Over Garry Kasparov is veel te vertellen, maar ik wil graag twee persoonlijke ervaringen met hem delen. In 1981 nam de 18-jarige Kasparov deel aan het prestigieuze Interpolis-toernooi. Kasparov was al reuze populair bij de schaakliefhebbers, vooral door zijn aanvallende stijl en fraaie resultaten. Nu konden we hem in levenden lijve zien in een van de sterkste toernooien aller tijden. Doordat mijn broer in de persdienst werkte, had ik het geluk twee weken ‘achter de schermen’ te mogen rondlopen!
Al in de eerste ronde gaf Garry zijn visitekaartje af door Sosonko met een fraai kwaliteitsoffer weg te spelen. Ook in de tweede ronde, tegen Portisch, kwam Kasparov gewonnen te staan, maar toen tastte hij mis en kon Portisch ternauwernood remise houden. Tegen de uiteindelijke winnaar van het toernooi, Beljavski, speelde hij in de derde ronde remise. In de vierde ronde offerde Garry een kwaliteit tegen Jan Timman. Het werd een uiterst scherpe partij, maar Jan wist fraai te winnen. In de vijfde ronde stond Kasparov-Spasski op het programma. Weer ging Kasparov ‘er vol in’ en kwam superieur te staan. Na enkele onnauwkeurigheden van Garry kreeg Boris weer overlevingskansjes en na een blunder in tijdnood, kwam Spasski zelfs gewonnen te staan. De partij werd afgebroken en later door Spasski gewonnen. Kasparov stond weer met beide benen op de grond en besefte dat hij nog veel constanter moest worden om van deze toppers te winnen. Uiteindelijk eindigde hij met 5½ uit 11 in de middenmoot.
In de perskamer en analyseruimtes was duidelijk dat we met een nieuw fenomeen te maken hadden. De energie straalde van Garry af, als je bij hem in de buurt kwam. Als KNSB-spelertje zat ik helemaal alleen bij de analyse van Ljubojevic-Kasparov uit de negende ronde. De varianten vlogen over het bord en ik kon er weinig van volgen, maar begreep wel dat het ‘echte schaken’ iets heel anders was, dan wat ikzelf deed.
In de jaren die volgden bleef ik Kasparov uiteraard volgen en zag hem regelmatig als hij weer eens in Nederland speelde. Toen ik een jaar manager van het MEC was kwam in 2008 een tweede persoonlijke ontmoeting. Kasparov was in Amsterdam om de première van zijn documentaire In the Holy Fire of Revolution op de IDFA (International Documentary Filmfestival Amsterdam) bij te wonen. Voorafgaand aan een interview met de NOS in het MEC liet ik Garry ons museum zien. Hij was zeer geïnteresseerd en wist op oude foto’s feilloos alle spelers te benoemen. Zijn charisma en energie waren nog even groot als in 1981.
Na afloop van de première liep een discussie met Derk Sauer bijna uit tot een handgemeen. De felheid die Kasparov zo ver had gebracht in de schaakwereld, leidde in de media en de politieke wereld niet tot succes. We zien Garry de laatste jaren steeds minder in het nieuws, af en toe vertoont hij zich in de schaakarena, maar het charisma van weleer is voor een groot deel verdwenen. (ES)
Garry Kasparov
There are a lot of stories to tell about Garry Kasparov, but I would like to share with you two personal experiences I had with him. In 1981, the 18-year-old Kasparov took part in the prestigious Interpolis tournament. By then, Kasparov was already immensely popular with the chess fans, mainly due to his attacking style and his fine results. Now we could see him in person in what would be one of the strongest tournaments of all time. Because my brother was working there in the press office, I was lucky enough to be able to walk around ‘behind the scenes’ for two weeks!
Already in the first round, Garry showed what he was made of by crushing Genna Sosonko with a beautiful exchange sacrifice. In the second round too, against Lajos Portisch, Kasparov built up a winning position, but then he miscalculated, and Portisch managed to narrowly hold a draw. Against the eventual tournament winner, Alexander Beliavsky, Garry made a draw in the third round. In the fourth round, he sacrificed an exchange against Jan Timman. The game became extremely sharp, but Jan managed to win beautifully. In the fifth round, Kasparov-Spassky was on the programme. Again Kasparov went ‘all the way’ and got a superior position. After a couple of inaccuracies by Garry, Boris obtained some survival chances again, and after a blunder by Garry in time-trouble Spassky even got a winning position. The game was adjourned, and later won by Spassky. Kasparov was brought down to earth again, and he realized he had to play more steadily to beat these top players. Eventually, he ended in the middle of the list with 5½ out of 11.
In the pressroom and the analysis rooms, it was clear that a new phenomenon had made its entrance in chess. Garry radiated energy, as you noticed when you came close to him. A modest Dutch league player, I was sitting all alone watching the post-mortem of Ljubojevic-Kasparov after the ninth round. The variations were flying all over the board, and I wasn’t able to follow most of them – but I did understand that the ‘real chess’ was something quite different than what I was doing myself.
In the years that followed, obviously I kept following Kasparov, and I saw him regularly when he came to play in the Netherlands again. When I had been the manager of the MEC for a year, in 2008, a second personal encounter followed. Kasparov was in Amsterdam to attend the première of his documentary In the Holy Fire of Revolution at IDFA (International Documentary Film-festival Amsterdam). Prior to an interview with the Dutch broadcasting company NOS in the MEC, I showed Garry around in our museum. He was highly interested, and was able to name all the players on the old pictures hanging there. His charisma and energy were as great as they had been in 1981.
After the première, a discussion with Derk Sauer, a Dutch journalist who lives in and writes about Russia, nearly led to a scuffle. The fierceness that had brought Kasparov so far in the chess world, didn’t being him any success in the media and in the world of politics. In recent years we see Garry less and less in the news – every now and then he makes an appearance in the chess arena, but his charisma of yore has largely disappeared. (ES)