De Duitse Erste Bundesliga schaken is professioneler opgezet dan de KNSB Meesterklasse competitie. In de hoogste Duitse divisie is er live verslag van alle partijen op internet. Er zijn duidelijke regels over opstellingen en de speelaccommodaties zijn professioneel. In Nederland mag je een koek-en-zopie bar in de speelzaal van een Meesterklassewedstrijd zetten. Of zes uur in een zaal spelen waar je wegens zuurstofgebrek hoofdpijn krijgt. Of een lamme rug krijgen wegens doorzakkend plastic campingmeubilair.
Schaken is in Nederland ‘een meesterlijke sport’ volgens de KNSB. Is dat zo? Waar blijkt dat uit? De schaakbond wil het schaken populariseren. Een paar clubs en stichtingen noemen zich zelfs ‘Schaakstad’. Aan ambities is kennelijk geen gebrek. Worden die ambities ook waargemaakt? Hoe professioneel is de KNSB-competitie? Hoe professioneel zijn de clubs die op het hoogste competitieniveau acteren? Of hoef je misschien helemaal niet professioneel te zijn om in Nederland op het hoogste niveau de schaaksport te beoefenen?
KNSB-bestuurslid topschaak
Jan Stomphorst is KNSB-bestuurslid topschaak, evenementen en competitie. Tevens is hij teamleider van landskampioen HSG uit Hilversum. Hij kent de Duitse Bundesliga van wat hij er over gelezen heeft. Bij wedstrijden is hij nooit geweest. Ook heeft hij nooit met de Duitse bond ervaringen of ideeën uitgewisseld over de hoogste nationale competities. In de Duitse competitie geldt een vaste opstelling, althans een vaste volgorde waarin de spelers worden opgesteld. Valt er een speler uit, dan schuift het hele team een bord op. Er zijn onder de Nederlandse spelers uiteenlopende standpunten over die Duitse regel, zegt Stomphorst. ‘Bij HSG zijn de meeste spelers er tegen omdat het dan te makkelijk voor tegenstanders wordt op zich op hen voor te bereiden. Een ander aspect is de kleurverdeling als spelers gedwongen in een bepaalde volgorde moeten doorschuiven als een speler uitvalt.’
Zonder zo’n regel zijn teams vrij om een tactische opstelling te maken. ‘Voerendaal stelde de sterkste spelers op de laatste vijf borden op tegen HSG. De vraag is of je dat wil. Het is natuurlijk ook schofferend als je een 2000-speler tegen Giri opstelt.’
Het thema keert regelmatig terug in discussies, maar van de KNSB zijn vooralsnog geen voorstellen te verwachten over andere regels over de bordvolgorde, zegt Stomphorst.
Speelomstandigheden
Jan Stomphorst wijst er op dat in 2009 tijdens het NK in Haaksbergen de verlichting is aangepast omdat die onder de maat was. Verder kent hij nauwelijks voorbeelden waarin arbiters een wedstrijd niet lieten doorgaan omdat speelomstandigheden onder de maat waren. Dat kan ook moeilijk als er geen maat is.
De kwestie van de speelomstandigheden speelt ook niet in gesprekken in het KNSB-bestuur, zegt Stomphorst. ‘We hebben er begrip voor dat veel clubs in financiële problemen verkeren en zich daarom zich geen goede speelomstandigheden kunnen veroorloven.’
Een enkele keer zegt een arbiter iets over speelomstandigheden, maar sancties zijn er niet. Wedstrijden worden ook nooit afgelast. ‘Het enige wat ik me kan herinneren was een wedstrijd van HSG 25 jaar geleden tegen een Amsterdamse club, maar daar stond een fanfare voor de deur.’
De landskampioen ontvangt gasten in een zaal van een verzorgingshuis waar doorlopend rumoer van de bewoners in doorklinkt. De club heeft dit seizoen een spelersbudget van 60.000 euro, maar moet naar eigen zeggen bezuinigen op accommodatiekosten.
PR-overwegingen
Uit PR-overwegingen zou ik zeggen dat je juist toonbaar voor de dag moet komen als je media en publiek wilt trekken en je sport een ‘meesterlijke’ (het motto van de KNSB) uitstraling wilt geven. Dan gaan de kosten toch voor de baten uit.
