Gepubliceerd op 10 oktober 2012

Boekrecensies uit Nieuwsbrief 80

Een bijdrage van Evert-Jan Straat

De volgende uitgaven ontving het MEC van uitgeverij New in Chess:

Helgi Olafsson: Bobby Fischer comes home.
New in Chess: 2012. 143 pagina’s. €17,95
De laatste jaren van zijn leven bracht Bobby Fischer in betrekkelijke rust door op IJsland. In 2005 was een comité, van wie een aantal leden bij de organisatie van de tweekamp tegen Spassky in Reykjavik 1972 was betrokken, erin geslaagd Fischer uit een gevangenis in Japan vrij te krijgen. De grote angst van Fischer om aan de Verenigde Staten te worden uitgeleverd behoorde daarmee tot het verleden. Helgi Olafsson beschrijft zijn herinneringen aan Fischers gloriejaren en doet verslag van de onderhandelingen die aan zijn vrijlating vooraf gingen. Tijdens zijn laatste levensjaren was Olafsson de persoon die het meeste met Fischer optrok. Deze uitgave geeft een goede impressie van Fischers leven op IJsland en is een interessante aanvulling op de biografie Endgame van Frank Brady.

Ivan Sokolov: The Strategic Nimzo-Indian: 4.e3.
New in Chess, 2012. 411 pagina’s. €27,95
De Rubinstein-variant van het Nimzo-Indisch heeft een rijke geschiedenis die dateert uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Sinds het begin van zijn carrière heeft Sokolov zich in deze complexe materie verdiept en het resultaat van deze studie in deze pil vastgelegd. Het is een monumentaal werk met veel uitleg, aandacht voor historische partijen en de actuele stand van zaken. Er wordt regelmatig verwezen naar een ander werk van Sokolov Winning Chess Middlegames (2008), waarin de uit deze opening voortvloeiende pionnenstructuren worden behandeld. Deze fraaie boekwerken hebben een hoge moeilijkheidsgraad en een behoorlijk niveau is gewenst om de analyses op waarde te kunnen schatten.

Larry Kaufman: The Kaufman Repertoire for Black and White.
New in Chess, 2012. ca. 500 pagina’s. €26,95
De auteur is een Amerikaanse grootmeester en computerexpert. Voor wit heeft hij een repertoire gekozen gebaseerd op 1.d4. Voor zwart kiest hij tegen 1.e4 voor 1…e5 en tegen 1.d4 voor de Grünfeld. Alle openingen worden ingeleid met een uiteenzetting waarom voor een bepaalde variant is gekozen. Meestal zijn dat hoofdvarianten, een enkele keer wijkt hij daar van af . Er wordt uitgegaan van recente grootmeesterpartijen, die Kaufman door de computerprogramma’s Komodo en Rybka diepgaand heeft laten analyseren. De resultaten heeft hij kritisch bekeken en soms heeft hij een collega-grootmeester om zijn mening gevraagd. Deze uitgave leunt sterk op computeranalyse maar wordt zo gepresenteerd, dat het voor de sterkere clubschakers interessant is.

Dejan Antic & Branimir Maksimovic: The Modern French.
New in Chess, 2012. 365 pagina’s. €28,95
Over het Frans verschijnen regelmatig publicaties, want, zo zegt een bekende uitgever van schaakboeken, boeken over het Frans verkopen altijd goed. In dit repertoireboek worden de volgende varianten behandeld: de Konings-Indische aanval, de ruilvariant, de doorschuifvariant, de Tarrasch (3.Pd2 Le7), de Steinitz-variant (3.Pc3 Pf6 4.e5) en de McCutcheon-variant (3.Pc3 Pf6 4.Lg5 Lb4). De auteurs geven veel uitleg wat deze uitgave geschikt maakt voor een brede groep clubschakers.

