Dr. Harold van der Heijden (49) brengt in eigen beheer medio 2010 de vierde versie van de ‘Endgame study database’ uit. Deze grootste eindspelstudiedatabase ter wereld bevat circa 75.000 studies van zo’n 5.000 componisten uit tientallen landen. De database kent een pgn-format en is daarmee door ieder gangbaar schaakcomputerprogramma te lezen.
Oplossing: 1. Kg7 h4 2. Kf6, Kb6 3. Ke5 h3, 4. Kd6 remise.
Oplossing: 1. c7 Td6+ 2. Kb5 Td5+ 3. Kb4 Td4+ 4. Kb3 Td3+ 5. Kc2 Td4 6. c8T Ta4 7. Kb3 wint.
Een eindspelstudie is een gecomponeerde schaakstelling met een unieke, vaak verrassende oplossing. Het is vaak een pareltje dat schitterende en onverwachte wendingen omvat. Daarbij heeft ieder stuk en pion een functie. Voorwaarde is dat de stelling in een gewone partij moet kunnen voorkomen. Wit begint en wint of maakt remise. Bij schaakproblemen luidt de opdracht altijd: mat-in-zoveel.
Het is een select gezelschap dat genoegen beleeft aan eindspelstudies. Ongeveer één procent van de schakers houdt zich er mee bezig. Nog kleiner is het aantal mensen dat eindspelstudies componeert.
Deventenaar Harold van der Heijden is een van de circa tien Nederlandse eindspelstudiecomponisten. ‘Ik ben een verzamelaar en eindspelstudies zijn prachtig, ze bevatten vaak onverwachte wendingen’, zegt Van der Heijden over zijn passie. ‘Gewoon schaken kun je vergelijken met de winterschilder en een eindspelstudiecomponist met een kunstschilder.’
Vanaf zijn zeventiende verzamelde Van der Heijden studies in een kaartenbak. Hij raakte onder meer geïnspireerd door het boek ‘Schaakkuriosa’ van Tim Krabbé (1974). Vanaf 1988 bood het programma Chessbase de mogelijkheid grote hoeveelheden studies in een database op de computer op te slaan. Van der Heijden is samensteller van de eerste en grootste eindspelstudiedatabase ter wereld. De eerste versie kwam uit in 1991.
Van der Heijden verzamelt niet alleen eindspelstudies, hij is componist van eindspelstudies, internationaal arbiter, sectiedirecteur Permanent Commission for Chess Composition van de wereldschaakbond FIDE, organisator van eindspelstudiewedstrijden, bestuurslid van de Nederlands-Vlaamse eindspelstudievereniging ARVES en verzamelaar van eindspelstudieboeken. Zo’n duizend boeken heeft hij op de planken staan.
Als sectiedirecteur en jurylid van de PCCC maakt Van der Heijden deel uit van de FIDE-jury die elke drie jaar de beste schaakproblemen en eindspelstudies verzamelt in een album. Op basis van deze selectie kunnen eindspelstudiecomponisten punten verdienen die leiden tot de titels IM en GM. Ook is Van der Heijden hoofdredacteur van het Engelstalige internationale eindspelstudietijdschrift EG. Dit blad komt elk kwartaal uit. De oplage is 250 exemplaren. Abonnees zijn in alle werelddelen te vinden. Rijk wordt hij daar niet van. ‘Ik verdien er niets mee, ik betaal zelfs mijn eigen abonnement.’
Van de Heijden heeft twee schaakboekjes geschreven. In 1966 ‘Pawn Promotion’ over minorpromoties in eindspelstudies en recent samen met Harrie Grondijs een facsimile van een manuscript van Jan Fischer. Grondijs had een boek geschreven over deze Nederlandse studiecomponist, maar meende dat het verloren was gegaan. Van der Heijden had echter een exemplaar in zijn archief. Samen met Grondijs heeft hij het van commentaar voorzien en in kleine oplage uitgegeven.
Gemiddeld is Van der Heijden drie tot vier uur per dag met eindspelstudies bezig. Voor de gezelligheid staat zijn bureau met computer in de huiskamer. Dat is een beproefde manier om een beetje binding met het gezinsleven te houden. Hij schat dat er jaarlijks een kleine duizend nieuwe eindspelstudies worden gepubliceerd. Van der Heijden schat dat er tussen de 90.000 en 100.000 studies gecomponeerd moeten zijn.
Eerder in de geschiedenis zijn er al, onder andere door Arabieren, stellingen gemaakt die als eindspelstudies kunnen worden beschouwd.
Ook in de zestiende eeuw werden er studies gemaakt door mensen als Damiano of Lucena, maar vaak bevatten deze stellingen overbodige stukken.
De echte geschiedenis van de eindspelstudie begint volgens de kenners in 1851 met de uitgave van het boek ‘Chess Studies’ door Josef Kling en Bernhard Horwitz.