Het KNSB-bestuur bestuur denkt daar kennelijk anders over. Het zou ook kunnen zijn dat het bestuur er helemaal niet over nadenkt.
Stomphorst zegt dat hij bereid is zich te verdiepen in de kwestie van speelomstandigheden en of dat nu belangrijk is voor het spelniveau en de uitstraling van de sport. ‘Maar we krijgen er nooit klachten over.’
Dat kan uiteraard zo zijn. Wellicht is iedereen gewend aan de huidige omstandigheden dat het bij niemand op komt om na te denken over hoe het anders zou kunnen. Een vis weet ook niet dat hij in het water zwemt.
Stomphorst wil Voerendaal een compliment maken over de speelomstandigheden. Daar ga je via een gang van de speelruimte naar het bar- en analysegedeelte en dat voorkomt geluidsoverlast.
Volgens Stomphorst hebben de speelomstandigheden overigens niets te maken met de populariteit van de schaaksport.
Nadat clubs en spelers jaren hebben geklaagd over het samenvallen van ronden van de KNSB en de Duitse Bundesliga, schijnt daar eindelijk een oplossing voor te zijn gevonden. Die bestaat uit goed overleg sinds juni 2010. Dat is iets wat spelers en clubs al eerder hebben gesuggereerd.
Campingstoelen
In de Bundesliga hebben spelers een eigen tafel die los staat van andere tafels. Er is ruimte genoeg. In Nederland is dat wel eens anders. Homburg Apeldoorn speelt dit seizoen bijvoorbeeld de thuiswedstrijden met drie teams in een kerkgebouw. Als teamleider van deze vereniging heeft het me enige moeite gekost het bestuur te overtuigen van het belang van goede stoelen. Het werd normaal gevonden dat spelers tot zes uur lang op plastic campingstoelen speelden. Door betere stoelen uit een vijf meter verderop gesitueerde ruimte te halen heeft in ieder geval het eerste team fatsoenlijke zitsels. Overigens was naast het bestuur ook geen enkele speler op het idee gekomen om de stoelen voor een middag van ruimte te verwisselen.
Bij een KNSB-wedstrijd kwam een teamleider van een tegenstander bij mij klagen dat drie van zijn spelers hoofdpijn kregen vanwege de bedompte ruimte. Ik heb de man verwezen naar de arbiter en het bestuur. Het bestuur is echter niet altijd aanwezig omdat je op zaterdagmiddag ook wel eens druk bent met andere zaken en boodschappen doen. Ik heb de man de troostende woorden toegevoegd dat de speelomstandigheden in ieder geval voor beide teams gelijk zijn. Wat wellicht onzin is, want de Homburg-spelers zijn die omstandigheden gewend, terwijl de bezoekende club mogelijk gewend is aan een betere accommodatie.
Meesterlijke sport
Een topsportvraag is ook of het gewenst is, zoals in Apeldoorn en bij meer clubs, om de bar in de speelzaal te hebben. Bij mij dringen zich vergelijkingen op met een koek-en-zopie kraampje bij de cornervlag in een voetbalstadion.
Omtrent speelomstandigheden is er in de KNSB-competitie niets geregeld, zegt Stomphorst. Hij verwacht ook niet dat dat gauw gaat gebeuren. Geluid, meubilair, zuurstof, temperatuur, het zal kennelijk wel. Met een beetje mazzel krijgen in Nederland spelers en arbiter een consumptiebon voor een bak koffie aangeboden door de gastheren. Kom daar in Duitsland eens om: daar wordt de hoogste schaakdivisie geleid door een aparte organisatie die zelfs gratis eten en drinken voor de spelers en arbiters voorschrijft.
Duitsland
In Duitsland zijn alle partijen live op internet te volgen via www.schachbundesliga.de en bundesliga.liveschach.net.
