Gepubliceerd op 11 juli 2020

Eeuwig tot elkaar veroordeeld?

Karpov  Kasparov

English

Daar zitten ze, de oude heren, niet bij elkaar weg te slaan. Zo zag het er inderdaad naar uit in 1988. Anatoli Karpov en Garry Kasparov hadden net hun vierde tweekamp achter de rug, dit keer in Sevilla, en opnieuw had Kasparov met moeite zijn wereldtitel kunnen behouden. Het werd daar 12-12. In de laatste partij had Kasparov een achterstand moeten wegwerken.

Dat zij tweeën daar zaten en niemand anders verbaasde geen van beiden. Schaakjournalist Jules Welling was bij de match geweest en schreef het in Schakend Nederland zo op: ‘Hij (Karpov, MbdW) zei, dat hij en Kasparov nu bijna honderd partijen met de wereldtitel als inzet tegen elkaar gespeeld hadden en dat “daar nog wel een tweede honderd bij komen, want ik zie niet wie zich in onze strijd zou kunnen mengen.” Ook Jan Timman niet? “Nee”, antwoordde de uitdager eenvoudig, maar duidelijk.’

Na die match in Sevilla was het aantal onderlinge partijen om de wereldtitel opgelopen tot 120 en het zouden er uiteindelijk 144 worden. Steeds was het spannend, ook in hun laatste match die in 1990, verdeeld werd over New York en Lyon, bleef Kasparov met 12½-11½ zijn rivaal nipt de baas.

Uiteindelijk was hun tweestrijd kort maar krachtig, hij duurde zeven jaar. Het begon allemaal in 1984 met misschien wel de vreemdste titelmatch uit de schaakgeschiedenis. Tegenover elkaar zaten twee tegenpolen, de ogenschijnlijk koele kikker Karpov, naar het leek de lieveling van het Sovjetregime, en zijn tegenstrever, de jonge emotionele hemelbestormer Kasparov die zich op indrukwekkende manier een weg naar de top had gebaand.

In die tweekamp sudderde de invloed van Fischer nog even door. Die had namelijk gesuggereerd dat een match om de wereldtitel niet een vast aantal partijen moest tellen maar om het aantal gewonnen partijen moest gaan. In het geval van Karpov-Kasparov 1984 waren dat er zes. Daar zullen de organisatoren achteraf niet blij mee zijn geweest. Karpov stond al na negen partijen op een 4-0 voorsprong, maar daarna verzandde de match in een eindeloze serie remises. In de 27ste partij kwam Karpov zelfs op 5-0, maar daarna krabbelde Kasparov langzaam op. Toen hij de achterstand in partij 48, het was intussen 1985 geworden en de match duurde intussen vijf maanden, terugbracht tot 5-3 greep FIDE-voorzitter Campomanes in. De gezondheid van de spelers zou in gevaar zijn gekomen en dus werd de match afgebroken. Gemor aan beide kanten. Bij Karpov omdat hij nog steeds voor stond, bij Kasparov omdat hij vermoedde dat Karpov op instorten stond.

Later dat jaar kwam er een tweede kans en nu sloeg Kasparov wel toe: 13-11. In de volgende drie tweekampen zou hij steeds nipt de sterkste blijven. Alles bij elkaar won Kasparov 21 WK-partijen van Karpov, verloor hij er 19 en speelde de heren 104 keer remise. Was het daarmee de grootste rivaliteit uit de schaakgeschiedenis? Lasker-Capablanca en Capablanca-Aljechin mogen er ook zijn, maar de intensiteit en het partijenrecord van K & K zullen wel nooit gebroken worden. (MbdW)

Forever condemned to each other?

There they are, the two old men – they can hardly be dragged away from each other. This was indeed what it looked like in 1988. Anatoly Karpov and Garry Kasparov had just finished their fourth match, this time in Seville, and again Kasparov had managed to retain his world title with the greatest effort. The score in Seville was 12-12. In the final game, Kasparov had to win to draw even.

Neither of the two was surprised that they were sitting there – they, and nobody else. Chess journalist Jules Welling visited the match, and wrote the following in Schakend Nederland: ‘He (Karpov, MbdW) said that he and Kasparov had now played nearly one hundred games against each other with the world title at stake, and that “there may be one hundred more, since I don’t see anyone who could intervene in our struggle.” Not even Jan Timman? “No,” the challenger replied, simply but unambiguously.’

With that match in Seville, the number of their mutual games for the world title rose to 120, and eventually it would be 144. Each and every match was tense – also their final match in 1990, which was divided between New York and Lyon. Kasparov just barely outstripped his rival with a 12½-11½ score.

In the end, the struggle between these two was relatively short though intense; it lasted seven years. It all started in 1984 with what may have been the strangest title match in chess history. Sitting opposite each other were two opposite characters: Karpov, the – apparently – cold fish, who seemed to be the darling of the Soviet regime, and his antagonist, the young, emotional revolutionary Kasparov who had made an impressive march to the top.

In that match, Bobby Fischer’s influence kept ticking over for a while. The latter had suggested that a match for the world title shouldn’t consist of a fixed number of games, but the result should be determined by the number of won games. In the Karpov-Kasparov 1984 match, the required number of wins was six. Probably the organizers weren’t very pleased with this in hindsight. Already after nine games, Karpov was leading 4-0, but after that the match got bogged down in an endless series of draws. In the 27th game, Karpov even raised his lead to 5-0, but after that Kasparov slowly scrambled to his feet. After, in Game 48 (it was 1985 already, and the match had been going on for five months), he crept up to a 5-3 score, FIDE chairman Campomanes intervened. Arguing that the health of the players was endangered, he broke off the match. Both sides were complaining: Karpov, because he was still in the lead, and Kasparov because he surmised that Karpov was on the verge of a breakdown.

Later that same year there came a second chance, and this time Kasparov did strike: 13-11. In the following three matches he remained the strongest by a very narrow margin every time. All-in all, Kasparov won 21 World Championship games against Karpov, lost 19, and the two gentlemen drew 104 times. So does this mean that this was the greatest rivalry in chess history? Lasker-Capablanca and Capablanca-Alekhine also came close, but we can safely assume that the intensity and the games record of K & K will never be broken. (MbdW)