New in Chess Yearbook 103.
New in Chess, 2012. 246 pagina’s. €29,95
Benjamin’s Opening Takes laat zien hoe Carlsen zijn openingen voorbereidt en Alexey Kuzmin bespreekt de oogst van het Europees Kampioenschap. De 28 surveys bevatten bijdragen van onder andere S. Kasparov, Tiviakov, Vilela, Andriasian, Raetsky/Chetverik, Adorjan/Vegh, Gutman, Flear, Scherbakov en Bruzon. Ten slotte bespreekt Glenn Flear de volgende uitgaven: Sokolov: Strategic Nimzo-Indian: 4.e3; Kaufman: Kaufman Repertoire for Black and White; Delchev: Modern Réti en Scherbakov: Triangle System.

Miguel Najdorf: Zürich 1953. 15 contenders for the World Chess Championship.
Russell Enterprises, 2012. 392 pagina’s. €29,95
Van dit Kandidatentoernooi is een toernooiboek van Euwe in het Duits verschenen. Veel later heeft Bronstein een toernooiboek The Chess Struggle in Practice geschreven. Bronstein had een geheel eigen aanpak. Hij analyseerde de partijen zo veel mogelijk in woorden en gaf alleen varianten wanneer dat echt nodig was. Uitroep- en vraagtekens bij de zetten liet hij grotendeels achterwege. Zijn aanpak wekte grote bewondering en het boek werd terecht een klassieker. Dat Najdorf in 1954 een toernooiboek in het Spaans had geschreven was slechts bij weinigen bekend. Najdorf vatte zijn taak erg serieus op en om de geïnteresseerden niet al te lang te laten wachten verscheen de uitgave in twee delen. Nu meer dan een halve eeuw na de oorspronkelijk publicatie is er een vertaling in het Engels verschenen. Najdorf analyseert de partijen uitvoeriger dan Euwe en geeft meer achtergrond-informatie. Door het gebruik van uitroep- en vraagtekens zijn de analyses explicieter dan die van Bronstein. Het geheel is verluchtigd met aardige foto’s en veel diagrammen. Een fraai boek over één der beroemdste toernooien uit de schaakgeschiedenis.

Vladimir Tukmakov: Profession: Chessplayer. Grandmaster at work.
Russell Enterprises, 2012. 262 pagina’s. €24,95
In deze autobiografie beschrijft Tukmakov (1946) uitvoerig zijn jeugd in Odessa en zijn ontwikkeling van talentvolle jeugdspeler tot een zeer sterke grootmeester. De absolute wereldtop haalt hij echter niet en de daarmee verbonden privileges worden hem onthouden. Hij behaalt vele toernooioverwinningen, ook in Nederland. In 1997 stelt hij aan Karpov voor hem te helpen bij de voorbereiding van een tweekamp om het wereldkampioenschap tegen Anand. De samenwerking wordt een succes. Voor Tukmakov is een nieuwe fase in zijn leven aangebroken: minder spelen en zich meer toeleggen op het trainerschap en dergelijke functies. In 2004 en 2010 treedt hij op als teamcaptain van de Oekraïne dat goud haalt op de Olympiade. De tweede helft van deze uitgave bevat een selectie van 41 partijen, die Tukmakov heeft geanalyseerd met behulp van de computer. Uit dit boek komt Tukmakov naar voren als een hard werkende professional die er alles aan heeft gedaan om het maximale uit zijn schaakcarrière te halen.

Van Peter de Jong ontving het MEC:

