Gepubliceerd op 8 september 2020

De sterkste schaakspeelster ooit

Judit Polgar

English

“Wie op de laatste dag van het OHRA-toernooi besloot een bezoekje te brengen aan de speelzaal, kreeg iets merkwaardigs te zien. Op de galerij van de eerste verdieping van het Amsterdamse Crest-hotel stond een lange rij wachtenden. (…) Eerder hadden dergelijke taferelen zich slechts voorgedaan tijdens de tweekamp Timman-Joesoepov in Tilburg (…) Nu stond een klein, dertienjarig meisje in het middelpunt.”

Bovenstaande tekst komt uit het septembernummer 1989 van Schakend Nederland. Een wachtrij voor een schaaktoernooi, dan moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn. En dat was er ook. Judit Polgar maakte voor het eerst haar opwachting in Nederland. Ze speelde mee in de 26 spelers tellende grootmeestergroep en trok zoveel aandacht, dat de pers nauwelijks een woord besteedde aan het zestal toppers in de kroongroep. Het feit dat de dertienjarige het toernooi begon met een overwinning op viervoudig landskampioen Hans Ree droeg daar zeker aan bij.

Het was niet de eerste keer dat het bondsblad aandacht besteedde aan het Hongaarse schaakfenomeen. Vier jaar eerder was medewerker Leon Pliester al eens in Boedapest op bezoek geweest bij de zussen Polgar. Want er was niet alleen de jongste dochter Judit, ook haar zussen Zsuzsa en Zsofia konden een aardig partijtje spelen. Ook hij moest ervaren dat een ervaren meester in een snelschaakpartij kan verliezen van giebelende zusjes, die al schakend soms meer aandacht voor elkaar hadden dan voor het schaakbord.

We maken vanaf het OHRA-toernooi een sprong van dertien jaar. Het bondsblad is intussen omgedoopt in Schaakmagazine en besteedt opnieuw veel aandacht aan Judit Polgar. De jongste zus heeft de andere twee intussen ruim overvleugeld en maakt nu deel uit van de wereldtop. Bij OHRA had ze haar eerste grootmeesterresultaat behaald, twee jaar later had ze voldoende resultaten bijeen gesprokkeld om met vijftien jaar en vier maanden tot de op dat moment jongste grootmeester ooit te worden benoemd. Daarmee verdreef ze niemand minder dan Bobby Fischer van de eerste plaats. En nu, tijdens het toernooi in Hoogeveen van 2002, kon ze tegen verslaggever Gert Devreese zeggen: “Mijn collega’s zien mij als een man.”

Er was in die jaren dus wel wat gebeurd. Stelselmatig was Polgar opgerukt op de wereldranglijst en even had ze aan de top tien mogen ruiken. Ze had intussen van alle wereldtoppers gewonnen, met uitzondering van Kramnik met zijn ondoordringbare stijl. Dat was een van haar grote wensen, zei ze in het interview, een keer van Kramnik winnen. De andere twee waren de ratinggrens van 2700 overschrijden en met haar man kinderen krijgen.

Beide wensen gingen in vervulling. In 2004 beviel ze van een zoon, later volgde nog een dochter. De komst van haar eerste kind en de daardoor afgedwongen sportieve pauze had geen negatieve invloed op haar spel. Integendeel, want in 2005 bereikte ze met 2735 haar hoogste rating. Op dat moment stond ze achtste op de wereldranglijst. Daarna volgde de daling die hoort bij het stijgen van de leeftijd, maar toen ze op 13 augustus 2014 in The Times haar afscheid als toernooispeler aankondigde had ze nog altijd de respectabele rating van 2676.

Het lijdt geen twijfel, Judit Polgar is de sterkste speelster die de schaakwereld ooit heeft gezien. De vrouwelijke toppers van de volgende generaties zijn geen moment in de buurt gekomen van het niveau dat zij bereikte. Je kunt je dus afvragen of ze een goed rolmodel is geweest voor de topschaaksters die na haar kwamen. Want hoe stimulerend is het om te reiken naar een niveau dat onbereikbaar lijkt? (MbdW)

The strongest female chess player ever

‘People who visited the playing hall on the final day of the OHRA tournament were treated to a quite curious sight. On the arcade on the second floor of the Amsterdam Crest Hotel stood a long queue of people waiting. (…) Until then, scenes like these had only occurred during the Timman-Jussupow match in Tilburg (…) This time, a small, thirteen-year-old girl was the centre of attention.’

The above text is taken from the September 1989 issue of the Dutch chess federation’s magazine Schakend Nederland. A queue for a chess tournament means that something very special must be going on. And so there was. Judit Polgar had come to the Netherlands for her first performance here. She participated in the 26-player Grandmaster Group, drawing so much attention to herself that the press hardly took any notice of the six top players in the Crown Group. And the fact that the thirteen-year-old started the tournament with a victory over our four-time national champion Hans Ree certainly contributed to that.

It was not the first time that the federation’s magazine devoted attention to the Hungarian chess phenomenon. Four years before, the magazine’s contributor Leon Pliester had already paid a visit to the Polgar sisters in Budapest – there was not only the youngest daughter Judit, but her sisters Zsuzsa and Zsofia also played a decent game of chess. Pliester too had to find out that an experienced master could lose a blitz game to one of these giggling sisters, who, while playing, sometimes were busier with each other than with the chessboard.

After the OHRA tournament, we take a jump of thirteen years. The federation’s monthly bulletin had been renamed SchaakMagazine, and again it devoted a lot of attention to Judit Polgar. By now, the youngest sister had surpassed the two others, and was a member of the world top. At OHRA, she had made her first grandmaster norm, and two years later she had gathered together enough results to become the youngest grandmaster in the world at the time, at fifteen years and four months of age, thereby ousting no less a player than Bobby Fischer from first place. And at this point, during the Hoogeveen Tournament in 2002, she was able to tell the reporter, Gert Devreese, that ‘my colleagues see me as a man.’

In other words, quite a lot had happened in those years. Polgar had consistently moved up in the world rankings, and for a while had even been close to entering the top-ten. Through the years she had beaten all the world top players at least once except Kramnik, with his impenetrable style. One of her greatest wishes, as she said in the interview, was to beat Kramnik once. Her two other big wishes were to cross the 2700 rating border, and to have children with her husband.

Both these wishes were fulfilled. In 2004 she gave birth to a son, and later a daughter followed. The arrival of her first child and, as a consequence. the forcible break from her chess career, didn’t have any negative influence on her play. On the contrary – in 2005 she achieved her highest rating ever: 2735. At that moment Judit was eighth in the world rankings. Then followed the downturn that inevitably comes with age, but when she announced her farewell as a tournament player in The Times on 13 August 2014, she still had a respectable 2676 rating.

There is no doubt that Judit Polgar was the strongest female player the chess world has ever seen. The female top players of the generations after her never came close to the level she’d reached. So you may wonder whether she has been a good role model for the top female players who came after her. After all, how stimulating is it to aspire to a level that seems unreachable? (MbdW)