Verslag en foto door: Bart Stam
Grootmeester Jan Timman is inmiddels een vertrouwd gezicht in het Max Euwe Centrum. Elk najaar geeft hij een training voor geïnteresseerde schaakliefhebbers. Daarbij behandelt de Arnhemmer doorgaans een aantal grootmeesterpartijen, terwijl hij na de pauze eindspelstudies van eigen makelij op het bord tovert. Op woensdag 14 november genoten de aanwezigen van zijn hoogstaande analyses en studies.
Jan Timman is een van de weinige grootmeesters die zowel toernooien speelt als eindspelstudies componeert. Daarnaast heeft hij een indrukwekkend oeuvre aan schaakboeken op zijn naam staan. Daar komt in januari 2019 ’The Long Game’ bij. Deze nieuwe uitgave gaat over de vijf matches, ofwel 144 partijen, die Gary Kasparov en Anatoli Karpov sinds 1984 tegen elkaar hebben gespeeld.
Jan Timman tijdens de training in het MEC
Ook is de Arnhemse grootmeester bezig met een boek over zijn honderd beste partijen dat in 2020 moet verschijnen. “Ik ben nog druk bezig met de selectie,” aldus Timman. “Partijen waarvan je vroeger dacht dat ze heel goed waren, blijken na de computeranalyse toch veel fouten te bevatten. Maar het omgekeerde komt ook voor.” Een partij die ook na 45 jaar het kritisch oordeel van de computer moeiteloos kan doorstaan, is zijn winstpartij tegen Ulf Andersson, Tallinn 1973.
Timman: “Het is een strategische partij waarbij ik op de dertiende zet (13.Dh5-c5!) achter het bord een nieuwtje bedacht. Een lezer van mijn toenmalige schaakrubriek in Trouw had mij bij een eerdere partij met de zet 9.Dd1-h5 op het juiste spoor gezet.” Door de verrassende damemanoeuvre wist Timman beslissend voordeel te krijgen in het middenspel, met winst in het toreneindspel.
De Arnhemmer behandelde ook enkele recente partijen. Hoewel hij nog druk bezig is met zijn analyse van de eerste matchpartij in Londen, verbaasde Timman zich erover dat Magnus Carlsen in de eerste partij met zwart de winst met 38…,Tg8-g3 (zie foto) niet wist te vinden, ondanks het feit dat de wereldkampioen voldoende tijd had.
Na de pauze liet Timman zeven eindspelstudies zien van eigen makelij. Jaarlijks componeert hij tientallen studies, met dank aan de huidige schaakprogramma’s en table-bases voor eindspelen. “Dit jaar heb ik er 51 gemaakt,” aldus de grootmeester. Een fraaie studie uit 2017 heeft het zogeheten Phenix-motief: een geslagen stuk keert na een minorpromotie en wederzijdse zetdwang terug op het bord. “Dat het in deze studie een paard is maakt het extra mooi”, aldus de componist.