Robert Beekman (redactie): 125 jaar Schaakclub Utrecht 1886-2011. Qui perd gagne!
Schaakclub Utrecht, 2011. 324 pagina’s. geb. €25,00
In 1986 verscheen bij het eeuwfeest van schaakclub Utrecht een lezenswaardig jubileumboek Eeuwig schaak met herinneringen van een aantal leden. Dit keer heeft Robert Beekman, met hulp van de schaakhistoricus Peter de Jong en anderen, het breder aangepakt. Het boek geeft een indruk van het schaakleven in Utrecht door de jaren heen. Wie in Utrecht is geboren en zich voor het schaakspel verdienstelijk heeft gemaakt, komt in aanmerking voor een hoofdstuk. Zoals de schaakliefhebber Leo Nardus, die door dubieuze praktijken in de kunsthandel een vermogen heeft verdiend. Hij ondersteunt grootmeesters als Janowski en Marshall. Janowski maakt Leo Nardus wijs dat hij wereldkampioen Lasker kan verslaan. Hij verliest met grote cijfers en nadat hij zijn mecenas nog een keer voor ‘idioot’ heeft uitgemaakt, is het met de voorspoed van Janowski gedaan. Bezoeken van Vera Menchik en Sonja Graf, de sterkste vrouwen in de jaren dertig, aan SC Utrecht zijn aanleiding voor Peter de Jong om een portret van hen te schrijven. De foto op de omslag is met zorg gekozen. Hij dateert uit 1927 en is de enige die twee zeer belangrijke figuren voor SC Utrecht laat zien: de jonge Eduard Spanjaard en de 60-jarige Adolf Georg Olland. Hun verdiensten komen in dit boek uitvoerig aan de orde. Deze gebonden uitgave is fraai geïllustreerd met vele historische foto’s en is interessant voor liefhebbers van de Nederlandse schaakgeschiedenis.

Een bijdrage van Rob van Haastere

Franco Masetti & Roberto Messa: 1001 Chess Exercises for Beginners.
New in Chess, 2012. 144 pagina’s. €15,95
De titel dekt de lading goed, het boek staat vol diagrammen met oefeningen voor beginners. In 16 hoofdstukken komen verschillende thema’s als dubbele aanval, penning en vorken aanbod. Verwacht niet veel van de uitleg slechts een paar hoofdstukken hebben een kleine inleiding. Het accent ligt op zelf oefenen, op iedere pagina staan 12 opgaven met bovendien een kleine hint. Verder is opmerkelijk dat overal wit aan zet is, hierop wordt slechts in één hoofdstuk een uitzondering gemaakt en mag zwart als compensatie ook een heel hoofdstuk beginnen. De opzet doet een beetje denken aan de bekende stappenmethode. Voor beginners en iets gevorderde schakers is het een aardig boekje om lekker te puzzelen, niet meer en niet minder.

Karel van Delft: Het zeventiende schaakstuk.
KVDC, 2012. 192 pagina’s. €19,50
Het zeventiende schaakstuk is een verzameling van deels eerder gepubliceerde artikelen en columns. Karel van Delft belicht in 22 artikelen andere zaken die bij het schaken en het geven van schaaktrainingen een rol kunnen spelen. Door de gekozen opzet zijn de artikelen divers met stuk voor stuk interessante onderwerpen. Zo start het boek met een stuk over de mentale aspecten en psychologische vuistregels. Een lasiger onderwerp als schaken en autisme wordt zeer goed besproken, tevens komen in de artikelen talrijke bekende grootmeesters en experts aan het woord. Het is duidelijk merkbaar dat de schrijver praat uit ervaring als jeugdschaaktrainer en psycholoog. Wie op zoek is naar schaakvarianten of diepgaande schaakanalyses moet dit boek links laten liggen maar wie meer wil weten over de schaker (het zeventiende schaakstuk) met al zijn mogelijkheden en beperkingen is aan het juiste adres.

Willy Hendriks: Move First, Think Later.
New in Chess, 2012. 254 pagina’s. €21,95
De prikkelende titel schopt direct tegen een vuistregel aan, denk na voordat je zet. Willy Hendriks laat in 27 hoofdstukken een scala van verschillende schaakwijsheden de revue passeren en geeft ongezouten zijn mening over een aantal zogenaamde standaardregels. Opmerkelijk is de manier waarop, ieder hoofdstuk begint met een aantal stellingen met als enige aanwijzing “wit of zwart aan zet”. Om deze stellingen te doorgronden is wel een behoorlijk niveau vereist. In de hierop volgende pagina’s komen de uitwerkingen ter sprake en wordt duidelijk welke regel nader wordt onderzocht met vaak verrassende conclusies. Move First, Think Later is een zeer vermakelijk boek met nieuwe inzichten die je wakker kunnen schudden. Hiervoor moet je wel de tijd nemen en de oefeningen niet alleen lezen maar ook daadwerkelijk uitvoeren. Wie dat er voor over heeft, is zeker een paar weken zoet maar dan heb je ook wat. Aanrader!