De simultaanseance als opkikkertje?
Zo beschrijft Hort zelf zijn wereldrecord simultaan in 1977 te Reykjavik. Hij begon aan meer dan 200 borden tegelijk (ik moet er niet aan denken) en speelde in totaal 550 partijen. Daarvan won Hort er 477, speelde 63 keer remise en verloor maar tien keer! Na 24 uur – en twee kilo lichter – was het gedaan.
De simultaanseance vond plaats na zijn kwartfinalematch tegen Spasski, die maar niet ten einde leek te komen en hij uiteindelijk verloor. Hort wilde de match hoe dan ook wegspoelen uit zijn hoofd. Dat is hem echter niet echt gelukt, want bij zijn 75ste verjaardag noemde hij deze match als datgene wat hij het allerliefst zou vergeten…
Hoe was het zover gekomen? De cyclus om het wereldkampioenschap na 1975 was een bijzondere. Fischer had zijn titel uit Reykjavik 1972 niet verdedigd, maar hield nog wel de rechten die een verliezer van de WK match heeft… oftewel een plaats in de kandidatenmatches van de volgende cyclus! De FIDE had hem natuurlijk wel een ultimatum gesteld, en dat liet Fischer verlopen. Dat was één.
Hort had zich geplaatst voor de kandidatenmatches door tweede te worden in het Interzonale toernooi van Manila 1976. Het was inmiddels het vierde Interzonale toernooi voor onze held. Langzaamaan was het gegaan: in Sousse 1967 (waar Fischer wegliep) was hij achtste; in Palma de Mallorca 1970 (waar Fischer won) was hij dertiende; in Petropolis 1973 (waar Mecking won) zevende en nu dus tweede. Weer na Mecking, maar ruim voor Spasski die teleurstellend in de middenmoot eindigde – na een lange rokade tegen Balasjov, Kavalek en Panno. Dat was twee.
Doordat Fischer niet gereageerd had, werd de eerste reserve opgeroepen: Spasski. Komisch genoeg dus een speler op basis van de vorige WK cyclus, de tweede reserve was overigens Byrne. Je zou toch zeggen dat een play-off tussen degenen die net de kwalificatie in de lopende cyclus hadden gemist eerder voor de hand lag. Dat waren Tal (vierde in Biel, na play-off tegen Portisch) en Tsjeskovski (vierde in Manila) geweest. Dat was drie.
Alles leek dus klaar voor een mooie match. In Reykjavik, wat bij Spasski toch niet de beste herinneringen zal hebben opgeroepen. Er was nog een klein probleem: hij woonde al een jaar met zijn vrouw in Parijs en had daarvoor een speciaal visum gekregen. De Sovjets wilden echter dat hij beschikbaar bleef voor zijn land, dus mocht hij alleen in Frankrijk schaken… Spasski verklaarde desgevraagd dat hij – ongeacht de gevolgen – zou spelen. De soep wordt echter zelden zo heet gegeten als opgediend en de toestemming om te spelen werd soepel verleend door de Sovjets.
Secondant van Spasski was Smyslov (vijfde geworden in Biel) en Hort koos Dr. Alster, een voormalig Tsjechisch topspeler. De match begint rustig met twee remises, maar in de derde partij gaat Hort – vanuit goede stelling – onderuit in tijdnood. Daarna volgt weer een reeks remises. In de tiende partij trekt Hort de stand gelijk, waarna twee relatief korte remises volgen: 6-6, dus we gaan verlengen!
Alleen: Spasski loopt een blindedarmontsteking op, wordt geopereerd en moet meer dan twee weken herstellen! Hij vroeg uitstel aan voor maar liefst vier partijen – maar hij had slechts recht op drie. Hort wilde zo niet winnen, en vroeg zelf uitstel aan voor de vierde partij. De eerste verlenging eindigde ook in een gelijkspel: 1-1. Maar nu werd Hort ziek! Een keer uitstel mocht nog, maar daarna was hij nog steeds ziek en de koek op. Nu deed Spasski een logische zet: hij vroeg op zijn beurt uitstel aan.
De vijftiende partij wordt een verschrikkelijk drama. Spasski komt met wit goed uit de opening, maar geeft dat vervolgens weer helemaal weg en het voordeel golft heen en weer. Hort krijgt opeens een gevaarlijke vrijpion, Spasski wankelt – en blundert. Wat nu? Hort ziet dat hij kan winnen en denkt: kassa! Al genietend vergeet hij dat hij nog vijf zetten moet doen in de dertig seconden die hem resteren… oftewel: vlag. De laatste partij laat Spasski zich natuurlijk niet meer afnemen.
