Gepubliceerd op 23 juli 2020

Jeroen Piket

Piket 1994

English

Wanneer in 1978 Marcel Piket soepel jeugdkampioen tot en met 13 jaar wordt, is er een zinnetje gewijd aan zijn jongere broer: “Al een ronde voor het einde was hij vrijwel zeker van de titel, toen hij de strijd met broer Jeroen met enige moeite overleefde”. Beide broers hebben het schaaktalent niet van een vreemde. Vader Joop was deelnemer aan het NK in 1969 en wist laatstelijk nog veteranenkampioen van Nederland te worden. Komisch genoeg leerden beiden het schaken niet van hun vader, maar van hun veel te vroeg overleden moeder.

Een paar jaar later heeft Jeroen Marcel al ingehaald. Daarvoor was hij vijf jaar achter elkaar jeugdkampioen geworden! Eerst drie keer tot en met dertien jaar, toen twee keer tot en met zestien jaar en in 1984 tot en met twintig jaar, door in de laatste ronde op niet mis te verstane wijze zijn broer Marcel te verslaan. Daarna vond Jeroen het welletjes bij de jeugd en ging zich richten op het NK.

Jeroen’s eerste trainer was de toenmalige bondscoach Cor van Wijgerden. Tot zijn vijftiende had hij daar veel aan, maar Cor gaf op een gegeven moment aan dat hij Jeroen niet veel meer kon leren. Daarna werkte Jeroen samen met Genna Sosonko, Hans Ree en John van der Wiel. Maar echt beklijven kon dit niet, en later gaf Rini Kuijf aan wat het probleem was: “Kortsjnoi heeft eens gezegd dat je als schaker een opleiding moet hebben gehad waarbij de discipline van de huisanalyse je van jongs af aan wordt bijgebracht. Die opleiding missen de westerse schakers. Timman heeft het zichzelf geleerd, maar Jeroen en ook John van der Wiel nog niet.”

Op EK’s en WK’s voor de jeugd komt Jeroen heel ver, maar de hoogste trede mist hij steeds. In 1985 verwerft hij de FM-titel, een jaar later al IM en in 1989 wordt Jeroen grootmeester. Daarna concentreert hij zich op het NK, en in vijf jaar tijd wint hij vier keer. Alleen Paul van der Sterren – in diens gloriejaar 1993 – kan hem een keer de voet dwars zetten.

Dus weer hogerop, maar zoals bekend wordt dat ook steeds lastiger. In (inter)zonale toernooien en later de Knock-out-WK’s weet Jeroen niet echt potten te breken, maar in gewone toernooien lukt dat wel. Ikzelf schat zijn overwinning in Dortmund 1994 het hoogst in (met een TPR van 2804), maar zijn overwinning in het eerste sterke internettoernooi (inclusief een overwinning op Kasparov) mag zeker niet onvermeld blijven.

In de negentiger jaren is Piket secondant van Jan Timman tijdens zijn kandidaten- en WK-matches. “Het is leuk om voor Jan te werken. We liggen elkaar en het groeit gewoon. Of hij mij ooit zal bijstaan? Jan heeft wel eens in een interview gezegd: Jeroen helpt mij nu, dus help ik hem later. Maar zo ver hebben we nog nooit vooruitgekeken.” Het hoogtepunt van de samenwerking is mogelijk de negende partij tegen Short in 1993 toen het 4-4 stond. Vele uren hadden ze besteed aan een scherpe variant in de Spaanse ruilvariant met een torenoffer. Spelen of niet? De variant kwam ook op het bord, maar Short vertrouwde Timman, hapte niet toe en won uiteindelijk de partij en later de match.

In 1998 trouwt Jeroen en dat brengt veranderingen met zich mee. Zoals hij zelf eens opmerkte na een pijnlijke nederlaag: “Ach, ik ben nog steeds getrouwd!” Sowieso blijkt uit krantenverslagen dat journalisten een goede bron voor citaten hebben aan Jeroen.

Een van de citaten resoneert met Timman (en ongetwijfeld ook Paul van der Sterren): “Wanneer je een schaakspeler aan het ontbijt ziet, kun je denken: de man is rustig aan het ontbijten. In werkelijkheid is er heel wat anders aan de hand. De hele tijd, tot de partij begint, is de schaakspeler druk om zich te proberen goed te voelen…”

Leuk is het ook meningen van topspelers over Piket te lezen. Gelfand roemt zijn klassieke stijl en zeer brede openingsrepertoire. Barejev heeft een afwijkende mening: “He belonged to that small group of chess players (Luke McShane, Joel Lautier – geen slecht gezelschap overigens, lijkt me) who were inexplicably thrown into chess. Even though Jeroen possessed exceptional intellect, something that allowed him to obtain impressive results, he lacked a certain talent for chess, which did hinder him from becoming a truly elite player. I say that even while acknowledging, that, yes, he defeated Kasparov, and he did win a handful of strong tournaments.”

