a top player of the first order, but the most striking thing about him was his dominant father, who accompanied him to every event. Father Rustam was a former boxer, and exuded this in every respect. He had one goal: his son had to become a world top player. Gata succeeded in this, as we described above, but after his loss to Karpov apparently the son managed to struggle out of the grasp of his father. Kamsky stopped playing chess, and went on to study first medicine and later law. Only in 2004 he made a serious return in the chess arena.
Can you be a factor of importance again in the top ranks of such a competitive sport as chess after an eight-year break? The answer, surprisingly, is: yes. On the one hand, Kamsky’s convincing return illustrates his tremendous talent, and it also shows that chess understanding isn’t lost so easily. After one year already, he was in the top-20 of the FIDE rating list again, and in the 2006 Olympiad he reappeared on first board for the United States. In 2009, he could even set his sights on the world title again. He played a match with Veselin Topalov to earn the right to challenge World Champion Anand. However, the Bulgarian proved too strong.
Last year, in an interview with Perlen vom Bodensee, Kamsky signalled a remarkable move repetition in his life. He was born in Siberia, moved to Leningrad, and from there left for the United States. In 2015 he moved in with his wife, the Russian Vera Nebolsina, who lived in Siberia. In 2018 they moved to St Petersburg, and at the time of the interview, November 2019, they were strongly considering moving further westward – not to the United States this time, but to Germany.
In 2019, Gata Kamsky also turned up in the Netherlands again, after a long time. Through the agency of his Belgian publisher Daniël Vanheirzeele, he participated in the Hogeschool Zeeland Chess Tournament. In the local newspaper, the Provinciale Zeeuwse Courant, tournament director Hans Groffen called him ‘the biggest fish this tournament has ever landed’. The fish did what was expected from it: it won the tournament. (MbdW)