In Nederland is het niet eens verplicht om partijen te publiceren. Waarom zou je ook? Het publiek vindt het vast al mooi om te horen of het 1-0 of omgekeerd is geworden. In Duitsland is de Erste Bundesliga ondergebracht in een aparte organisatie (EV). In het bestuur hebben drie bestuursleden namens de Duitse schaakbond en drie namens de verenigingen zitting, vertelt Christian Zickelbein. Hij is voorzitter van HSK Hamburg. Deze club telt zo’n 460 leden, bezit een eigen clubgebouw en speelt in de Erste Bundesliga. Tevens was Zickelbein de eerste president van de EV, waarvan hij inmiddels ere-president is.
Voordeel van een aparte organisatie is dat deze slagvaardiger kan opereren, zegt Zickelbein. Zonder slag of stoot is dat niet gegaan. ‘Je ontmoet altijd conservatieve tegenstand bij veranderingen. Dat was al in de zestiger jaren toen we een aparte landelijke jeugdorganisatie wilden oprichten. Die is er na twee jaar gekomen en functioneert nu uitstekend.’ De huidige opzet van de Erste Bundesliga dateert van 2007. De zestien clubs in de Erste Bundesliga zijn onder meer verplicht om de gespeelde partijen live via internet uit te zenden. Niet ieder bestuur is daar blij mee omdat het werk met zich meebrengt, vertelt Zickelbein. Ook zijn sommige clubs bang dat er geen publiek meer komt als alle partijen thuis via internet te volgen zijn. Zickelbein verwijst naar Erste Bundesliga club Eppingen. ‘Daar staan tijdens wedstrijden computers waar op alle partijen te volgen zijn. Ook is er publiekscommentaar. Dat trekt wel 300 bezoekers.’
De Erste Bundesliga telt vijftien ronden die in zeven weekeinden gespeeld worden. Komend seizoen worden de eerste drie ronden gezamenlijk gespeeld in Mülheim. ‘Daar willen we allerlei activiteiten omheen organiseren. Zo proberen we steeds nieuwe initiatieven te nemen om de sport verder te professionaliseren en te promoten.’
Kans op sponsoring
In het Duitse topschaak gaat meer geld om dan in Nederland. De competitie is één van de sterkste ter wereld. De jaarlijkse bijdrage aan de gezamenlijke EV is per club 600 euro en de gezamenlijke site wordt gesponsord door een bedrijf dat voor meer dan honderd voetbalclubs sites bouwt. De clubs hebben kosten aan reizen, hotelovernachtingen, organisatie van thuiswedstrijden en vooral aan spelersvergoedingen. HSK Hamburg is met een begroting van 30 mille goedkoop uit. Enkele verenigingen als Baden-Baden komen rond de 200.000 euro uit. De meeste Duitse clubs hebben sponsors. Het lijkt dat professioneler functioneren meer kans op sponsoring oplevert.
De nieuwe ontwikkelingen hebben de verenigingen vooralsnog geen massale toestroom van leden opgeleverd, constateert Zickelbein. ‘Maar we zijn pas enkele jaren bezig. Het valt niet mee om de organisatie professioneler te maken.’
GM Stellwagen
Grootmeester Daniel Stellwagen komt uit voor HSG. Hij speelt ook in de Bundesliga. De speelomstandigheden zijn daar beter, zegt hij. ‘Maar ik vind ze in Nederland meestal wel acceptabel.’
Het belangrijkste is dat er genoeg ruimte rond je bord is, vindt Stellwagen. ‘In Nederland erger ik me niet aan wat mindere speelomstandigheden. In België heb ik een keer in een verlaten schoolgebouw gespeeld waar ik mijn jas aan moest houden vanwege de kou.’
Als hij cijfers uit zou moeten delen zou Stellwagen de Bundesliga een 8 geven en de Nederlandse competitie een 7,5.
GM l’Ami
‘We lopen achter bij de Bundesliga’, stelt grootmeester en HSG-speler Erwin l’Ami. ‘De competitie is daar veel professioneler georganiseerd. Je speelt met vier teams in een competitieweekeind tegen elkaar. Alles is goed geregeld. Alle partijen worden bijvoorbeeld live uitgezonden via een prima internetsite.’
Over de Nederlandse competitie hoor je l’Ami echter niet klagen. Hij is al gauw tevreden, zegt hij zelf. ‘Ik ben wel wat gewend. Ik speel over de hele wereld veel open toernooien en dan kom je regelmatig veel slechtere speelomstandigheden tegen.’
