In 1999 kreeg Amsterdam plotseling een schaaktoernooi in de schoot geworpen. Het Lost Boys Toernooi dat jarenlang een hoogtepunt was geweest van het Belgische schaakleven besloot te verhuizen. Eigenlijk wel logisch want het kantoor van Lost Boys was op een Amsterdamse gracht gevestigd. In Antwerpen werd vanaf 1993 gespeeld in het Zuiderpershuis, een sfeervol industriemonument aan de zuidkant van het centrum. In Amsterdam ging het toernooi in 2000 verder in Galerie De Appel, waarna er nog twee jaren in Sporthal De Pijp volgden.
In het laatste jaar van de twintigste eeuw koos het toernooi voor een overgangsritueel. Met ruim 500 deelnemers was het Zuiderpershuis nog eenmaal boordevol. Kort daarna speelden acht spelers eveneens onder de naam Lost Boys een gesloten toernooi in de Amsterdamse Vondelkerk. Dat toernooi had een sterk Nederlands accent met de Nederlandse topspelers Timman, Piket, Van der Sterren en Reinderman, de naar Nederland uitgeweken oorlogsvluchtelingen Nikolic en Sokolov en slechts twee buitenlanders: de Israëliër Avrukh en de Serviër Ljubojevic.
Ljubomir Ljubojevic, hier tegen Dimitri Reinderman, was (en is) een kleurrijk persoon. Op het schaakbord trok hij vaak de aandacht met gedurfd spel. Daarmee wist hij alle wereldtoppers wel eens te verslaan, inclusief Karpov en Kasparov. Op zijn hoogtepunt stond hij derde op de wereldranglijst en in 1985 won hij samen met Hübner het fameuze toernooi in het Spaanse Linares. Maar eigenlijk was Ljubojevic nog meer in zijn element in het ‘après-chess’. Met zijn heldere en krachtige stem placht hij analyses van anderen te verstoren en van commentaar te voorzien. ‘Why don’t you play this. Show me! Show me!!’
Ljubojevic was jarenlang een vaste gast in Nederland en speelde in de competitie in de door Joop van Oosterom gesponsorde club HSG. Ook werd hij voor veel toernooien uitgenodigd en of het nu goed of slecht ging, met Ljubojevic was er altijd leven in de brouwerij. (MbdW)
Lost Boys 1999
In 1999, suddenly a chess tournament fell into the lap of the city of Amsterdam. The Lost Boys Tournament, which had been the high point of Belgian chess life for years, decided to move somewhere else. This was actually quite logical, since the Lost Boys headquarters were located at an Amsterdam canal. In Antwerp, the tournament had been held from 1993 in the Zuiderpershuis, a stylish industrial monument at the south side of the centre. In Amsterdam, the tournament continued in 2000 in Galerie De Appel, after which two editions followed in sports centre De Pijp.
In the final year of the twentieth century, the tournament opted for a transition ritual. The Zuiderpershuis was packed one more time with more than 500 participants. Shortly afterwards, eight players played a closed tournament in the Amsterdam Vondel Church, also under the name Lost Boys. This tournament had a strong Dutch accent, with the Dutch top players Jan Timman, Jeroen Piket, Paul van der Sterren and Dimitri Reinderman, the war refugees Predrag Nikolic and Ivan Sokolov who had emigrated to the Netherlands, and only two foreigners: the Israeli Boris Avrukh and the Serb Ljubomir Ljubojevic.
Ljubojevic, here seen against Reinderman, was (and still is) a colourful character. On the chessboard he often attracted attention with daring play. He managed to beat every world top player with it at least once, including Karpov and Kasparov. At the peak of his career he was third in the world rankings, and in 1985 he won the famous tournament in the Spanish city of Linares together with Robert Hübner. But actually Ljubojevic was even more in his element in ‘après-chess’. With his clear and powerful voice, he was in the habit of disturbing other players’ analyses and providing them with commentary. ‘Why don’t you play this? Show me! Show me!!’
Ljubojevic was a regular guest in the Netherlands for years, and played in the Dutch league for HSG, the club that was sponsored by Joop van Oosterom. He was also invited to many tournaments, and whether things were going well with him or not, Ljubojevic always livened up the event. (MbdW)