Gepubliceerd op 24 december 2015

Boekenrecensies Nieuwsbrief 88

Siciliaans voor luilakken en ander boekennieuws

Door Florian Jacobs

Valeri Bronznik & Steve Giddins, The Lazy Man’s Sicilian. New in Chess, 2015. 222 pagina’s. € 19,95.

Dat moet een contradictio in terminis zijn, een Siciliaans repertoire voor de luie schaker. Vereist zo’n populaire opening geen dagelijkse studie? Hoewel… ik ken iemand die al zijn hele leven Siciliaans speelt (met goede resultaten) zonder ooit de theorieboeken erop na te slaan. Dit boek verkondigt eenzelfde methode: een paar kritieke varianten, een paar ideeën en spelen maar! Eerlijk is eerlijk, de paar kritieke gambietvarianten zijn bepaald niet voor luie schakers. Aan de andere kant is de structuur van het boek bewonderenswaardig: een kleine geschiedenis, gevolgd door typische structuurideeën en uitgebreide tekstuele uitleg bij allerlei varianten leveren een helder en compleet werk op. 1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Lc5!?: ik ga het zeker eens op een luie dag proberen. U ook?

 

Sarhan Guliev, Winning Chess Manoeuvres. New in Chess, 2015. 240 pagina’s. €24,95.

Een paar maanden geleden hoorde ik een vriend van mij verzuchten dat hij kennis van de klassieken tekort kwam. Kon ik hem geen anthologie van klassieke partijen aanraden? Dat kon ik, maar nu zou ik dat nog beter kunnen: ik zou hem Winning Chess Manoeuvres van Guliev aanraden! De titel klinkt wellicht wat pompeus, maar de inhoud maakt dat meer dan goed: in vierentwintig helder gerangschikte hoofdstukken bespreekt de Azerbaidzjaanse grootmeester en schaaktrainer ideeën uit klassieke partijen en hun echo’s in moderne topconfrontaties. Guliev onderbouwt de idee-analogieën bovendien met veel verhelderend commentaar, waarbij hij put uit oorspronkelijke analyses van de schaaktitanen zelf. Het resultaat is een boek waarin de commentaren van Tarrasch, Botvinnik, Kasparov en Topalov met elkaar in gesprek lijken, zo nauwkeurig zet Guliev hun gedachten naast elkaar. Een feest van een geschiedenisboek, een diepe bron van schaakkennis en een ideeverzameling om te koesteren en steeds weer open te slaan.

 

Viktor Moskalenko, The Even More Flexible French. New in Chess, 2015. 368 pagina’s. €26,95.

Moskalenko baarde in 2008 opzien met zijn boek The Flexible French, dat een schatkamer voor de Franse verdediging bleek. Intussen zijn we zeven jaar en tienduizenden Franse partijen verder, dus vond de schrijver het wel tijd voor een mooie herziening. Het boek is een uitbreiding van zijn werk uit 2008: twaalf nieuwe hoofdstukken, bijna honderd extra bladzijden, tientallen nieuwe partijanalyses en een meer overzichtelijke hoofdstukkenindeling geven de lezer waar voor zijn geld. Want zo simpel is het: het boek heeft niet aan kwaliteit ingeboet en biedt net iets meer dan de oorspronkelijke versie. Nieuwe hoofdstukken zijn er bijvoorbeeld over het wat curieus ogende 4.Dg4 in de doorschuifvariant, 7…Le7 in de Klassieke Variant (een zet die sinds Carlsen hem gebruikte rap in populariteit is gestegen) en het gambiet 2.b3 d5 3.Lb2. Een boek vol eigen ideeën, duidelijke strategische concepten en een rotsvast vertrouwen in de weerbaarheid van het Frans. Kunnen we over zeven jaar The Most Flexible French verwachten? Laat maar komen!

 

Dirk Jan ten Geuzendam, Finding Bobby Fischer. New in Chess, 2015. 286 pagina’s. € 24,95.

In 1993 bracht Dirk Jan ten Geuzendam, hoofdredacteur van schaaktijdschrift New in Chess, een verzameling schaakgerelateerde interviews uit. Dit boek beleeft nu een herdruk, en daar mag de schaakliefhebber blij mee zijn. Of ten Geuzendam nu schaaklegenden als Najdorf en Smyslov, schaakverzamelaars of moderne schaaktoppers aan het woord laat, zijn interviews leveren stuk voor stuk rijke gesprekken op. Hij krijgt het voor elkaar om mensen echt aan de praat te krijgen; zijn interviews lezen is alsof je een avondje met Anand of Kramnik in het café zit! De titel verwijst naar het vraaggesprek met Fischer, dat ten Geuzendam tijdens de ‘returnmatch’ in 1992 tussen Fischer en Spassky voor elkaar kreeg. Een klassieke collectie.