GM Siebrecht
De Duitse grootmeester Sebastian Siebrecht speelt in liefst negen verschillende nationale competities. In Nederland komt hij voor Homburg Apeldoorn uit. De verschillen in speelomstandigheden tussen Duitsland en Nederland vallen wel mee, oordeelt hij. ‘In Nederland zijn goede digitale klokken. Natuurlijk zijn de omstandigheden in de Bundesliga goed. Je hebt per bord een aparte tafel en veel ruimte. Bij iedere speler staat bijvoorbeeld een naambordje. Als er al een bar in de zaal is, is die ver verwijderd van de spelers en heb je daar geen last van. Het is er minder rumoerig in de speelzaal. Maar ik speel toch eigenlijk liever in Nederland. Het is hier allemaal veel informeler en vriendelijker en daar houd ik van.’
Tijdens wedstrijden van de Erste Bundesliga zijn er geen lagere teams. ‘Het leuke van Nederland vind ik dat we bij thuiswedstrijden in één ruimte spelen met het tweede en derde team. Dat geeft meer clubbinding en dat spreekt me aan.’
Arbiter Strik
Internationaal arbiter Aart Strik is onder andere arbiter in de Meesterklasse. De Bundesliga heeft hij nooit bezocht.
Strik stelt vast dat er in Nederland geen minimumeisen worden gesteld aan speelomstandigheden. Het licht noemt hij ‘matig’ tijdens een wedstrijd van nummer 1 in de Meesterklasse HSG en nummer 2 Homburg Apeldoorn. Hij moet het bij die constatering laten. ‘Regelmatig zijn de speelomstandigheden op het randje. Dat is vaak een financiële kwestie.’ Iedereen kan goed met de huidige situatie leven, meent Strik. ‘Ik hoor er andere arbiters ook nooit over. Maar ik heb er eerlijk gezegd ook nooit over nagedacht dat het voor het aanzien van de sport wellicht goed zou zijn als we dat gezamenlijk zouden aanpakken. Sommige gebouwen zijn echt een klankkast en dat is natuurlijk niet echt prettig om in te spelen. Daar bij moet je wel opmerken dat de ene speler veel meer last van lawaai heeft dan de andere. Het zelfde geldt voor goede ventilatie.’
Geld speelt soms een rol, maar ook zonder geld kun je speelomstandigheden verbeteren, zegt Strik. ‘Spelers kunnen zich natuurlijk fatsoenlijk gedragen en geen geluid maken als ze klaar zijn met hun eigen partij. En waarom sommige clubbestuurders de stukken al beginnen op te ruimen terwijl er nog partijen bezig zijn, begrijp ik ook niet.’
Ton de Vreede: Micky Mouse
Teamleider Ton de Vreede van Rotterdam is op een aantal punten niet tevreden over de gang van zaken in de Meesterklasse. Als verbetervoorstellen voor de KNSB- competitie noemt hij: afstemmen speeldata met Duitse en Franse schaakbond, vaste bordvolgorde, niet meer vooruit spelen en de speellocatie moet aan een aantal basisvoorwaarden voldoen. Hij constateert dat de Nederlandse competitie dit jaar samenvalt met de tweede, vierde en achtste ronde van de Duitse competitie en de vierde en negende ronde van de Franse competitie.
De Vreede bepleit dat voorafgaand aan de competitie spelers worden opgegeven op bordvolgorde en speelsterkte. Bij verhindering zou een opengevallen bord ingenomen moeten worden door een invaller of het team zou (gedeeltelijk) op moeten schuiven. Nu gebeurt het dat er een lager bord 200 tot 400 Elo punten meer heeft ten opzichte van het bord daarboven, constateert hij.
Voor vooruitspelen wil De Vreede alleen dispensatie verlenen ingeval van landenwedstrijden zoals de Olympiade, EK en het WK. Hij stelt vast dat die data lang van te voren bekend zijn zodat daar rekening mee gehouden kan worden bij het vaststellen van competitiedata.
