Een bijdrage van Evert-Jan Straat
De volgende uitgaven ontving het MEC van uitgeverij New in Chess:
Yuri Averbakh: Centre-Stage and Behind the Scenes. The Personal Memoir of a Soviet Chess Legend.
New in Chess, 2011. 268 pagina’s. € 28.90
Na de Tweede Wereldoorlog kwam in de Sovjet-Unie een generatie naar voren die zo’n kwart eeuw de schaakwereld zou beheersen. Averbach, geboren in 1922, behoorde slechts enkele jaren tot de absolute wereldtop maar door zijn vele functies, zoals trainer, journalist, president van de Sovjet schaakfederatie en hoofdredacteur van twee belangrijke tijdschriften, was hij goed geïnformeerd over wat zich in de top van het Sovjetschaak afspeelde. Eind jaren ’40 stond Averbach voor de moeilijke afweging of hij zou blijven werken aan het instituut, waaraan hij verbonden was of zich geheel aan het schaken zou wijden. Schaakmeesters en zijn ouders adviseerden hem zijn maatschappelijke carrière te laten prevaleren maar de medewerkers van het instituut leek het interessanter schaakprofessional te worden. Averbach koos voor het laatste wat hem in staat stelde vele reizen naar het buitenland te maken. Hoogtepunten in zijn schaakcarrière waren zijn deelname aan het Kandidatentoernooi in Zürich 1953 en het behalen van de landstitel in 1954 voor Kortchnoi, Taimanov en Petrosjan. Schaken was tijdens de Koude Oorlog een staatszaak en niets werd aan het toeval overgelaten om er voor te zorgen dat een Sovjetspeler de overwinning zou behalen. Bij de beschrijving van de intriges tijdens het Kandidatentoernooi in Boedapest 1950 en Curaçao 1962 is Averbach niet altijd volledig maar dankzij noten van vertaler Steve Giddins krijgt de lezer aanvullende informatie. Averbach is een man met vele contacten en dat stelt hem in staat verhalen te vertellen over ‘de oude garde’, spelers als Rabinovich en Romanovsky, die nog aan het beroemde toernooi in Moskou 1925 hebben deelgenomen. Alle wereldkampioenen, van Botwinnik tot Kasparov, komen ter sprake maar ook spelers, die in het Westen minder bekend zijn. Dat maakt deze memoires afwisselend en buitengewoon boeiend. Ongetwijfeld had Averbach nog veel meer kunnen vertellen maar ook nu krijgt de lezer een goed tijdsbeeld van het rijke maar harde schaakleven in de Sovjet-Unie.
New in Chess Yearbook 100.
New in Chess, 2011. 303 pagina’s. € 26.95
Ter gelegenheid van deze mijlpaal zijn naast de vaste rubrieken een aantal extra’s toegevoegd. Garry Kasparov opent met een speciale bijdrage over de Zaitsev-variant van het Spaans. Aan een aantal vaste medewerkers worden enkele vragen gesteld zoals: ‘Welke rol heeft het Jaarboek in uw leven gespeeld?’ Recensent Glenn Flear heeft een top-20 van interessante openingsboeken samengesteld. Zijn top-3 luidt: 1. Avrukh: Grandmaster Repertoire Vol. 1. 2. Sakaev: An Expert’s Guide to the 7.Lc4 Grünfeld. 3. Moskalenko: The Flexible French. Er is een prijsvraag uitgeschreven met een hoog NIC Yearbook gehalte. Wie deze vragen wil beantwoorden, zal alle jaarboeken tot zijn beschikking moeten hebben. Tenslotte heeft René Olthof zich beziggehouden met nieuwtjes en hij verklaart 64.Kd5! tot het ultieme nieuwtje van alle tijden! Veel lof verdient supervisor René Olthof, die met zijn tomeloze inzet de medewerkers van het jaarboek steeds weer weet te enthousiasmeren.
Andrey Obodchuk: The Four Knights Game.
New in Chess, 2011. 238 pagina’s. € 19.95
Sommige openingen leiden decennialang een sluimerend bestaan. Rond 1910 werd in het Vierpaardenspel, 1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3 Pf6 4. Lb5 door Rubinstein met succes de zet 4…Pd4 geïntroduceerd. Door deze vondst raakte het Vierpaardenspel uit de gratie en het duurde tot begin jaren ’90 voordat deze opening weer in de belangstelling kwam. De auteur zet in dit degelijke werk de huidige stand van zaken uiteen en concludeert dat er nog heel wat te onderzoeken valt, als beide partijen bereid zijn zich op de scherpe varianten in te laten. Over het befaamde Belgradogambiet (1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 Pf6 4.d4 exd4 5.Pd5) toont Obudchuk zich minder enthousiast. De zwartspeler kan zich op onoverzichtelijke varianten inlaten (5…Pxe4!?) maar ook rustiger voortzettingen leiden tot bevredigend spel. Op grootmeesterniveau wordt deze variant vrijwel niet meer gespeeld.