In 2003 verbaast Jeroen de schaakwereld door te stoppen met schaken en ‘family officer’ te worden voor Joop van Oosterom en zijn familie. Dat zal hij tot 2018 blijven doen, maar sindsdien is Jeroen weer terug in Nederland: nu als eigenaar van JP Vermogensregie.
Zelf heb ik één keer tegen Jeroen gespeeld: op het Open NK in 1981. En komisch genoeg waren er heel wat overeenkomsten met mijn partij tegen Friso Nijboer. Weer een Pirc en weer een tactisch paardgrapje dat materiaal oplevert. Jeroen vocht echter lang door, zodat ik uiteindelijk pas met vier centrumpionnen meer (en een kwaliteit minder) aan het langste eind trok… (PvV)

Jeroen Piket

When in 1978 Marcel Piket became Dutch U13 champion after a smooth performance, one short sentence in the report was devoted to his younger brother: ‘Already one round before the end, he had virtually secured the title, when he survived the struggle with his brother Jeroen with some difficulty.’ It was obvious where both brothers got their chess talent from: their father Joop had been a participant in the 1969 Dutch Championship, and only recently still managed to win the Dutch Veteran Championship. Funnily enough, both boys didn’t learn the game rules from their father, but from their mother, who passed away much too young.

A couple of years later, Jeroen had already caught up with Marcel. Before that, he became Dutch junior champion for five years in a row! First, three times in the U13 category, then twice in the U16 category, and he became the U20 champion in 1984 by beating his brother Marcel quite convincingly in the final round. After that, Jeroen had seen enough of junior championships, and started focussing on the senior championship.

Jeroen’s first trainer was the then national coach Cor van Wijgerden. Up to his fifteenth, this was very useful for him, but at a certain moment Cor indicated that there was not much he could teach Jeroen anymore. After that, Jeroen worked with Genna Sosonko, Hans Ree and John van der Wiel. But it didn’t really stick, and later Rini Kuijf indicated what the problem was: ‘Kortchnoi once said that as a chess player you need to have received an education where the discipline of home analysis is imparted to you from a young age. This is the kind of education Western chess players lack. Timman taught it to himself, but so far Jeroen hasn’t – and neither has John van der Wiel.’

At European and World Youth Championships, Jeroen came very far, but he failed to reach the highest platform every time. In 1985, he gained the FM title, one year later he already was an IM, and in 1989 Jeroen became a grandmaster. After that, he focussed on the Dutch Championship, and he won the title four times in five years. Only Paul van der Sterren – in the latter’s glory year, 1993 – managed to put a spoke in his wheel once.

And so it was time to aim for higher things again, but as is well-known it becomes more and more difficult the higher you get. In (inter-)zonal tournaments and, later on, in knock-out World Championships, Jeroen didn’t manage to make a big impression, but in ‘normal’ tournaments he did. In my opinion, Dortmund 1994 was his greatest victory (with a 2804 TPR), but his victory in the first strong Internet tournament in 2000 (including a win versus Kasparov in the final) should certainly be mentioned.

In the 1990s, Piket was Jan Timman’s second during the latter’s Candidates and World Championship matches. ‘It’s nice to work for Jan. We get along well, and it’s just growing. Whether he will help me one day? In an interview, Jan once said: Jeroen is helping me now, so I will help him later. But we haven’t looked ahead that far yet.’ The high point of their cooperation was possibly the ninth game versus Short in 1993, when the match score was 4-4. They had spent many hours on a sharp line in the Spanish Exchange Variation with a rook sacrifice. Should Jan play it or not? The variation came on the board, but Short trusted Timman’s analysis, didn’t snap at the bait, and eventually won the game and, later, the match.

In 1998, Jeroen married, and this came with a few changes. As
he once remarked after a painful loss: ‘Ah well, I’m still married!’ Other newspaper reports also show that Jeroen was a good source of quotes for journalists.

One of these quotes resonates with Timman (and doubtlessly also with Paul van der Sterren): ‘When you see a chess player at breakfast, you may be thinking: this man is quietly having his breakfast. In reality, something quite different is going on. All the time, until the start of the game, the chess player is busy trying to feel good…’

It’s also nice to read the opinions of top players on Piket. Gelfand praised his classical style and his very broad opening repertoire. Bareev had a deviating opinion: ‘He belonged to that small group of chess players (Luke McShane, Joel Lautier – by the way, not such bad company, I would say) who were inexplicably thrown into chess. Even though Jeroen possessed exceptional intellect, something that allowed him to obtain impressive results, he lacked a certain talent for chess, which did hinder him from becoming a truly elite player. I say that even while acknowledging, that, yes, he defeated Kasparov, and he did win a handful of strong tournaments.’

In 2003, Jeroen surprised the chess world by quitting chess and becoming the ‘family officer’ of chess Maecenas Joop van Oosterom and his family in Monaco. He kept doing this until 2018, but since that year Jeroen is back in the Netherlands. Today he is the owner of the company JP Vermogensregie (= wealth management).

I played Jeroen once, during the Dutch Open in 1981. Funnily enough, there were quite a few similarities with my game versus Friso Nijboer: again, a Pirc Defence, and again a tactical knight trick, gaining material. However, Jeroen kept fighting for a long time, and so eventually I drew the long end of the stick with four plus pawns in the centre (and an exchange less)… (PvV)