Gepubliceerd op 21 september 2009

De rol van ouders bij het ontwikkelen van schaaktalent

Voormalig wereldkampioen dammen Ton Sijbrands vertelde me een keer het verhaal van een dammer die tweede van de Sowjet-Unie was geworden. Zijn vader sloeg hem in zijn jeugd regelmatig met een riem als hij niet hard genoeg trainde. Misschien werkt die methode ook wel voor schaaktalenten. De helft van de wereldkampioenen schaken heeft gescheiden ouders. Ondanks dit ‘voordeel’ heeft mijn zoon het niet verder geschopt dan IM. Er is kennelijk meer voor nodig om de absolute top te bereiken.

Ouders of hun plaatsvervangers spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van schaaktalent. Hoever zou GM Sipke Ernst zijn gekomen als zijn oom hem niet met de auto naar talloze jeugdtoernooien had gereden? Ook andere mensen hebben hem geholpen, maar was Daniel Stellwagen grootmeester geworden zonder de enorme inspanningen van zijn moeder Petra? Ze moest dit zien te doen met een bescheiden inkomen.

De Hongaar Laszlo Polgar stelt dat genieën ontstaan door training, niet door aangeboren talent. Hij hield zijn drie dochters van school en nodigde dagelijks de ene na de andere trainer thuis uit. Alle drie zijn het sterke schakers geworden. Judith bereikte zelfs de top tien bij de mannen en Zsuzsa werd dameswereldkampioen. Het is jammer dat vader Polgar het niet voor elkaar kreeg bij zijn vrouw om het experiment met drie Antilliaanse pleegdochters over te doen. Dan had hij in ieder geval kunnen uitsluiten dat er een genetische verklaring voor de prestaties is.

Kinderen willen van nature hun horizon verbreden. De motivatie van een kind wordt optimaal ontwikkeld als het de kans krijgt zoveel mogelijk de regie over zijn eigen ontwikkeling te hebben. Daarbij kunnen trainers het kind helpen door kennis en inzichten over te dragen en daardoor voor een sport te fascineren.

Talent kun je omschrijven als de aanleg om bepaalde eigenschappen goed te ontwikkelen tot vaardigheden. Bij schaken gaat het om onder meer om creativiteit, patroonherkenning, rekenvaardigheid en geheugen. Naast talent zijn ook motivatie, goede trainingsomstandigheden en een redelijke fysieke conditie van belang om te kunnen presteren.

Om talent goed te ontwikkelen, moet je er tijdig mee beginnen. Vanaf een jaar of vier kan een kind al interesse tonen in schaken. Je kunt spelletjes spelen met één toren en een paar pionnen en niet veel later kunnen de eerste partijtjes al gespeeld worden. Volgens viervoudig Oezbeeks kampioen IM Rashid Ziatdinov is schaken een taal en die kun je al vroeg leren. Een film als ‘Lang leve de koningin’ spreekt tot de verbeelding van kinderen. Zijn moeder Petra vertelt dat Daniel Stellwagen als beginnende schaker enorm geïnspireerd is door de aanstekelijke manier waarop Hans Böhm de schaakcursus ‘Gooi de loper uit…’ op tv presenteerde. Boeken die Böhm adviseerde werden uit de bibliotheek gehaald en door Daniel verslonden.
Grootmeester en psycholoog Nikolai Krogius spreekt in zijn boek ‘Psychologie im Schach’ over eigen onderzoek waaruit blijkt dat schakers die na hun tiende jaar begonnen met schaken, later significant meer tactische fouten maken in partijen.

Als je over talent ontwikkelen praat, heb je het gelijk over het nature (aangeboren) – nuture (opvoeding) debat. De een heeft bij zijn geboorte meer aanleg mee gekregen dan een ander. En wat is nu de invloed van nature en wat van nurture?
Psychologen als bijvoorbeeld Dolph Kohnstamm zeggen daarover dat aangeboren aanleg weliswaar een belangrijke rol speelt, maar dat er heel wat rek in het verhaal zit. Door de juiste training kun je bijvoorbeeld wel 30 procent van je intelligentiepotentieel beïnvloeden.

IM Roeland Pruijssers was vorig jaar Nederlands jeugdkampioen t/m 20 jaar en hij heeft inmiddels één GM-norm. Hij was gymnasiumleerling en is nu psychologiestudent. Slimme jongen, werkt hard. Zijn resultaten bevreemden niemand. Zijn zus Karin kreeg minder IQ mee bij haar geboorte en ze was op speciaal onderwijs aangewezen. Vader Henk trainde zijn beide kinderen vanaf hun vierde jaar. Elke dag werd er een kwartiertje geschaakt. Karin is nu volwassen en heeft nog steeds heel veel schik in schaken. In de interne competitie van Schaakstad Apeldoorn heeft ze remises gespeeld tegen 1800-spelers.
Karin heeft zelfs tweemaal de Nederlandse titel snelschaken voor meisjes in haar leeftijdscategorie behaald. Geregeld trainen en plezier in het spelletje leidt bij haar tot prestaties, zelfvertrouwen en meer sociale contacten. Met dank aan haar vader.

Hét recept voor talentontwikkeling en de rol van ouders bestaat niet. Kinderen verschillen qua aanleg en motivatie. Ook hebben niet ieder kind en ouder dezelfde ambities en mogelijkheden. Om talent optimaal te ontwikkelen is het nodig om een doordachte trainingsaanpak te kiezen. Trainers en andere schakers kunnen daar allerlei praktische tips voor geven.
Maar let op! Ouders kunnen het ook goed verzieken voor hun kinderen door zich al te nadrukkelijk met hun schaakopvoeding te bemoeien. Er zijn ouders die zich bij jeugdtoernooien doorlopend pal naast het bord van hun kroost posteren en zich veelvuldig opdringen bij analyses. Dat kan tegengestelde effecten oproepen. Er zijn voorbeelden te over van jeugdtalenten die vroeger goed presteerden op jeugd-NK’s maar later het schaken de rug toekeerden.

Over dit onderwerp staat meer informatie in het boek ‘Schaaktalent ontwikkelen’. Auteurs zijn IM Merijn van Delft en Karel van Delft. Een preview van het boek staat op www.kvdc.nl

Karel van Delft (21 september 2009)