De naam van de eindspelstudievereniging ARVES luidt voluit Alexander Rueb Vereniging voor SchaakEindspelStudie. De Nederlander Rueb was in 1924 de eerste president van de wereldschaakbond FIDE. Rueb schreef tussen 1949 en 1955 een tiendelig handboek ‘Het is nog steeds ongeëvenaard’, zegt Van der Heijden. ‘Maar het is ook een illusie om te denken dat je alle mogelijke thema’s definitief kunt vastleggen. Als je die motieven verbindt, krijg je weer nieuwe thema’s.’
ARVES heeft zo’n honderd leden, vooral Nederlanders en een paar Vlamingen. De vereniging is opgericht in 1988. Dat is relatief laat en verwonderlijk, omdat de grote bloeiperiode van de eindspelstudie in Nederland eigenlijk in de jaren dertig van de vorige eeuw lag. Ook in veel andere landen had elk zichzelf respecterend dagblad toen een schaakrubriek, waarin veel aandacht voor eindspelstudies bestond. Componist Cor de Feijter heeft bijvoorbeeld van 1930 tot 1980 een halve eeuw een eindspelstudierubriek in het Deventer Dagblad gehad. ‘Eind jaren dertig is vergeefs geprobeerd om een eindspelstudievereniging op te richten. Ik was een van de mensen die tenslotte ARVES heeft opgericht’, vertelt Van der Heijden. Wereldwijd is ARVES uniek. ‘Er zijn nergens verenigingen voor zover ik weet, wel zijn er studiekringen in bijvoorbeeld Londen, Moskou en St. Petersburg.’
De vereniging vergrijst echter en Van der Heijden ziet het er van komen dat ARVES in de toekomst fuseert met de Nederlandse Schaakprobleemvrienden, die iets meer leden hebben. De vereniging heeft wel sinds enkele jaren een eigen site www.arves.org. De site geeft een uitstekend overzicht van wat de wereld van de eindspelstudiecomponisten te bieden heeft.
Harold van der Heijden heeft zelf zo’n 120 studies gecomponeerd. Met tweederde daarvan heeft hij een bekroning behaald. Daarmee steekt hij de beste Nederlandse componist ooit, Jan Marwitz, naar de kroon. Als schaker heeft hij een Elo-rating van ongeveer 1900, maar voor een gewone schaakpartij gunt hij zich geen tijd meer. ‘Ik ben nog wel uit historisch-sentimentele redenen lid van HMC Den Bosch. Daar ben ik in 1976 met schaken begonnen.’
Bovendien is hij de laatste jaren druk geweest met promotie-onderzoek dat heeft geleid tot het proefschrift ‘Detection, typing and control of Histomonas meleagridis‘. Van der Heijden werkt als onderzoeksanalist bij de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer en zijn dissertatie handelt over een parasiet die een slachting onder kalkoenen kan veroorzaken.
Stelling 2 bij het proefschrift luidt overigens: ‘Er is geen enkel gebied waarin vrouwen relatief zo slecht vertegenwoordigd zijn als de schaakeindspelstudiecompositie, een toch artistieke vorm van het schaak (in de 158-jarige historie ervan is het aantal vrouwelijke componisten op de vingers van één hand te tellen, terwijl het aantal mannelijke componisten ruim 5.000 bedraagt).
Een eindspelstudiecomponist is niet noodzakelijkerwijs zelf een sterke schaker. Wel bevinden zich onder bekende eindspelstudiecomponisten sterke grootmeesters zoals oud wereldkampioen Vasili Smyslov en Jan Timman. Ook Daniel Stellwagen heeft zich wel eens aan een enkele vingeroefening gewaagd. Hij werd met overmacht en een 100 procent-score in 2003 Nederlands kampioen studies oplossen. De jonge internationaal meester Twan Burg won het eindspelstudietoernooi dat IM Yochanan Afek in 2009 tijdens Corus organiseerde. Daarbij liet hij onder meer GM John Nunn achter zich, die ook GM is in het oplossen van schaakproblemen en eindspelstudies en twee keer wereldkampioen in het oplossen van schaakproblemen was.
De in Amsterdam wonende Israëliër Afek is een goede vriend van Harold van der Heijden. Hij is een befaamd eindspelstudiecomponist, die zo’n 300 gepubliceerde studies op zijn naam heeft staan. Afek is mogelijk ook de enige wereldburger die in zijn visum als beroep ‘eindspelstudiecomponist’ heeft staan. ‘Maar hij is dan ook de beste componist die momenteel in ons land woont’, zegt Van der Heijden. Afek publiceert wekelijks een eindspelstudie op www.chessvibes.com.