 

Anish Giri, After Magnus. New in Chess, 2015. 88 pagina’s. € 14,95.

Bij de nieuwste uitgave van het (overigens onvolprezen) New in Chess-tijdschrift zat dit kleine boekje van Giri bijgesloten. Het bestaat uit tien korte analyses van hedendaagse toppers, die stuk voor stuk op een dag zomaar Carlsen van de troon zouden kunnen stoten. Giri schrijft vlot en soms vermakelijk, maar de analyses missen toch enige diepgang. Een aardig boekje voor de zondagmiddag, zeker om kennis te nemen van de diverse stijlen in de huidige wereldtop. Maar waarom heeft Giri zichzelf niet besproken?

 

Charles Hertan, Basic Chess Openings for Kids. New in Chess, 2015. 160 pagina’s. €18,95.

Hertan geeft naar eigen zeggen al veertig jaar schaakles (wat best knap is voor iemand die is geboren in 1960) en publiceerde eerder twee andere schaakboeken voor kinderen bij New in Chess. Die boeken gingen vooral over tactische basisprincipes; in zijn nieuwste boek behandelt Hertan goed openingsspel. Dit doet hij vanuit basale begrippen als ontwikkeling en activiteit. Hertan geeft ook advies over het spelen van bepaalde openingen en tips over de fouten die hij kinderen het meest ziet maken. Een onderhoudend boek, waarvan deze recensent zich wel afvraagt voor welke doelgroep het bedoeld is. Want voor kinderen staat er wel heel veel tekst in… En hoort de Sveshnikov thuis in een boekje over basale openingskennis?

 

Yearbook 115, New in Chess, 2015. 256 pagina’s. €29,95.

Kijk eens aan: het Yearbook is in een nieuw jasje gestoken. Het forum is flink gevuld met lezersbijdragen, de twee columnisten Joël Benjamin en Gennady Kuzmin zijn nieuwe series begonnen – over respectievelijk het bouwen van een repertoire en de openingen van de wereldkampioenen – en de tekstuele bijdragen aan de surveys zijn nog rijker geworden. Natuurlijk ontbreken de toptoernooien niet en is er in vrijwel iedere opening wel weer een weelde van mogelijkheden te vinden. Illingworth and Smerdon bespreken gezamenlijk hun partij in de Anti-Berlijnse muur, Olthof duikt de romantiek van het Koningsgambiet in en het Konings-Indisch wordt al helemaal van veel kanten belicht.

 

Yearbook 116, New in Chess, 2015. 256 pagina’s. €29,95.

Wei Yi prijkt de voorkant van deze editie, wat hij te danken heeft aan zijn onvergetelijke partij tegen Bruzon Batista. Verder geeft Joel Benjamin advies aan de witspeler die even geen zin heeft in het Open Siciliaans, gaat Alexey Kuzmin verder in op de schaakfilosofie van het wonderkind Wei Yi en bespreekt Glenn Flear nieuwste boeken over de Caro-Kann en het Open Siciliaans. Veel 1.e4 dus dit keer, maar ook Nakamura’s kwaliteitsoffer in het aangenomen damegambiet, Kramniks nieuwste aanpak van het Grünfeld-Indisch en 1…d5!? tegen het Engels. Voor elk wederom wat wils, in de jungle van de opening.

 

Vladimir Tukmakov, Risk & Bluff in Chess. New in Chess, 2015. 224 pagina’s. € 24,95.

Dat schaken een zuivere denksport is, waarbij de diepste denker aan het langste eind trekt, mag dan een wijdverspreid vooroordeel zijn, u en ik weten wel beter. Hoe vaak wordt een partij wel niet door een emotionele keuze beslist? Vladimir Tukmakov, vroeger topschaker en nu toptrainer, diept die emotionele factor aan de hand van talrijke partijvoorbeelden verder uit. Hij begint met partijen van Tal – de blufschaker par excellence – en vervolgt met hoofdstukken over het nut van verrassing, de toernooisituatie en de onweerstaanbare aantrekkingskracht van het bijna correcte offer. Een fijn bladerboek voor iedere clubschaker.

 

John Watson & Eric Schiller, Taming Wild Chess Openings. New in Chess, 2015. € 26,95.

Alleen de inhoudsopgave van dit boek met curieuze openingen beslaat al vier bladzijden. Watson en Schiller, beiden uitermate ervaren schaakboekschrijvers, hebben zich uitgeleefd op rare openingen, en geven elk van hun bevindingen een evaluatie mee. Al met al een grappig, zij het wat lijvig, werk, zeker voor de clubspeler die eindelijk eens die Grob van zijn clubgenoot een kopje kleiner wil maken of op zoek is naar iets volslagen absurds voor de snelschaakcompetitie.