De Vreede wil dat de speellocaties van de Meesterklasseteams door de KNSB goedgekeurd worden. Hij denkt daarbij aan een speelruimte die groot genoeg is, voldoende licht, goed speelmateriaal, goede ruime tafels en goede stoelen, geen bar in de speelruimte, geen geluidoverlast en goede bereikbaarheid van de speelzaal, in het bijzonder met het openbaar vervoer.
De Vreede concludeert dat de Meesterklasse en de hele KNSB-competitie zo langzamerhand de Mickey Mouse competitie in Europa is geworden. ‘De KNSB neemt zijn eigen competitie blijkbaar niet serieus’, zegt De Vreede. ‘Al deze punten gelden in Europa al lange tijd. Nederland is het enige land waar de folklore van wisselende bordvolgorde en vooruit spelen nog bestaat. Een wedstrijd van acht tegen acht of zeven tegen zeven, vind ik onbegrijpelijk.’
Tom Bus: wil tot verandering
Voerendaal-teamleider Tom Bus kraakt een kritische noot als hij een vergelijking maakt tussen de Erste Bundesliga en de Meesterklasse. Dit verhaal eindigt met een relaas van zijn hand:
Schaken in de Bundesliga en de Meesterklasse
Afgelopen zaterdag 26 maart heb ik voor de tweede maal een Bundesliga wedstrijd bijgewoond. Deze wedstrijd werd georganiseerd door de vereniging waar ik in Duitsland lid van ben: Mülheim. De wedstrijden beginnen vandaag om 14.00 uur. Ik geef hier een kort verslag over hoe mijn dag eruit zag.
Om 13.15 uur wandel ik met mijn gastgezin, de familie Hausrath, richting de speelzaal. De speelzaal is niet zomaar een speelzaal. Nee, het is het museum van Mülheim waar ter gelegenheid van dit Bundesliga treffen naast de Picasso’s ook een aparte tentoonstelling in het teken van het schaken staat. De entree voor de toeschouwers bedraagt €4,00. Dit is all-in en voor de gehele dag geldig.
In de entreehal staan rijen stoelen opgesteld waar vanaf 13.45 uur de menigte (ja, die is er!) wordt, toegesproken door de voorzitter van SV Mülheim, de directeur van het museum, nog een bobo en tot slot de arbiter.
Om 13.57 uur lopen we met zijn allen via de tweede zaal naar zaal drie. Deze twee zalen worden gescheiden van elkaar door een kleine tussenruimte. Om 14.00 uur zet de arbiter de klokken in werking. In de derde zaal, de speelzaal staan twintig tafels in carrévorm opgesteld. Voor elke partij is één tafel gereserveerd. Op de tafel staan naambordjes met ELO, vlaggen zodat de toeschouwers precies zien wie waar speelt. De spelers worden van de toeschouwers gescheiden door een touw.
Tussen de tweede zaal en de speelzaal bevindt zich een tussenruimte waar de hele middag een sublieme catering wordt geleverd voor de spelers. Koffie, thee, sapjes, belegde broodjes, groente, warme maaltijden… Alles is er in overvloed.
In de tweede zaal is de tentoonstelling over het schaken. De zaal is tevens ingericht als analyseruimte. Verder kunnen fotografen, redacteuren en Chessbase medewerkers gebruik maken van deze ruimte. De partijen van de Bundesliga worden immers live uitgezonden.
De entreehal is nu omgedoopt tot commentaarruimte. Een 2100+ speler houdt de hele middag de toeschouwers op de hoogte van de gang van zaken op de borden.
Ik wandel deze middag van de ene zaal naar de andere en vind tijd om van de heerlijke lentezon te genieten. Ja, nu lijkt het zelfs dat het weer ook nog beter is dan in Nederland.
Een dag later kan ik op de speciale Bundesliga website interviews horen van de spelers. Zij geven commentaar op hun partijen. Het enige wat Duitsland nog mist, is een gezamenlijke slotronde. Maar daar wordt aan gewerkt.
Samenvattend kan ik het volgende concluderen (à titre personnel): In Duitsland wil men het schaken een positief imago geven. Men doet er alles aan om dit ook waar te maken. In Nederland spreekt men over imagoverbetering. De wil om daar verandering in te brengen ontbreekt en daarom gebeurt er niets.
Karel van Delft(30 maart 2011)