Daarna wint Spasski ook van Portisch, maar de daaropvolgende match – tegen Kortsjnoj in Belgrado – verloopt ook niet echt rustig… En Hort? Nog eenmaal weet hij zich te vermannen en in 1985, acht jaar later, doet hij weer mee aan het Interzonale toernooi. In Tunis deze keer. Hort valt net buiten de drie kwalificatieplaatsen, samen met Sosonko. Daarna vindt hij dat het genoeg is geweest, en vanaf het kandidatentoernooi in Montpellier zal hij Timman jarenlang gaan ondersteunen op het smalle pad! (PvV)
Vlastimil Hort
A simultaneous exhibition as a cheering up?
That is how Vlastimil Hort himself described his simultaneous world record attempt in Reykjavik, 1977. He started at more than 200 boards at the same time (I can’t bear to think about it) and played a total of 550 games. Hort won 477 games, drew 63, and lost only ten! After 24 hours – and losing two kilos – the job was done.
This simultaneous display took place after his quarterfinal match against Boris Spassky, which had seemed to be a never-ending affair until Hort finally lost. Whatever happened, he wanted to wash it away from his mind. He didn’t succeed in this, however, since on his 75th birthday he still mentioned this match as the one thing he wanted most of all to forget…
How did it come this far? The World Championship cycle after 1975 was a special one. Fischer hadn’t defended the title he had conquered in Reykjavik 1972, but he had retained the rights of the loser of a World Championship match… which meant a place in the Candidates Matches of the next cycle! Of course, FIDE presented an ultimatum to him, and Fischer let it expire. That was one.
Hort had qualified for the Candidates Matches by coming second in the Manila Interzonal Tournament of 1976. This was already our hero’s fourth Interzonal tournament. Things had gone very slowly for him: in Sousse 1967 (the event where Fischer ran away) he had come eighth; in Palma de Mallorca 1970 (won by Fischer) he had come thirteenth; in Petropolis 1973 (won by Mecking) he had come seventh, and now second – again, behind Mecking, but way ahead of Spassky, who had ended disappointingly in the middle of the list after a ‘long castle’ against Balashov, Kavalek and Panno. That was two.
Since Fischer hadn’t reacted, the first reserve was called in: Spassky. Funnily enough, a player who had qualified on the basis of the previous World Championship cycle. The second reserve was Robert Byrne. You would say that a play-off between the players who had just missed the qualification in the ongoing cycle would have been more logical. That would have been Mikhail Tal (fourth in the Biel Interzonal, after a play-off against Lajos Portisch) and Vitaly Tseshkovsky (fourth in Manila). That was three.
So, everything was ready for a gripping match – in Reykjavik, where Spassky probably didn’t have the happiest of memories. There was another small problem: the Russian had been living for a year in Paris with his wife, and had obtained a special visa for that. However, the Soviets wanted him to remain available for his own country, so he was allowed to play only in France… When asked, Spassky declared that he was going to play no matter the consequences. However things weren’t as bad as they seemed, and the permission to play was liberally given by the Soviets.
Spassky’s second was Vasily Smyslov (who had come fifth in Biel), while Hort opted for Dr. Alster, a former Czech top player. The match started quietly with two draws, but in the third game, Hort, in a favourable position, went down in time trouble. Then a series of draws followed. In the tenth game, Hort levelled the score, after which two relatively short draws followed – extra time!
But now Spassky caught appendicitis, had an operation, and had to recover for more than two weeks! He requested a delay of no less than four games, but he only had the right to request three. Hort didn’t want to win the match in this way, and asked for a delay of the fourth game himself. The first extra-time period also ended in a tie: 1-1. But this time Hort fell ill! He was allowed one more delay, but after that he was still ill, and that meant the party was over. So now Spassky made a logical move: in his turn, he requested a delay.
The fifteenth game was a terrible drama. Spassky came out of the opening well with white, but squandered all of his advantage, and then the game started swinging to and fro. Suddenly, Hort obtained a dangerous passed pawn, Spassky staggered – and blundered. Now what? Hort saw he could win and thought: gotya! While wallowing in his good fortune, he forgot that he still had to make five moves in his thirty remaining seconds… in other words, he got flagged. Of course Spassky didn’t mess up in the final game.
After that, Spassky also beat Portisch, but the next match – against Kortchnoi in Belgrade – didn’t exactly go smoothly either… and Hort? He managed to brace himself one more time. In 1985, eight years later, he again took part in an Interzonal tournament, in Tunis this time. Hort narrowly missed the three qualifying spots, together with Sosonko. After that he considered it had been enough, and starting with the Candidates Tournament in Montpellier he went on to support Jan Timman for years as a second on the narrow path! (PvV)