Hans Bouwmeester (i.s.m. Paul Boersma):
Leven met het Schaakspel.
Dedoc, Zutphen 2008. 292 pagina’s. €40,00. Niet in de handel. In consignatie bij het Max Euwe Centrum.
Uitvoerig beschrijft Bouwmeester zijn levensloop, zijn maatschappelijke carrière in het onderwijs en zijn schaakloopbaan. Het geheel is rijkelijk gelardeerd met partijen tegen spelers van nogal uiteenlopend niveau: van Godfried Bomans tot Botwinnik. De meeste partijen zijn voorzien van (licht) commentaar. Bouwmeester heeft altijd geprobeerd het spel professioneel te benaderen: binnen de grenzen van aanleg en omstandigheden eruit halen wat erin zit. De omstandigheden waaronder hij moest spelen waren vaak verre van ideaal. Regelmatig viel een toernooi niet of slechts gedeeltelijk in de vakantie. Dan gaf hij ’s morgens les en zat ’s middags achter het bord. Het heeft zijn resultaten ongetwijfeld beïnvloed. Desondanks behoorde hij van 1954 tot 1967 tot de nationale top. Tot de hoogtepunten in zijn carrière behoren de Olympiades waaraan hij vanaf 1956 heeft deelgenomen. Bouwmeester kan er smakelijk over vertellen. Naast het spelen heeft Bouwmeester zich op vele terreinen rond het schaken verdienstelijk gemaakt. Zo trainde hij jonge talenten als Frits Roessel, Coen Zuidema en Jan Timman. Zijn trainingsactiviteiten leidden er toe dat hij in 1970 werd aangesteld tot parttime bondstrainer. Het trainen van jongeren en het opleiden van schaakinstructeurs gaf hem voldoening. Het begeleiden als captain van de Olympiadeploeg was minder geslaagd. Zowel in Siegen 1970 als in Skopje 1972 ontstond er grote onenigheid met een aantal spelers. Dat was waarschijnlijk terug te voeren op een verschil in levensstijl. In 1976 hield Bouwmeester het bondscoachschap voor gezien. In de jaren ’60 was Bouwmeester een succesvol auteur van de Prisma schaakboeken, die hij in samenwerking met Bert Kieboom of anderen schreef. Van deze pockets zijn er tienduizenden verkocht en hij heeft er een hele generatie aan het schaken mee gekregen. Toen hij zijn activiteiten als bordspeler had verminderd, ging Bouwmeester zich toeleggen op het correspondentieschaak. In deze discipline behaalde hij successen die hij achter het bord niet had bereikt: het kampioenschap van Nederland en de grootmeestertitel. Nog altijd is Bouwmeester actief in de schaakwereld. Regelmatig geeft hij lezingen over het spel dat in zijn leven zo’n belangrijke rol heeft gespeeld. Deze uitgave geeft de zeer persoonlijke visie van een insider over de ontwikkeling van het schaken in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Daarover is niet zoveel gepubliceerd en we mogen hem dankbaar zijn dat hij de moeite heeft genomen deze zware klus te volbrengen. Verwonderlijk is dat niet, want aan werklust heeft het Hans Bouwmeester nooit ontbroken!