Gepubliceerd op 26 augustus 2020

Dimitri Reinderman

Reinderman Lost Boys

English

De haarkleur is deze keer nog redelijk normaal: fel paars of een onbestemd soort rood waren bij Dimitri ook te bewonderen. De tegenstander ontbreekt even (Boris Avrukh), maar de partij zal na veel bewogen avonturen door Dimitri worden gewonnen. Hoe kwam hij daar terecht?

Het geboortejaar is belangrijker voor de jeugdcarrière van een schaker dan je zou denken. Zo vertelt Speelman in zijn Best games (geen punten voor originaliteit) over de keuze van de Engelse schaakbond voor vijf talenten, onder wie hijzelf (dat gold voor training, maar ook bij toernooiselecties!). Droogjes merkt hij op: “An avowedly elitist policy which eventually yielded 5/5 grandmasters, though it presumably had a less benificial effect on the rest of our generation”.

Dimitri had de pech (nou ja, ook het geluk zich te kunnen optrekken aan een sterkere speler natuurlijk) in hetzelfde jaar geboren te worden als Loek van Wely. Dat beperkte zijn mogelijkheden in de Nederlandse jeugdtoernooien: een tweede plaats bij het NK onder achttien was het beste resultaat. In het buitenland ging het aanmerkelijk beter: bij de Europese jeugdkampioenschappen in 1990 en 1992 eindigde hij beide keren in de top, en bij het WK Jeugd in Buenos Aires (1992) behaalde hij een gedeelde derde plaats.

Dimitri’s talent was al vroeg duidelijk, al wilde hij eerst nog wel eens de kat uit de boom kijken. Dat zou snel veranderen! Toch is daar niets mis mee, want zoals bekend heb je absoluut een tegenstander nodig die fouten maakt. Ik kan het niet laten nogmaals Speelman te citeren: “Rather typical of my play, then and now. Given the choice between immediate action and constructive waiting, I will often choose the latter, particularly against an opponent in time trouble.” Tja, dat vermogen heb ik in elk geval niet…

De stappen naar de titels verlopen geleidelijk: Dimitri wordt IM in 1993, en de grootmeestertitel komt in 1998. Dan wordt het tijd verder omhoog te kijken: naar het NK en het WK. Bij zijn debuut op het NK, in 1995, wordt hij ongedeeld derde, een halfje voor zijn jeugdconcurrent Loek van Wely. Na een aantal mindere jaren wordt hij in 1999 weer derde, maar daarna verflauwt het. Tot opeens, in 2013, Dimitri samen met Wouter Spoelman de eerste plaats bereikt en daarna de snelschaakbarrage wint. Kampioen!

De zonale toernooien die naar het WK leiden laten zien dat Dimitri ook dat niveau aankan, al is de concurrentie daar inmiddels moordend. De eerste keer, Brussel 1993, komt nog te vroeg. Daarna haalt hij twee keer de play-offs: Escaldes 1998 (geplaatst en door naar het WK in Las Vegas) en Mondariz 2000 (uitgeschakeld). Las Vegas was ongetwijfeld een belevenis, maar Dimitri treft Boris Gulko in de eerste ronde. En die is een maatje te groot. Daarna richt Dimitri zich op de Europese kampioenschappen, maar echt potten breken is hem daar nooit gelukt. Nou valt dat natuurlijk ook niet mee in een veld met honderden GM’s… Dimitri voelt zich meer op zijn gemak in kleinere, gesloten toernooien en niet de grote open toernooien, waar je desnoods tegen de stelling in op winst moet spelen voor een hoge klassering.

De laatste jaren is hij heel actief als trainer en begeleider van de jeugdtop, om op die manier zijn kennis door te geven aan de volgende generaties. Daarbij blijkt steeds weer dat Dimitri een spelletjesbeest is: regelmatig duiken foto’s op waarbij de jeugd niet aan het schaken, maar met kaarten aan het spelen is… Af en toe speelt hij nog Magic-toernooien: daar was hij vroeger erg goed in en bijna tegen het professionele niveau aan. Muziek is ook een passie: van quizmaster tot hip-hop playlists voor zijn moeder.

