Pionnenstructuren, openingsrepertoire en geschiedenis: nieuwe boeken in de bibliotheek
Een bijdrage van Florian Jacobs
Andre Schulz: The Big Book of World Chess Championships, New in Chess, 2016. 352 pagina’s. € 22,95.
Een vergelijkende geschiedenis van alle wereldkampioenschapsmatches was er nog niet en Andre Schulz, hoofdredacteur van de Chessbase-website, besloot dit gat te vullen. Het resultaat is eerder een geschiedenisboek dan een schaakboek: de auteur richt zich vooral op biografieën en sfeervolle verhalen. Van elke match (46 in totaal) heeft Schulz wel steeds één geanalyseerde partij opgenomen. Niet dat dit partijgebrek het leesplezier enigszins vermindert: de matadoren krijgen ieder de aandacht die ze verdienen, het fotomateriaal is aanzienlijk en om de zoveel bladzijden is er wel een smeuïge anekdote te vinden. Chigorin was bijvoorbeeld een heel stipte man: ontbijt om acht uur, lunch rond twaalf en diner om zeven uur. Ontbijt om acht uur ’s avonds, lunch om middernacht en diner bij het ochtendgloren, wel te verstaan!
Arthur van de Oudeweetering: Train Your Chess Pattern Recognition, New in Chess, 2016. 288 pagina’s. € 22,95.
In navolging van zijn enthousiast onthaalde boek Improve Your Chess Pattern Recognition (2014) geeft schaaktrainer Arthur van de Oudeweetering zijn tweede boek uit over patronen in het middenspel. De opzet is identiek aan het vorige boek: vrolijke namen larderen vaak de afzonderlijke ideeën en de schrijfstijl is vlot en meeslepend. In tegenstelling tot veel andere ideeënboeken is Van de Oudeweetering bovendien op de hoogte van recente partijen: ik kwam opvallend veel partijen van de laatste pak ’m beet vijf jaar tegen. Dat maakt de verzameling wel zo fris. Een boek waar iedere schaker creatiever van wordt – opeens zie je overal rook lifts! – zeker omdat de ideeën des te makkelijker te onthouden zijn met modelpartijen als kapstok. De samenvattingen aan het eind van de hoofdstukken, de vele diagrammen en de oefeningen geven het boek bovendien een didactische bodem van formaat.
Jimmy Adams: Mikhail Chigorin, New in Chess, 2016. 754 pagina’s. € 44,95.
Een joekel van een hardcover, deze ode aan de grondlegger van het schaken in Rusland: de bijna-wereldkampioen Mikhail Chigorin (1850-1908). Het boek bestaat uit twee delen: het eerste deel is een vertaling van een collectie van iets meer dan zestig ruim becommentarieerde ‘beste partijen’ en een uitvoerige, interessante levensbeschrijving van de grote kampioen (die overigens pas vanaf zijn 23e regelmatig meedeed aan schaaktoernooien). Het tweede deel bestaat uit meer dan honderdvijftig partijen en psychologisch achtergrondmateriaal: wat voor een man was Chigorin eigenlijk? Een boek dat heel fijn leest: Chigorin leidde een boeiend leven (zie mijn commentaar bij het boek van Schulz) en zijn schaakpartijen getuigen van een heel breed schaakinzicht. Romantisch schaak, positionele souplesse, tactisch vernuft en eindspelfinesse: hij bezat het allemaal. Een schaakbiografie van de bovenste plank en een dankbericht aan de uitgever is dan ook op zijn plaats: eindelijk verschijnt er een groot boek over Chigorin in het Engels!
Jörg Hickl: The Power of Pawns. New in Chess, 2016. 192 pagina’s. € 18,95.
Als ik één boek van de verzameling die ik ditmaal bespreek zou aanraden aan ambitieuze clubschakers, is het The Power of Pawns: een leerboek voor pionnenstructuren van hoog niveau. De auteur, een ervaren grootmeester en trainer, behandelt de verschillende structuren per veel voorkomend type (dubbelpionnen, hangende pionnen, vrijpionnen, pionnenketens, enz.) en geeft per structuur een duidelijk overzicht van tips, analyses van modelpartijen, andere modelpartijen voor zelfstudie, praktisch advies, verlevendigende citaten en oefeningen. Een boek dat de vergelijking met Hans Kmochs klassieker Die Kunst der Bauernführung gemakkelijk kan doorstaan en dat mijns inziens onmisbaar is in de schaakontwikkeling tot een rating van circa 2200. De Engelse vertaling is bovendien goedkoper dan de oorspronkelijke Duitse versie.
Vincent Moret: My First Chess Opening Repertoire for White, New in Chess, 2016. 176 pagina’s. € 19,95.
‘A Ready-to-go Package for Ambitious Beginners’ luidt de ondertitel en dat is precies wat dit boek biedt: de schrijver, een ervaren schaaktrainer, weet heel goed dat zijn pupillen beter aan tactiek en eindspelstudie kunnen doen, maar ze hebben toch ook enige kennis van de opening nodig om de eerste vijftien zetten fatsoenlijk door te komen. Die kennis biedt dit boek: eenvoudige systemen voor wit – vanuit 1.e4 – waarvan de schrijver veel ideeën, structuren en typische manoeuvres uitlegt aan de hand van korte partijen die vaak van zijn leerlingen afkomstig zijn. Al dat moois maakt dit boek zeker geschikt voor jeugdspelers en ook voor oudere beginners en spelers met een rating van 2000 is dit repertoire zeker goed te gebruiken. Een tip van deze recensent: bij hogere ratings blijkt het repertoire ook succesvol, maar waarschijnlijk alleen in blitz! Deel twee, met een repertoire voor zwart, komt er snel aan.
Yearbook 118, New in Chess, 2016. 256 pagina’s. € 29,95.
Het Yearbook gaat verder waar het gebleven was: een forum met lezersbijdragen, nog meer tekst bij de verschillende openingssurveys, opgaven die de bijdragen afsluiten en de sporadische analyse van een wereldtopper. Jan Timman heeft het hoofdredacteurschap overgenomen van Genna Sosonko; hij begint met een bijdrage over het symmetrisch Engels. Het merendeel van de openingsvertakkingen blijft vooralsnog wat we goed kennen en graag lezen: een keur aan analyses van specialisten, van bekende hoofdvarianten tot curieuze zijpaden (1.e4 e5 2.Pf3 Pf6 3.Pxe5 Pxe4?! bijvoorbeeld). De Najdorf is populair als altijd en Svidlers Stonewall tegen het Grünfeld-Indisch verdient zeker een eervolle vermelding.