Gepubliceerd op 17 september 2020

Genna, de trainer

Sosonko met pionnetje

English

Nadat het Max Euwe Centrum in 1986 haar deuren had geopend, was het tijd om andere doelstellingen van de stichting te gaan realiseren. Een van die plannen was het opzetten van een schaakacademie met als doel “schaaktalent in Nederland en andere West-Europese landen gelegenheid geven door studie en training op het hoogste niveau tot verdere ontwikkeling te komen, zodanig dat zij ook beroepsmatig hun weg zullen vinden en een goede living kunnen veilig stellen”.

Ignace Hendriks werd aangesteld om dit plan uit te werken en bondscoach Cor van Wijgerden werd aangetrokken als trainer. Zij stelden syllabi samen waarmee vanaf 1988 trainingen voor clubschakers in het hele land werden gegeven. De Max Euwe Academie (MEA) was geboren!

Daarnaast kreeg de topjeugd van Nederland training via de MEA, met Cor van Wijgerden als hoofddocent en Genna Sosonko als vaste trainer. MEC-voorzitter Kees Snoep wist diverse grote en kleinere sponsoren te werven, zodat de Max Euwe Academie professioneel kon draaien. Net als bij de KNSB waren er meerdere trainingsweekenden per jaar, maar niet meer in een groepsaccommodatie met stapelbedden en corvee, zoals men gewend was in Sint Michielsgestel. De uitverkorenen sliepen in fraaie hotels, nuttigden driegangendiners en van corvee was geen sprake. De pupillen werden ‘in de watten gelegd’ om ze optimaal te begeleiden naar een hoger schaakniveau.

Vaak werd een trainingsweekend gekoppeld aan een groot internationaal toernooi (VSB, Interpolis, Hoogovens), zodat een van de deelnemers als gastdocent kon optreden. Zo hebben wereldtoppers als Timman, Anand, Short, Gelfand, Hort, Kortsjnoi, Van Wely, Tal en Nikolic trainingen voor de talenten verzorgd. Dit naast de vaste trainingen van Cor van Wijgerden en Genna Sosonko, die later opgevolgd werden door John van der Wiel en Joris Brenninkmeijer.

Veel pupillen van de MEA hebben het tot IM of GM gebracht, maar ook zijn er opvallend veel pupillen van de MEA werkzaam (geweest) als trainer, bestuurder of KNSB-medewerker: Loek van Wely, Marleen van Amerongen, Renate Limbach, Dimitri Reinderman, Jeroen Bosch, Dharma Tjiam, Anne-Marie Benschop, Harmen Jonkman, Jan van de Mortel, Jop Delemarre, Ruud Janssen, Sipke Ernst, Migchiel de Jong en Merijn van Delft.

Toen de KNSB aangaf om de subsidie voor de landelijke toptrainingen van de jeugd weer zelf te willen gaan gebruiken, viel de financiële bodem voor de MEA weg. Zodoende kwam er in 1997 een einde aan de MEA. In de MEC-Nieuwsbrief 78 (december 2011) valt te lezen: “Op 1 mei 1997 werd afscheid genomen van onze alom gewaardeerde directeur Ignace Hendriks. Door zijn vertrek zijn de cursussen voor clubschakers en de plannen voor schaken in ziekenhuizen, asielcentra en gevangenissen stil komen te liggen.” (ES)

Genna, the trainer

After the Max Euwe Centre had opened its doors in 1986, it was time for the foundation to realize its other aims. One of the plans was to set up a chess academy with the goal ‘to give chess talent in the Netherlands and other Western European countries the opportunity to develop further by study and training on the highest level, in such a way that they will also find their way professionally and secure a good living’.

Ignace Hendriks was appointed to work out this plan, and national coach Cor van Wijgerden was taken on as a trainer. They compiled several syllabi which served as a basis for trainings given to club players throughout the country from 1988 onwards. The Max Euwe Academy (MEA) was born!

Besides this, the top youth players of the Netherlands were given trainings via the MEA, with Cor van Wijgerden as the main teacher and Genna Sosonko as the regular trainer. MEC chairman Kees Snoep managed to bring in several larger and smaller sponsors, enabling the Max Euwe Academy to be run in a professional way. Just like with the national federation KNSB, there were several training weekends annually, though no longer in a group accommodation with bunk beds and chores, as had been the custom previously in the town of Sint Michielsgestel. The chosen ones slept in classy hotels, partook of three-course dinners, and were not given any chores. The pupils were ‘pampered’ so as to accompany them to a higher chess level in an optimal way.

Often, a training weekend was coupled with a large international tournament (VSB, Interpolis, Hoogovens), so that one of the participants in those events could perform as a guest teacher. For example, world top players like Jan Timman, Viswanathan Anand, Nigel Short, Boris Gelfand, Vlastimil Hort, Viktor Kortchnoi, Loek van Wely, Mikhail Tal and Predrag Nikolic gave trainings to the talents – alongside the regular trainings by Cor van Wijgerden and Genna Sosonko, who were later succeeded by John van der Wiel and Joris Brenninkmeijer.

Many MEA pupils attained the IM or GM title, but also a remarkably large number of MEA pupils are (or have been) working as a trainer, a manager or a KNSB employee: Loek van Wely, Marleen van Amerongen, Renate Limbach, Dimitri Reinderman, Jeroen Bosch, Dharma Tjiam, Anne-Marie Benschop, Harmen Jonkman, Jan van de Mortel, Jop Delemarre, Ruud Janssen, Sipke Ernst, Migchiel de Jong and Merijn van Delft.

When KNSB indicated that it wanted to use the subsidy for the national youth top trainings for its own purposes again, the financial foundation for the MEA fell away, and this caused the Academy to come to an end in 1997. The MEC Newsletter No. 78 (December 2011) reads: ‘On 1 May 1997 we had to say goodbye to our widely appreciated manager, Ignace Hendriks. Due to his departure, the courses for club players and the plans for teaching chess in hospitals, refugee centres and prisons have come to a standstill.’ (ES)