Ten slotte mag één wapenfeit niet onvermeld blijven: Dimitri is de enige speler die het NK Fischer Random (Chess 960) drie keer gewonnen heeft. Maar is dat nu een bewijs van zijn schaak- of zijn spelletjestalent? (PvV)

Dimitri Reinderman

The colour of his hair is quite ‘ordinary’ here: we’ve also been able to admire Dimitri sporting a bright purple or a vague reddish colour. In this picture, the opponent (Boris Avrukh) is missing, but this game was won by Dimitri after many wild adventures. How did he get there?

For a chess player, the year of his birth is more important for his junior career than you might think. For example, in his Best Games book (no points for originality), Jonathan Speelman wrote about the English Chess Federation selecting five talented players, among them Speelman himself (selected for training courses but also for tournaments!), dryly adding: ‘An avowedly elitist policy which eventually yielded 5/5 grandmasters, though it presumably had a less beneficial effect on the rest of our generation.’

Dimitri was unfortunate to be born in the same year as Loek van Wely (well, he was also lucky to be able to lean on a stronger player, of course), limiting his opportunities in the Dutch junior tournaments: second place in the U18 championship was his best result. Abroad, things went significantly better: at the European Junior Championships in 1990 and 1992 he ended in the top of the list both times, and at the World Junior Championship in Buenos Aires (1992) he won the third prize.

Dimitri’s talent was obvious at an early stage, even though initially he quite often tended to wait and see which way the wind was blowing. But that would soon change! Still, there is nothing wrong with this approach – as we all know, you absolutely need an opponent who makes mistakes. I can’t help quoting Speelman once again: ‘Rather typical of my play, then and now. Given the choice between immediate action and constructive waiting, I will often choose the latter, particularly against an opponent in time trouble.’ Now that is an ability I, for one, do not possess…

His steps towards the titles were gradual: Dimitri became an IM in 1993, and the grandmaster title followed in 1998. Then it was time to look further up the ladder: to the Dutch Championship, and the World Championships. In his debut at the Dutch Championship, in 1995, he ended unshared third, half a point ahead of the big rival from his youth, Loek van Wely. After a number of less successful years, he came third again in 1999, but after that he started slackening – until, suddenly, in 2013, Dimitri made it to shared first with Wouter Spoelman, and won the blitz playoff – Champion!

In the zonal tournaments leading to the World Championship cycle, Dimitri showed that he could also handle that level, although the competition had become murderous there. The first event he took part in, Brussels 1993, was still too early. After that, he made it twice to the play-offs: Escaldes 1998 (qualified, and on to the Las Vegas World Championship) and Mondariz 2000 (eliminated). Las Vegas was without doubt quite an experience, but Dimitri got paired with Boris Gulko in the first round, who was out of his league. After that, Dimitri focussed on the European Championships, but couldn’t really make his mark there. Of course that isn’t easy to do in a field with hundreds of grandmasters… Dimitri feels more at ease in smaller, closed events than in big Opens, where sometimes you need to ignore positional considerations to aim for a higher place in the rankings.

In recent years, he has been very active as a trainer and coach for Dutch top junior players, passing on his knowledge to the next generations. Also, again and again, Dimitri shows that he is a big game fan: photos regularly appear where youngsters are not playing with the chess pieces, but with cards… Now and then, he still takes part in Magic tournaments: he used to be very good at that game, playing it on an almost professional level. Music is another one of his passions – ranging from acting as a quizmaster to making hip-hop playlists for his mother.

Finally, we cannot leave unmentioned another one of Dimitri’s achievements: he is the only player to have won the Dutch Fischer Random (Chess 960) Championship three times. But how should we regard this – is it proof of his talent for chess, or for games? (PvV)