Een eindspelstudie begint vaak met een idee dat ontleend is aan een schaakpartij, zegt Van der Heijden. ‘Je ziet een idee, krijgt inspiratie en denkt: dat kan veel mooier.’ Soms ziet de componist ook mogelijkheden om het idee aan een thema te verbinden. Zoals een ‘Excelsior’, waarbij een pion geforceerd het hele bord oversteekt naar een promotieveld. Of een ‘Echo’ waarbij een bepaalde stukken en/of pionnenconstellatie een paar zetten later elders op het bord terugkeert.
Een eindspelstudiecomponist kan maanden met een studie bezig zijn. Vaak is het een kwestie van proberen en profiteren van intuïtieve invallen. ‘Ik vind het moeilijk uit te leggen hoe dat denkproces verloopt. Het heeft veel met associaties te maken, veel gebeurt in het onderbewuste.’ Naast het bedenken van de pointe, is er nog het technische ‘handwerk’ van het maken van een inleidende zettenreeks. Daar toont zich de hand van de meester, dit proces verloopt meer bewust. ‘Je ziet bijvoorbeeld dat Jan Timman sterk is in het ontwikkelen van creatieve ideeën en dat Yochanan Afek over een geweldige techniek en inzicht beschikt.’
Eindspelstudies zijn vaak goed bruikbaar voor schaaktrainingen. Grootmeester Artur Joesoepov gebruikt ze regelmatig om rekenen te oefenen. Studies bevatten vaak tactische wendingen en ook dat maakt ze vaak geschikt als trainingsmateriaal. Daarnaast leveren ze uiteraard ideeën en inspiratie op.
Op een schaakfestival in Apeldoorn had Joesoepov slechts een paar seconden nodig om de volgende eindspelstudie van Van der Heijden op te lossen.
Oplossing: 1. Kh1 Kf1, 2. e5 fxe5, 3. g5 e4, 4. g6 e3, 5. g7 e2, 6. g8D e1D, 7. Dg2 mat.
Van der Heijden vindt deze studie één van zijn aardigste creaties. ‘Door de eenvoud. Door eliminatie van mogelijkheden is deze studie ook door minder sterke schakers op te lossen. Maar de studie is ook voor sterke schakers nog een uitdaging en verrassend.’
Zelf heeft Van der Heijden samen met John Beasley in 2000 een combinatie van het Festina Lente-motief en een Excelsior gerealiseerd. Dat was nog nooit vertoond. Festina Lente betekent langzame haast. Hierbij schuift een pion de eerste zet maar één veld op. Een Excelsior is het lopen van een pion tot promotie in een ononderbroken zettenreeks.
Oplossing: 1. e7 Le5+ 2. Tf4 Lxf4+ 3. Kg4 Th4+ 4. Kf5 Kf7 5. g6+ Kxe7 remise.
De meest productieve componist is de Rus Ernest Pogosjants (1935-1990). Hij heeft zo’n 2.000 studies gecomponeerd, waaronder de studie hier boven. Pogosjants was zo arm dat hij zelfs leefde van het maken van studies. Hij verkocht ze onder meer aan het befaamde Russische schaakmagazine ‘Shakhmaty v SSSR’. Veel van zijn studies lijken op partijstellingen en zijn daarom zeer geschikt als trainingsmateriaal.
Oplossing: 1. Dg5 Dxg5, 2. Ka6 Lxa7, 3. c7 Da5+, 4. Kxa5 Kb7, 5. bxa7 en wit wint.
De ‘Zet van een andere wereld’ van Leopold Mitrofanov beschouwt Van der Heijden als één van de mooiste studies die hij kent.
De studie staat omlijst met muziek op YouTube: www.youtube.com/watch?v=2vgIQikkoKQ. Een verhaal over de studie staat op de site van Tim Krabbé: www.xs4all.nl/~timkr/chess2/mitrofanov.htm
De gangbare schaakprogramma’s kunnen patronen herkennen, dat wil zeggen dat ze kunnen nagaan of precies dezelfde stukkenconfiguratie op dezelfde velden in een andere partij voorkomt. Eindspelstudiecomponisten hebben echter behoefte aan een programma dat nagaat of een stelling elders op het bord voorkomt, of eventueel in gekantelde vorm.
Speciaal voor de database van Van der der Heijden is daarom door eindspelstudiecomponist Gady Costeff en computerexpert Lewis Stiller de schaakzoektaal Chess Query Language ontwikkeld. Hiermee kan bijna ieder gewenst thema naderhand worden gevonden. Ook kunnen hiermee plagiaat-studies worden ontdekt. Het programma staat beschreven en is gratis te downloaden op de site www.rbnn.com/cql.
De site van Harold van der Heijden is http://home.concepts.nl/~he16442/
Een aantal van zijn studies staat op de site http://home.studieaccess.nl/heijd336/base.htm
De vierde eindspelstudie-cdrom van Harold van der Heijden gaat circa 50 euro kosten. Contact met Harold van der Heijden is mogelijk via heijdenh@concepts.nl
Karel van Delft (24 december 2009)