Van uitgeverij Tirion ontvingen wij:
Hans Böhm & Yochanan Afek: Wij presenteren… DE TOREN.
De Fontein/ Tirion, 2011. 143 pagina’s. € 17.95
In het tweede deel van deze serie staat de toren centraal. Zoals de pion de ziel van het spel is, zo zijn de torens de belangrijkste steunpilaren. Het boek begint met een korte uiteenzetting over de ontstaansgeschiedenis van het schaakspel en van de toren in het bijzonder. Vervolgens worden zestig verschillende thema’s behandeld van ‘mat achter de paaltjes’ tot ‘de lachende toren’. Per thema worden vier voorbeelden gegeven, die komen uit de toernooipraktijk of uit de wereld van de studies. De opgaven variëren van kort maar krachtig tot behoorlijk ingewikkeld. Een leuk boek om met de feestdagen cadeau te geven.
R. Brunia & C. van Wijgerden: Lekker schaken. Stap 1 tot en met 5.
De Fontein/Tirion, 2011. € 9.95 per deel.
Deze methode leert – niet alleen – de jeugd volgens een uitgekiende opbouw de basisprincipes van het schaakspel. Wie deze vijf stappen heeft doorgenomen, wordt aangeraden veel te gaan spelen om de verworven kennis in praktijk te brengen. Van harte aanbevolen!
Albert Loon & Dr. Max Euwe: Oom Jan leert zijn neefje schaken.
De Fontein/ Tirion, 2011. 131 pagina’s. € 9.95
Oom Jan is 75 jaar geworden en is voor de dertigste keer herdrukt.
Uit Duitsland kregen we:
Dagobert Kohlmeyer & Jerzy Konikowski: Von Schachgiganten lernen.
Joachim Beyer Verlag, 2011. 251 pagina’s. € 24.80
Voor deze uitgave hebben de auteurs van tien topspelers namelijk Anand, Kramnik, Topalov, Carlsen, Aronian, Polgar, Ivanchuk, Shirov, Leko en Ponomariov tien partijen geselecteerd, die met een overzicht van hun schaakcarrière worden ingeleid. Interessant zijn de korte portretten van Yusupov, waarin hij hun sterke kanten opnoemt en een enkel punt dat zij misschien zouden kunnen verbeteren. De meeste partijen zijn spektakelstukken, die een groot publiek zullen aanspreken. Opmerkelijk is dat ook een aantal rapidpartijen uit het Ambertoernooi zijn opgenomen. De analyses zijn zo samengesteld dat een brede kring van clubschakers er iets van kan leren.
Een bijdrage van Rob van Haastere
Paul van der Sterren: Zwart op Wit, vertaald uit hetPe5xf7!?
New in Chess, 2011. 496 pagina’s, € 29.90
Na het voltooien van de driedelige serie “De wereld van de Schaakopening” heeft Paul van der Sterren zich gericht op zijn autobiografie als schaker. Het resultaat is een omvangrijk boek waarin hij op zeer openhartige wijze verslag doet van zijn carrière. Vaak zijn biografieën opsommingen van de mooiste partijen en prestaties van de schaker in kwestie, zo niet dit boek. Natuurlijk komen ook zijn talloze hoogtepunten aan bod maar wat dit boek uniek maakt zijn de vele verliespartijen, die niet weggemoffeld worden. Het is een verademing om ook eens de andere kant belicht te zien. Vooral de teleurstellingen zijn zeer herkenbaar voor vele schakers/sporters en maakt het boek erg toegankelijk voor alle niveaus. Het is uit het hart geschreven en laat ook alle twijfels zien die de auteur heeft gehad tijdens zijn klim naar de top. Een heerlijk boek, ieder hoofdstuk begint met een fraai citaat dat naast alle verhalen en gemoedstoestanden alleen al meer dan het lezen waard is.
Al met al geeft het boek een fascinerende kijk in de wereld van Paul van der Sterren. Prettig geschreven met veel anekdotes, partijfragmenten, humor en zelfspot. Een absolute must voor alle schaakliefhebbers.